Onderwijsminister Hermans' voorstel voor het bachelor-masterstelsel kan de prullenbak in. Dat vinden de studentenbonden en de HBO-raad. De vereniging van universiteiten (VSNU) heeft veel minder bezwaren tegen de plannen van de minister.
Twee maanden voor de Kamerbehandeling van het wetsvoorstel zijn LSVb, ISO en HBO-raad vooral boos over Hermans' weigering de masteropleidingen in het hoger beroepsonderwijs te bekostigen. Hogescholen worden zo gedwongen hun 'masters' aan te bieden tegen hoge tarieven (tot 30.000 gulden). Daarmee zou het voor studenten bijna onmogelijk worden zo'n studie te volgen. De drie organisaties vragen in een open brief aan de Tweede Kamer om een volledig nieuw wetsvoorstel.
De minister wil tot nu toe alleen de masterstudies van de universiteiten betalen. 'Daarmee richt Hermans eigenlijk maar een half bachelor-masterstelsel in', verwoordt voorzitter Jonathan Zondag van studentenbond ISO de kritiek.
De briefschrijvers zien ook problemen voor wo-studenten die een zogenaamde 'topmasters' willen volgen. Want ondanks breed verzet in het parlement stuurt minister Hermans ook bij die opleidingen aan op hogere collegegelden. Dat doet hij overigens tegen de zin van de universiteiten zelf. Want ook volgens hun vereniging VSNU brengen de hoge collegegelden 'de toegankelijkheid van het onderwijs in gevaar.'
Voor de VSNU weegt dit probleem echter niet zwaar genoeg om zich tegen de bama-voorstellen van de minister te keren. 'De strekking van het wetsontwerp heeft de instemming van de universiteiten', aldus een aan het parlement gericht commentaar.
De universiteiten herhalen wel hun eis dat er meer geld moet komen voor de invoering van het nieuwe systeem. Het uitgangspunt van de eenjarige masteropleiding vindt de VSNU 'te krampachtig'. Volgens de universiteiten komt verder het verschil met het hbo onvoldoende tot uitdrukking. Zo zouden de titels 'Bachelor of Science', 'Bachelor of Arts', 'Master of Science' en 'Master of Arts' gereserveerd moeten worden voor wetenschappelijk erkende opleidingen.
Hoewel de VSNU (gezamenlijke universiteiten) op bepaalde punten ook nog bezwaren heeft tegen de mate van detaillering in het voorgestelde wetsontwerp, is het totaaloordeel positief. Dat geldt dus niet voor de studentenbonden. Zo vindt Sofie Joosse (voorzitter Landelijke Studenten Vakbond) het belachelijk dat er geen extra geld is voor opleidingen die minstens drie jaar lang het oude en het nieuwe programma naast elkaar moeten laten bestaan.
De studentenorganisaties vinden de bama-voorstellen belangrijkgenoeg om actie voor te voeren. Maar dan wel 'op termijn'. Want, zegt ISO-voorzitter Zondag: 'Dat is niet echt meer van deze tijd. De straat op gaan is een actiemiddel om zuinig op te zijn.'
Joosse biedt de minister nog een kleine opening: 'Van ons mag de stelselwijziging best doorgaan, maar dan zonder collegegelddifferentiatie en selectie', zegt ze. 'En er moet extra geld komen zodat er echt iets verbeterd voor studenten. Want daar komt nu natuurlijk niets van terecht. Je schiet er niets mee op door alleen maar bordjes te verhangen. Daar stijg je heus niet van op de internationale ranglijsten, wat Hermans zo graag wil.'