'Je ziet dat de grens tussen werkgever en werknemer vervaagt',
zegt Van Wieringen. 'Mensen zijn een tijdlang ondernemer, krijgen vervolgens een leuke baan aangeboden en worden later in hun leven weer zelfstandig ondernemer. Daar moet het onderwijs iets mee. En daar moet ze ook niet te lang mee wachten.'
Van Wieringen ziet het probleem ook in zijn eigen vak. 'Alleen bij de economische en bedrijfskundige opleidingen zie je traditioneel aandacht voor ondernemen. Maar onderwijskunde leidt van oudsher op tot banen in het onderwijsbeleid of in de onderwijsondersteuning. Pas sinds kort leren we studenten dat je ook een eigen advies- bureau kunt beginnen of een softwarebedrijf voor onderwijskundige programma's.'
Moet dat nou? Met name aan universiteiten is nog lang niet iedereen ervan overtuigd dat ondernemerschap aandacht moet krijgen in het wetenschappelijk onderwijs. Veel universitaire medewerkers vinden dat een cursus ondernemerschap niet thuishoort op een universiteit maar op een hogeschool. 'Mensen betwijfelen of het wel academisch is wat wij doen', weet ook Aard Groen, coördinator van de minor (zeg maar: een groot bijvak) ondernemerschap aan de Universiteit Twente.
Verschil
Met name technische studenten leren daar in een half jaar verkopen, projectmatig werken en onderhandelen. Daarnaast bestuderen ze theorie%n over ondernemerschap en doen ze marktonderzoek.
'Natuurlijk is niet elk onderdeel even diepgaand, maar tachtig procent van de tijd zijn de studenten wetenschappelijk bezig', zegt Groen. Er is volgens hem dan ook een wezenlijk verschil met wat studenten leren aan een hogeschool. 'In het hbo leer je hoe je een goede ondernemer wordt. Aan een universiteit analyseren studenten ook de theoriën over wat iemand tot een goede ondernemer maakt.'
Aan zijn eigen universiteit hoeft Mosterd dit verhaal steeds minder vaak af te steken. Ook elders is het al lang niet meer de vraag óf ondernemerschap aandacht verdient, maar hóe het dat moet moet. Veel universiteiten en hogescholen geven al korte cursussen ondernemerschap, vari%rend van enkele seminars en workshops tot heuse minors van een half jaar.
Zo volgen studenten aan de kunstacademie St. Joost in Breda in hetderde en vierde jaar een korte cursus over het starten van een eigen bedrijf. Maar erg tevreden zijn ze niet. 'Pas als ze van school af zijn, hebben studenten behoefte aan informatie over rechtsvormen en belasting', vertelt Jules van de Vijver, directeur van de Bredase kunstacademie.
Vouchers
Van de Vijver overweegt nu studenten vouchers mee te geven bij hun afstuderen, een soort tegoedbonnen waarmee ze later alsnog een cursus kunnen volgen. Ook wil hij studenten met een bedrijfje ruimte geven binnen de muren van de kunstacademie.
'We zien dat steeds meer studenten bedrijfjes opzetten. Als ze een plek krijgen in de academie, dan kunnen we ze beter begeleiden.'
Ook aan de Katholieke Universiteit Nijmegen staat ondernemen inmiddels op het programma. Twintig studenten van de faculteit Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica zijn er drie maanden lang een middag per week mee bezig. Ze leren onder meer een ondernemingsplan te schrijven.
Hans Derksen, naar eigen zeggen de eerste hoogleraar kennis & ondernemerschap aan een bêta-faculteit, zou zijn studenten het liefst vanaf het eerste jaar laten kennismaken met het ondernemerschap. Maar daarvoor neemt zijn vak nog een te marginale plaats in. 'Ik moet me beperken, ik heb maar een aanstelling van een dag.'
Ook andere wensen van Derksen stuiten voorlopig op de grenzen van wat er aan een universiteit kan. Derksen zou graag minder `vakgericht' onderwijs willen geven, zegt hij. '"Een ondernemer denkt ook niet in vakken.' Maar hij krijgt simpelweg te weinig steun om dat idee van de grond te krijgen.
Beeld
Toch hoopt Derksen dat zijn studenten straks bewust kunnen beslissen of een eigen bedrijf iets voor hen is. 'Bij sommige mensen spat het ondernemersbloed er vanaf. Die mensen vinden hun weg wel. Maar er is ook een groep die wel de kwaliteiten heeft, maar nog nooit heeft stilgestaan bij de mogelijkheid.'
Maar krijgen studenten in een cursus van drie maanden een goed beeld van het ondernemerschap? Nee, zegt men aan de Saxion Hogeschool Enschede. Derde- en vierdejaars studenten informatie- en communicatietechnologie kunnen daar vanaf volgend jaar studiepunten behalen met het opzetten van een eigen bedrijf.
'Dat gaat ver', erkent projectleider Jonny van Egmond. 'Maar het past helemaal in de onderwijsvisie van de hogeschool. We willen studenten zo veel mogelijk stimuleren tot eigen initiatief.'
Even verderop aan dezelfde hogeschool verwoordt directeur Fred Rorink van de opleiding small business & retail management diezelfde visie. Zijn opleiding laat studenten zelf hun leerdoelen formuleren. Vervolgens gaan ze zelfstandig aan de slag, niet in klaslokalen, maar in werkruimtes waar ze in kleine groepen mini-ondernemingen opzetten. 'Er zijn mensen die denken dat ze studenten opleiden tot ondernemers als ze hen leren een ondernemingsplan te schrijven. Daar geloof ik niets van", legt Rorink uit. 'Ondernemer zijn heeft te maken met houding en gedrag. Dat betekent dat je studenten moet opleiden tot zelfstandig werkende mensen. Dat lukt niet in een cursusje.'