'Natuurlijk gaat het om een concept. Ik ben hier om in alle openheid met de CCO te praten over de toekomst van de UT'. Van Vught benadrukt dat over alles in het Instellingsplan nog gediscussieerd kan worden. 'Maar de dingen die er in staan, die staan daar niet voor niets. Ik verwacht in de toekomst een shake-out onder Nederlandse universiteiten. De terugtredende overheid, verlies van het monopolie op kennisproductie, toenemende eigen verantwoordelijkheid, grotere consumentensoevereiniteit en het groeiende belang van kennisnetwerken brengen onmiskenbaar grotere risico's met zich mee. Voor een aantal universiteiten biedt dat mogelijkheden. Anderen zullen marginaliseren. De Universiteit Twente wil graag in de top blijven meedraaien.'
En dus kan de UT niet ambitieus genoeg zijn, zo valt uit de ongeduldige toon van Van Vughts woorden op te maken.
Maar hoe wil de rector - om maar eens een voorbeeld te noemen - de instroom van studenten met maar liefst 10 procent laten groeien? Het aantal vooraanmeldingen is tot nu toe slechts 4 procent hoger dan vorig jaar. 'Door het bestaande onderwijs te vernieuwen en nieuw aanbod te creëren', aldus Van Vught. 'Met name in de biomedische hoek zien we mogelijkheden voor nieuwe opleidingen. En we denken ook dat de ACO - de overheidsinstantie die nieuwe studierichtingen goedkeurt - in de toekomst makkelijker opleidingen gaat toelaten. Bovendien moet de UT meer buitenlandse studenten trekken met internationale masters, Engelstalige majors en de invoering van een bachelorstitel.'
Onder het kopje 'modernisering van de onderwijsprocessen' presenteerde Van Vught de Student Union, de campus en University Student Enterprise als middelen om de Twentse visie op academische vorming uit te bouwen. En de 'sterke expansie' van het gebruik van ICT in studieprogramma's als instrument om de onderwijskwaliteit te verhogen. Het Dinkel-instituut (de samenvoeging van Centrale Bibliotheek en Onderwijskundig Centrum, red.) en de campus zullen hierbij een belangrijke rol spelen.'
Ook de positie van de UT op de markt van universitair onderzoek behoeft versterking. Van Vught: 'Die abstracte formulering hebben we omgezet in doelstellingen waar je gemakkelijk over kunt praten: de tweede en derde geldstroom moeten met 10 procent per jaar groeien en ook de inkomsten uit octrooien, patenten en andere intellectuele eigendommen dienen substantieel toe te nemen. Dynamiek en variëteit zullen leidende begrippen in onze onderzoeksstrategie worden.'
Om die nieuwe snelheid te creëren gaat de UT haar wetenschappelijke activiteiten vormgeven in drie 'modaliteiten'. In het speerpuntonderzoek (CTIT, MESA+, PIT en BMTI) staan wetenschappelijke excellentie en internationale aantrekkingskracht centraal. Potential onderzoek bevindt zich in niches met een sterk ontwikkelingspotentieel en wordt beoordeeld op basis van een periodieke portfolioanalyse. Tot slot zorgt funderend onderzoek voor de organisatorische eenheid voor faculteiten.
En vanzelfsprekend dient dit alles te geschieden in sterke interactie met de samenleving, aldus de rector. Wat tot uitdrukking moet komen in strategische netwerken met publieke en private partners. Van Vught verwacht niet dat alle samenwerking, dynamiek en ondernemendheid zal leiden tot een soort 'Microsoft University Twente' of het logo van Ballast Nedam op het kaft van een dictaat. Maar hij sluit niet uit dat Ericsson over niet al te lange tijd van de campus een 'testbed' voor mobiele telefonie maakt. 'Studenten krijgen dan gratis een zaktelefoon die ze moeten uitproberen. Waarom zou zoiets niet kunnen?'
