Medezeggenschap stemt niet in met major-minor

| Redactie

De centrale medezeggenschapsraad stemt voorlopig niet in met de invoering van major-minor. Volgens de studenten en personeelsleden in de raad heeft het CvB tijdens het invoeringstraject onvoldoende aandacht aan werkdruk en studeerbaarheid besteed. Het college begrijpt niets van de kritiek, zo bleek dinsdagmiddag.

'Dit is een klap in het gezicht van de academische gemeenschap.' Rector magnificus Frans van Vught reageerde verbolgen op het besluit van de CGV om voorlopig niet in te stemmen met de invoering van major-minor. 'We nemen dit voor kennisgeving aan, we gaan ons beraden, maar we zijn niet bereid om een nadere analyses over werkdruk en studeerbaarheid te maken.'

En juist om die 'nadere analyse' gaat het de medezeggenschapsraad. Pas als die gemaakt is, wil de raad instemmen. Volgens woordvoerder Geerten Schrama heeft het college van bestuur niet genoeg aandacht besteed aan de toenemende werkdruk en de afnemende studeerbaarheid die eventueel met de invoering van major-minor gepaard zou gaan. En dat terwijl al in 1998 was afgesproken dat het college hier extra aandacht aan zou besteden.

In feite steekt de kwestie iets ingewikkelder in elkaar. De CGV wil nog wel aannemen dat alle faculteiten rekening houden met werkdruk en studeerbaarheid, maar de raad vindt dat het CvB dat door middel van een notitie zichtbaar had moeten maken. Want ook dat spraken beide partijen in 1998 immers af.

Volgens het college kan de centrale medezeggenschapsraad ook moeilijk ontkennen dat er het afgelopen jaar genoeg aandacht aan de twee hoofdlijnen werd besteed. Van Vught: 'De leden van de stuurgroep-major-minor, de mensen van de centrale commissie onderwijs, opleidingsdirecteuren, decanen, decentrale medezeggenschapsraden, iedereen heeft onophoudelijk over werkdruk en studeerbaarheid gepraat.'

'Maar dat zijn alleen maar woorden', meent Schrama. 'In de officiële stukken vinden we daar niets van terug. Bovendien hebben lang niet alle decentrale medezeggenschapsraden op de goeie manier ingestemd. De plannen die decanen inleverden, zijn niet allemaal even goed uitgewerkt.'

Daarom wil de CGV dat het college van bestuur de werkdruk op alle faculteiten gaat 'monitoren'. En om dat goed te kunnen doen moeten die nog voor de invoering van major-minor een nulmeting uitvoeren.

Bovendien dient het college duidelijk te maken hoe het de studeerbaarheid van de minors gaat beoordelen. Volgens de CGV kan dat het beste tijdens de definitieve accreditatie van de minors. Het college denkt dat dat al voldoende gebeurt.

Van Vught vindt de eisen die de raad stelt onbehoorlijk. 'Voor de invoering van major-minor is de laatste tijd buitengewoon veel steun gemobiliseerd. Als je nog meer analyses en rapporten eist, mis je alle voeling met de praktijk, dan ontken je de positieve sfeer die daar heerst. Bovendien zijn er al meters dossiers geproduceerd. Als de CGV precies wil weten wat er allemaal over werkdruk en studeerbaarheid is afgesproken, moet ze dat zelf maar uit zoeken. Wij doen dat niet nog eens.'

'Laat het ons dan gewoon zien!' Versus: 'Jullie moeten beter kijken!' De centrale medezeggenschap en het college van bestuur staan lijnrecht tegenover elkaar. Het college zegt gewoon door te gaan met de invoering van major-minor. Zonder dat de CGV daar mee instemt. Als beide partijen niet nader tot elkaar komen, leidt dat vroeg of laat tot een geschil én wellicht tot uitstel van de invoering van major-minor.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.