Is de vertrouwenscrisis voorbij?
Van Vught: 'In die zin, dat die al voor een groot deel achter ons ligt. Ik heb altijd gezegd dat er geen sprake was van een bestuurscrisis. Wel van een vertrouwenscrisis, althans tot vorige week. We hebben er toen inderdaad met z'n allen aan getwijfeld of er nog wel vertrouwen genoeg was om verder te gaan. We hebben tegen elkaar gezegd: dit is niet in het belang van de universiteit. Het opbouwen van vertrouwen gaat stapje voor stapje. Er wordt van alle kanten inzet gevraagd, over en weer. Je moet er ook niet te zwaarmoedig naar kijken.'
Vervolgt: 'Er is wat verwarring ontstaan bij allerlei lieden. Er doen allerlei financiële interpretaties de ronde vanuit de U-raad en de vakbonden. Daardoor is het totaal wat in de mist geraakt.'
Barbas: 'Het is een complexe boodschap.'
Van Vught: 'De commotie van nu grijpt terug op de prestaties van deze universiteit medio jaren negentig. Die vielen tegen. Om die op te krikken heeft het college van bestuur gezorgd voor een financiele injectie van 60 miljoen. Bestemd voor HRM, speerpuntonderzoek, major-minor. Daarnaast speelt het vastgoedprobleem. Dat zijn verschillende zaken. De mensen hebben daar vrees ik, niet het goede beeld bij gekregen.'
Komen we zometeen op. Collegelid Hans Roosendaal zegt dat de pers die ontslagen allemaal verzint. Alsof het CvB part noch deel heeft aan de ontstane onrust. De onrust gaat over massa-ontslagen en nu lijkt het allemaal wel mee te vallen.
Van Vught: 'Die massa-ontslagen...dat komt omdat met name het UT-Nieuws dat zo heeft opgeschreven. Dat hebben jullie bedacht, niet wij. En daarom zijn nu een heleboel mensen ongerust over hun baan. Door dat stuk in het UT-nieuws. Maar wij hebben het niet gezegd, laat staan dat het in 'Berenschot' staat. Wij hebben gezegd,naar aanleiding van het rapport Berenschot, waar ook wij kritiek op hebben (maar dit terzijde): wij willen met z'n allen bekijken hoe we jaarlijks aan die 35 miljoen kunnen komen. Dat is het verhaal.'
UT-nieuws heeft het gedaan!
Van Vught: 'Nee, maar ik constateer alleen dat er geen formele mededeling van het CvB ooit is gedaan over ontslagen. Alleen dat we ze niet uitsluiten. We hebben wel gezegd dat we met natuurlijk verloop misschien een heel eind komen. Het is een beetje te hard hollen met die ontslagen. Dat heeft een heleboel commotie binnen de instelling en daarbuiten teweeg gebracht. En dat is jammer. We
hebben dit aan allerlei gremia in het openbaar uitgelegd, maar het is niet goed opgepakt. Nogmaals, we hebben nooit aantallen genoemd. We sluiten ze niet uit, maar zeker geen 300 want dat is wel heel erg veel.'
Barbas: 'Waar het eigenlijk veel meer om draait is de begroting van 2002. Het gaat om een tekort van 6 miljoen, dat is 3 procent van de totale begroting. Dat is geen groot bedrag. De commotie is te verklaren door de effecten van de verdeling. Een faculteit die een jaar of vijf geleden slecht gepresteerd heeft met z'n instroom krijgt nu minder geld. Dat doet veel pijn, maar het is niet anders.'
Een faculteit die slecht heeft gepresteerd krijgt dus minder geld en kan daardoor wellicht steeds minder laten zien. Dan gaat de spiraal wel erg omlaag.
Barbas: 'Daar zit een stuk spanning ja. We gaan toe naar een ander model. Maar het dat betekent niet dat we meer geld krijgen.'
Van Vught: 'Er zijn faculteiten die hun instroom drastisch hebben zien teruglopen.'
Hoe gaat het college daar mee om?
Barbas: 'We praten met de faculteiten over een facultaire herindeling. Dat is bestuurlijk en financieel noodzakelijk. Het bestaande verdelingssysteem werkt niet helemaal goed in deze situatie. Of misschien wel helemaal niet. Dit model is een heel automatisch iets. Je stopt er een begingetal in en dan rekent de computer het verder uit. Dat gaan we dus anders doen. Maar let op: er is niet meer te verdelen dan er te verdelen is. Een nieuw model in 2003 kan pas goed funktioneren als bekend is hoe de herindeling van faculteiten eruitziet.'
Van Vught: 'We realiseren ons dat al die vraagstukken veel van de mensen vragen. Maar, hoe langer we wachten, hoe drastischer er moet worden ingegrepen. We moeten een keer door deze zure appel heen. De kwestie van de facultaire herindeling duurt al jaren. We willen dat het een keer goed gaat lopen. Natuurlijk willen we wiskunde, onderwijskunde, chemische techologie en technische natuurkunde behouden, om een paar voorbeelden te noemen. Maar we moeten het met z'n allen zó inrichten dat we niet steeds weer stuiten op dat verdelingsvraagstuk.'
Barbas: 'Die zes miljoen, dat is het acute probleem, maar dat kunnen we opvangen. Dan komt er een veel groter probleem, dat is de bouw. Het is aan de stuurgroep om voorstellen te doen hoe we de UT met structureel aanzienlijk minder geld aan het draaien kunnen houden'.
Van Vught: 'Het zou mooi zijn als we voor de lustrumviering eind november weer helemaal op één lijn zitten met z'n allen. Ik verwacht dat de contouren van een nieuw UT-concept begin volgend jaar zichtbaar zijn.'
Barbas: 'Dat zal inhoudelijk niet gemakkelijk zijn.'
Van Vught: 'Dat zijn moeilijke discussies.....'
Barbas: '...die we met elkaar moeten voeren...'
Van Vught: 'Er is helemaal geen sprake van dat de UT in een financiële noodsituatie verkeert. Maar we hebben wel het onroerendgoedprobleem. De prestaties in onderwijs en onderwijs trekken weer aan. De pot is niet verteerd, we hebben de laatste jaren juist slim geïnvesteerd in mensen en middelen. Daardoor zijn we bezig uit het dal te klimmen.
Legt uit: 'De UT kreeg in '96 1042 en in '97 1069 nieuwe studenten. Na mijn aantreden kwam er een stijging. Van 1123, 1182, 1263 naar 1288. We gaan dus omhoog in onze instroom. Qua marktaandeel ook. We worden relatief gezien een steeds grotere universiteit. Maar, en hier komt het probleem, van de lage instroom van een paar jaar gelden krijgen we nu de rekening gepresenteerd. Minder diploma's, minder geld van de minister. We zitten nu op het dieptepunt, veroorzaakt door die lage instroom destijds. In de jaren na '97 zijn we met honderden studenten gestegen, mede door allerlei nieuwe opleidingen. Dat betekent weer meer geld van het rijk, op termijn, maar je moet er nu even op wachten.'
'Wat het onderzoek betreft: het aantal promoties bedroeg in 1999 95, in 1998 nog 129, en in '97 142. We worden ook op promoties afgerekend. Dat zie je nu in de bekostiging terugkomen. Minder geld. De promoties trekken nu weer aan.
'Tel je alles bij elkaar op dan hebben we dus een aantal jaren mindere prestaties geleverd en krijgen we nu dus ook minder geld (van het rijk). Dat verklaart voor een belangrijk deel het tekort voor 2002. Maar wij zijn optimistisch. We hebben met allerlei beleid geprobeerd om de neergang op te krikken en dat lukt. De UT wordt dus weer rijker de komende jaren. Je kunt zeggen dat we met die zestig miljoen, onttrokken aan de liquiditeit van de UT, ervoor hebben gezorgd dat het aantal promoties is gestegen, HRM-beleid is gevoerd (o.a. maatregelen tegen de vergrijzing. red.) en geïnvesteerd is in major-minor. Dat laatste maakt dat de overstap naar het bachelor-master model gemakkelijk is te maken. Dat noem ik de meerwaarde ervan. Wat dat betreft liggen we voor op andere universiteiten.'
Barbas: 'Daarbij, is er de laatste jaren fors geïnvesteerd in de gebouwen BB en WB. Dat, en die zestig miljoen verklaart de terugval in de liquiditeitspositie van de universiteit, van een kleine 100 miljoen naar ongeveer 30 miljoen nu. Daardoor zijn er nu ook minderrentebaten.'
Van Vught: 'Maar met die 60 miljoen hebben we, zoals gezegd, de prestatiecurve weer omhoog gebracht. Dat geld is de faculteiten en instituten ingegaan. Maar, let wel, het ging en gaat om een incidentele bijdrage, die binnenkort afloopt. Wij zijn een beetje bang dat faculteiten daarmee structureel zijn omgegaan.'
Barbas: 'We denken dat mensen uit die fondsen zijn betaald in plaats van uit de reguliere middelen. De faculteiten moeten dus nu een andere financieringsbron voor ze zien te vinden.'
Dus het college heeft geen gat in de hand en het geld is de laátste jaren niet over de balk gegooid, zoals in bepaalde media wordt gesuggereerd.
Barbas: 'Kijk naar het verhaal eronder. Het tegendeel is waar, die zestig miljoen was erop gericht om de tegenvallende prestaties op te vangen. Dat leidt er toe dat we straks weer op een hoger prestatieniveau zitten.'
Van Vught: 'Zonder die injectie van zestig miljoen had het er nog veel slechter uitgezien. Er is dus veel geld uitgegeven om de problemen op te lossen. Wij zijn de universiteit met het grootste vastgoedprobleem. Dat is gewoon pech. Daarom hebben we Berenschot en daarom gaan we lenen'.
In de nabije toekomst zal de UT het hoe dan ook met minder mensen moeten gaan doen. Met gelijkblijvende taken neemt de toch al hoge werkdruk dan toch alleen maar toe?
Barbas: 'Op veel plekken houden de mensen elkaar bezig. Wat bij het CvB bovenstaat is de vereenvoudiging van processen. Het gaat vaak om om knullige dingen zoals de route die een factuur moet afleggen voordat 'ie op de goede plek komt. Of een brief: langs wie gaat die allemaal wel niet? Dan heb ik het over bureaucratie, ja. Het zal een hele tijd geleden zijn dat de zaken goed op een rijtje zijn gezet. Iedereen controleert hier elkaar, zo ongeveer. Dan maar een controle minder. Wie is verantwoordelijk voor wat, daar gaat het om. Er moet een efficiencyslag gehaald kunnen worden. Dat gaat op termijn ook in de werkdruk schelen. Daar gaat Berenschot over. De totale financiële discipline moet optimaal gaan lopen. Dat is nu niet het geval. We staan voor keuzes, wat wel, wat niet.'
Van Vught en Barbas:...zonder die zestig miljoen had het er somberder uitgezien...