(zie ook artikel elders in het UT-nieuws)
De aangekondigde sluiting van het Medisch Centrum laat zien waar in tijden van bezuinigingen de prioriteiten liggen. Niet bij studentenzorg en ook niet bij de campusgedachte. Anderzijds zijn artsen die geen winst maken geen normale zaak.
Doktoren op de campus: in 1964, toen de THT net zo zelfvoorzienend wilde zijn als een woonwijk, golden ze als een verworvenheid waarmee de jonge instelling zich wilde onderscheiden van de andere universiteiten. De campus was een zelfstandige gemeenschap en die heeft recht op zorg. Dus kwamen er huisartsen, tandartsen en psychologen. Uniek in Nederland.
37 Jaar later moet de universiteit 35 miljoen bezuinigen. Hoewel de artsen vakinhoudelijk naar ieders tevredenheid functioneren, renderen hun praktijken niet. Het Medisch Centrum kost de UT op jaarbasis tweeënhalve ton. Het unieke karakter heeft zich inmiddels tegen de artsen gekeerd, medische zorg aan boord van een universiteit heet nu 'achterhaald'. Immers: geen enkele andere universiteit in Nederland houdt er doktoren op na.
En dus, zo werd de campusartsen deze week door DiSC-directeur Jan Melief meegedeeld, moet de tent dicht. Niet per direct, want juridisch noch moreel gezien kan de UT zomaar 3800 nieuwe patiënten over Enschede uitstorten. In de gemeente heerst namelijk een ernstig huisartsentekort. Daarom krijgt de medische stand aldaar een half jaar de tijd om te anticiperen op de te verwachten aanwas. Diezelfde tijd geeft de UT haar artsen en hun patiënten om elders hun heil te zoeken.
De stemming in het Medisch Centrum is terneergeslagen. Huisarts Agaath Cornel-Muysken: 'Ik ben erg teleurgesteld. Het werken met studenten vind ik ontzettend inspirerend. Het is een vak apart met een specifieke problematiek. Het Medisch Centrum heeft in de loop der jaren veel expertise opgebouwd. Die wordt zomaar over boord gegooid. Dat is nadelig voor onze patiënten, over wie ik me dan ook zorgen maak. Waar en hoe komen ze terecht?'
Maar ook nadelig voor de universitaire gemeenschap, aldus het rapport van onderzoeksbureau Deltaforum (zie ook voorpagina). Volgens de consultant levert het laagdrempelige Medisch Centrum een flinke bijdrage aan het snel verhelpen van lichamelijke en psychosociale klachten bij studenten. Dit verkleint de studieuitval. Bovendien zijn de doktoren gemotiveerd en bereid tot veranderingen.
Deltaforum beveelt een aantal verbeterpunten op korte en lange termijn aan. Ze noemt onder meer het instellen van een 'betrokken, duidelijk en deskundig management', een 'redesign van de financiële en administratieve procedures', alsmede het terugdringen van het aantal huisartsen en doktersassistentes. Het aantal patiënten per campusarts, 1603, is relatief laag. De landelijke norm bedraagt 2350 patiënten per arts.
Maar de UT ziet het niet meer zitten met het Medisch Centrum. DiSC-directeur Jan Melief: 'In de huidige vorm niet. Een tandartsen- en huisartsenpraktijk waar zoveel geld bij moet, dat is niet normaal. Een gezonde praktijk van deze omvang, komt uit met drie ton. Het Medisch Centrum heeft vijf ton nodig. Om de tekorten terug te dringen, moet op managementniveau heel veel veranderen. Daar hebben we de expertise niet voor in huis. Bedenk ook dat DiSC in totaal 1,8 miljoen moet bezuinigen.'
'Maar elke huisarts die zich zelfstandig op de campus wil vestigen, isnatuurlijk welkom', aldus Melief. 'In het Medisch Centrum zit momenteel een zelfstandige tandarts, Henk Huizinga, die het prima redt.' Maar ook Huizinga is niet blij met het aangezegde ontslag van zijn collega's. Zijn praktijk heeft profijt van de aanzuigende werking van het collectief.
Ernstiger is het gesteld met sportfysiotherapeut René Polman. 'Mijn praktijk behandelt met name sportblessures en rsi-patiënten. Mijn collega en ik zijn voor 85 procent afhankelijk van doorverwijzingen van de campusartsen. Als die wegvallen, kunnen we wel opdoeken. En een tekort aan fysiotherapeuten is er in Enschede allerminst. In 1992 heeft de universiteit gevraagd of ik hier naar toe wilde komen. En nu dit. Ik zit mooi met de gebakken peren.'
Het Medisch Centrum op de UT