'Ik kan een paar uur aan de telefoon hangen om over Pieter Janszoon uit 1822 te praten,' zegt Bauke Jousma. 'Als je eenmaal over stamboomonderzoek praat, kun je moeilijk stoppen.' Bauke heeft genealogie als hobby. In zijn vrije tijd onderzoekt hij de geschiedenis van zijn voorouders. De stamboom van zijn vaders kant loopt op dit moment tot 1650, het verhaal van zijn moeders familie tot 1350. Is dat stoffige, saaie zoeken naar dode mensen niet een hobby voor oudere mensen, die tijd over hebben? Bauke: 'Veel jongeren worden in hun jeugdjaren doodgegooid met verhalen van vroeger. Zij krijgen het 'vroeger-was-alles-beter-verhaal' te horen en denken: Hallo, we leven nu! Jaartallen leren voor de geschiedenislessen op school boeide ook al niet. Het verhaal miste zijn doel op die manier.'
Verhaal
Hedendaagse genealogen zoeken 'het verhaal'. Het aankleden van gegevens, zoals geboorte-, trouw- en sterfdata, daar gaat het om. Geslachtkundigen zoeken niet naar rijke personen in het bijzonder. Of een voorvader een arbeidersknecht is of de commissaris van de koningin van Friesland, dat maakt niet uit. 'Het is mooi om trots te zijn op je voorouders, maar het is nog mooier als je voorouders trots kunnen zijn op jou', is de (vrij vertaalde) uitspraak van P.J. Troelstra, die Bauke hanteert. 'Iemand van adel vinden is leuk. Maar als je alleen naar rijke mensen zoekt, houd je het speurwerk niet lang vol.'
'De interesse voor genealogie neemt toe,' zegt de student. 'Steeds meer televisieprogramma's gaan over stamboomonderzoek. En er worden steeds meer boeken over geschreven. Zelfs in het basisonderwijs wordt genealogie belangrijker. Aan de hand van de geschiedenis van een bepaalde familie, kom je meer te weten over de geschiedenis van een streek of land.'
Puzzelen
Genealogie is voor de student net 'puzzelen'. Het liefst zou hij zijn voorvaderen persoonlijk vragen naar die puzzelstukjes in zijn familiegeschiedenis die hij nog mist. 'De geschiedenis is niet compleet. Je ontrafelt stukjes historie om antwoord te geven op de vragen die je hebt. Het verhaal wordt niet compleet. Daar ga je vanuit. Alsof je puzzelstukjes op hun plaats legt terwijl je weet dat de puzzel niet afkomt. Je blijft altijd stukjes missen. Maar je bent nieuwsgierig. En tevreden met elk antwoord dat je vindt. De geschiedenis van Nederland en de wereld komt dichterbij als je zoekt naar gegevens over je eigen achtergrond. Je familie heeft een eigen plaatsje binnen die geschiedenis. Je illustreert de historie.
Neemt in een individualistische maatschappij, waarin men overladen wordt met informatie, de behoefte aan geslachtkunde toe? Bauke denkt van wel. 'Familiebanden worden minder vast. Zekerheden nemen af. Daarom gaat men op zoek. Mensen interesseren zich meer in hun eigen wortels, hun afkomst. Wie je voorouders waren dat staat vast. Daar is weinig aan te veranderen. Dat kun je opzoeken. Het beeld dat je kunt construeren, geeft een soort zekerheid.'
Reageerbuis
Maar de plaats waar genealogen hun speurwerk verrichten, verandert. 'Van het archief naar het ziekenhuis. Misschien moet je over dertig jaar zoeken naar het labeltje dat aan je reageerbuis zat.' En het soort documenten dat men zoekt, verandert ook. 'Er ontstaan andere samenlevingsvormen. Geregistreerd partnerschap bijvoorbeeld. Dat levert een nieuw soort document.'
De nieuwe media hebben grote invloed op het speurwerk. 'Ik doe nu zes jaar onderzoek. Ik zocht bijvoorbeeld naar de trouwdatum van een bepaald echtpaar. Na drie jaar vond ik die. Dolblij was ik. Nu tik je twee namen in de computer. Binnen vijf seconden vind je wat je zoekt. Het is beangstigend voor sommige genealogen dat je zo snel veel gegevens kunt vinden. Alsof het boek, waar je naartoe werkt, zo uit de printer rolt. Maar het betekent dat je veel meer tijd kunt steken in het aankleden van de gegevens. Verhalen worden nog mooier, boeiender en interessanter.' Jousma vervolgt: 'Op persoonsniveau draag je bij aan een stukje geschiedenis. Stel dat je van alle inwoners van Nederland een boek hebt. Dan heb je een bieb vol verhalen: de geschiedenis van Nederland.
Uitkomst
Het Internet is een uitkomst. Contact leggen met andere genealogen is makkelijk, informatie uitwisselen eenvoudig. 'Steeds meer jongeren doen aan genealogie. En het is gaaf als je een man van rond de vijfenzeventig gegevens ziet invoeren in zijn laptop. Of als je van een grijsaard een visitekaartje krijgt met zijn e-mailadres en eenverwijzing naar zijn homepage. Oudere mensen gaan heel actief met nieuwe ontwikkelingen om. Een speurder die zijn Engels opvijzelt om via het Internet wereldwijd informatie te vinden over zijn voorouders. Je komt het allemaal tegen.'
Bauke studeert zoals gezegd Toegepaste Communicatiewetenschap. Hij leert onder andere om gegevens gestructureerd te verwerken, te presenteren en gericht te schrijven voor publiek. Dat komt van pas bij zijn hobby. 'Uiteindelijk wil ik de familiegegevens bundelen. Er een uitgave van maken.'
Zijn hobby heeft invloed op zijn studie. 'Je benadert problemen vanuit verschillende oogpunten. Als je via een bepaalde bron een gegeven niet vindt, zoek je een andere weg. Het ontbrekende stukje van de puzzel wil je vinden. Je leert creatief denken. En soms ben je zo gespitst op een antwoord dat je niet stopt met zoeken. Doorzettingsvermogen, dat krijg je er ook van.'
'Ja', geeft Bauke toe, 'er moet toch wel een steekje aan je los zijn, wil je archieven induiken. Toch wel. Ik was zestien. Mijn interesse werd gewekt door een kennis van mij. Ik las wat over genealogie en stapte zo'n rijksarchief binnen. Enkele 'gevorderde' stamboomonderzoekers vingen mij op. Zij wezen me de weg en gaven tips. Sindsdien ben ik niet meer gestopt. Dat contact leggen met andere genealogen is makkelijk want je wisselt gegevens uit. Ik heb dit voor je gevonden, als je toch in Brabant bent, wil je dan kijken of je dat kunt vinden? Dat is leuk. Je hebt elkaar iets te bieden. Stamboomonderzoek is niet moeilijk. Je begint gewoon bij jezelf.'
Een interessant genealogie-internetadres is:
http://www.CBG.nl
Fotobijschrift:
'Lopen waar je voorvaderen ooit gelopen hebben'
![]()