'Universiteit meer als bedrijf te besturen'

| Redactie

Universiteiten moeten beter bijhouden hoeveel tijd wetenschappers besteden aan onderwijs, onderzoek en bestuursactiviteiten. Volgens Rob Bannink, scheidend hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Tilburg, kunnen bestuurders nog veel meer managementinstrumenten goed gebruiken die afkomstig zijn uit het bedrijfsleven.

Bannink is een van die hoogleraren die bij hun afscheidsoratie een wijze les meegeven aan hun instelling. Daarbij koos de bedrijfseconoom afgelopen vorige week weliswaar de eigen instelling als voorbeeld, maar de analyse is moeiteloos op andere universiteiten te projecteren.

Bannink stelde dat universiteiten veel meer instrumenten voor 'management accounting' - in het Nederlands 'interne verslaggeving' - moeten gebruiken. Als voorbeeld koos hij de 'Balanced Scorecard' die begin jaren negentig werd ontwikkeld door de Amerikanen Robert S. Kaplan en David P. Norton.

Belangrijk in het model dat Bannink vrijdag uitwerkte was de systematische en gezamenlijke uitwerking van 'strategische doelen' van een universiteit. Dat is goed voor de beslissingen van bestuurders, maar het komt in een organisatie met weinig hiërarchie ook de betrokkenheid, arbeidsvreugde en inzet van de mensen 'op de werkvloer' ten goede.

Bannink koos het laatste strategisch plan van de KUB als uitgangspunt. Dat leverde twee bruikbare doelstellingen op: 'internationaal vooraanstaand onderzoek en onderwijs op een kwalitatief hoog niveau' en 'behoud van het bijzondere karakter in de relatie tussen wetenschap en levensbeschouwing'. Vooral het eerste element zal geen enkele andere universiteit vreemd in de oren klinken.

Een belangrijke conclusie van bedrijfseconoom Bannink is dat managementinstrumenten uit het bedrijfsleven ook bruikbaar zijn in niet-winstgerichte organisaties als de universiteit. De scheidend hoogleraar gaf daarom in zijn college voorbeelden van niet-financiële aspecten die onder de loep kunnen worden genomen.

Bannink gaat daarbij veel verder dan de bekende studierendementen en ranglijstjes van het aantal keren dat een boek of artikel van een onderzoeker wordt geciteerd door een collega. Hij onderstreept de waarde van onderzoek naar de tevredenheid van personeel. Om overbelasting te voorkomen moet de verdeling van de werklast worden bijgehouden. Hetzelfde geldt voor de mate van afhankelijkheid van een of enkele goede wetenschappers. Zelfs het tellen van aantallen sollicitanten en congresuitnodigingen acht Bannink nuttig.

De meest opvallende aanbeveling is echter het bijhouden van de tijdsbesteding. Bannink is zich ervan bewust dat veel vrijgevochtenacademici dit zien als verregaande beperking van de academische vrijheid. Maar, aldus de hoogleraar: 'deze aanslag is niet zozeer gericht op de academische vrijheid als wel op de academische vrijblijvendheid.'

'De balanced scorecard als instrument in het bestuur van een universiteit', afscheidscollege prof.dr. R. Bannink (9 november, Katholieke Universiteit Brabant).

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.