Het onderzoek werd in 2006 door de promovendi Maryana Escalante Marun en Erhan Bat uitgevoerd. Alexander le Febre, voorzitter van het Promovendi Netwerk Twente (P-NUT): `Aanleiding was dat wij signalen opvingen over problemen waar internationale aio's mee kampen. Zoals de problematiek rondom het verkrijgen van visa en vergunningen. P-NUT wilde wel eens weten of het indianenverhalen betrof of dat er een kern van waarheid in zat.'
Van de circa vierhonderd internationale promovendi reageerden 112 mensen op de door P-NUT samengestelde enquête. `Allereerst: niet iedereen is ontevreden over promoveren aan de UT', zegt Le Febre. `Er blijken gewoon veel onderlinge verschillen te zijn. En die ontstaan vooral door de begeleiding, voor en na aankomst op de campus. In tachtig procent van de gevallen speelt de leerstoelsecretaresse hierin een belangrijke rol. Als zij de begeleiding op zich neemt, zijn de promovendi tevreden. Een compliment aan haar kant dus.' De mensen die niet zo goed worden opgevangen, missen algemene informatie. Volgens Le Febre is het opvallend dat er wél een website met informatie bestaat voor masterstudenten, maar niet voor internationale promovendi. `Daar wordt nu aan gewerkt.'
Gebrek aan kennis van de Nederlandse taal wordt gezien als het grootste probleem, zo bleek uit het onderzoek. Meer dan 95% wil graag beter Nederlands leren en meer dan 80% zou wel Nederlandse les willen volgen. `Helaas krijgen veel promovendi geen cursus omdat de leerstoel dit niet wil financieren en moeten zij bovendien de cursus in hun vrije tijd volgen.' Le Febre noemt het een opmerkelijke uitkomst: `Je zou verwachten dat mensen het liefst Engels willen praten. Maar als je voor langere periode in een land woont, wil je blijkbaar toch de taal leren spreken.'
Het college van bestuur heeft inmiddels toegezegd de cursussen Nederlands voor aio's te willen financieren. `Wij hopen dat de leerstoelhouders dit signaal oppikken en begrip tonen voor het feit dat hun medewerkers, vaak onder werktijd, een talencursus willen volgen.'
Andere belangrijke uitkomst van het onderzoek is dat er veel onduidelijkheid bestaat over de vergunningenprocedures, wat leidt tot frustraties. Verder ontstaan er ook snel problemen in het geval een promovendus zijn of haar partner mee naar Nederland wil nemen. Le Febre: `Als een partner van buiten de EU afkomstig is, kan het soms wel een half jaar duren voordat vergunningen rond zijn. Als hij of zij eenmaal in Nederland is, ontstaat het probleem van zinvolle tijdsbesteding. Het volgen van een universitaire opleiding voor iemand van buiten de EU kost al snel 8000 euro. Dat is veel te hoog voor het salaris van een aio.'
Naar aanleiding van de uitkomsten zocht P-NUT contact met het CvB, PA&O en het International Office. Hoewel PA&O verantwoordelijk is voor de zorg voor internationale werknemers, blijft dit volgens P-NUT vooral beperkt tot het regelen van vergunningen. Le Febre vindt daarom dat er één duidelijke website zou moeten komen waarop de buitenlandse promovendi terechtkunnen voor betrouwbare informatie over procedures en hun komst en verblijf op de campus. `Verder zou het goed zijn als partners tegen gereduceerd collegegeldtarief op de UT kunnen studeren.'