Deze week is het vijfde Europese Kaderprogramma voor onderzoek eindelijk echt van start gegaan. Tot het jaar 2002 geeft Brussel er 33 miljard gulden aan uit. Ongeveer 2,5 miljard hiervan zal bij Nederlandse onderzoekers terechtkomen. Althans: als hun plannen even succesvol zijn als de afgelopen jaren.
Informatietechnologie. Transport. Energie. Milieu. Gezondheid. Landbouw. Industriële productie. Zowel technisch als maatschappelijk onderzoek op deze terreinen kan de komende vier jaar weer rekenen op miljardensteun uit Brussel. Wie voor dit geld in aanmerking wil komen, moet wel internationaal
samenwerken en inhaken op doelen als 'duurzame en competitieve groei' of 'behoud van het ecosysteem'. Bovendien moet men flink hard lopen om op tijd een projectaanvraag in te dienen.
Het is deze maand een gekkenhuis voor onderzoekers met Europese ambities. Net als in '95 begint het nieuwe EU-kaderprogramma, de brede paraplu van thema's waaronder de Europese Unie onderzoek financiert, met forse vertraging. De officiële startdatum was 1 januari, maar pas deze week ging de eerste oproep voor projecten de deur uit. De exacte contractvoorwaarden voor onderzoekers zijn er nog niet. Toch liggen de sluitingsdata voor projectvoorstellen vast. De eerste is al op 16 april.
In korte tijd moeten nu duizenden onderzoekers op tientallen vakgebieden zich informeren, partners vinden en projectplannen opstellen. Overheden, universiteiten en onderzoeksorganisaties hebben een compleet hulpverleningscircuit opgetuigd om `hun' onderzoekers zonder kleerscheuren door deze kermis heen te loodsen.
De vertraagde start van het Kaderprogramma had weinig met de inhoud te maken. Vooral discussies over de totale EU-begroting blokkeerden de besluitvorming. De thema's voor onderzoek lagen al lange tijd grotendeels vast. Wel was er nog in een laat stadium op Nederlands aandringen discussie over klonering. Het enige resultaat was dat Nederland zich nu het recht mag voorbehouden om op dit terrein minder hard te lopen dan de rest van Europa.
In het vijfde kaderprogramma is er ruim 8 miljard gulden voor onderzoek 'naar een gebruikersvriendelijke informatiemaatschappij'. Vijf miljard is er voor drie andere hoofdthema's: levenswetenschappen, industriële productie en transport, en milieu en energie. En er is nog drie miljard gulden bestemd voor 'verbetering van het onderzoekspotentieel'. Hieruit wordt zowel sociaal-wetenschappelijk onderzoek als uitwisseling van onderzoekers gefinancierd.