Wetenschappelijk nachtwerk op de A35

| Redactie

Overheden stellen steeds strengere eisen aan bouwbedrijven. Voor ondernemers die zich bezighouden met de aanleg van wegen betekent dat onder andere dat ze steeds langer garant moeten staan voor de kwaliteit van het wegdek. Dat verplicht de nog altijd op sterk ambachtelijke wijze werkende bedrijfstak tot een verregaande professionalisering. Seirgei Miller, promovendus bij CTW, doet onderzoek naar de mogelijkheden.

Eind april liet Rijkswaterstaat drie grote bouwbedrijven - BAM, Dura Vermeer en Heijmans - een drietal proefvakken op de A35 bij Hengelo voorzien van een nieuwe laag asfalt. Een ideale gelegenheid voor de UT-wetenschappers om data te verzamelen over de manier waarop de wegenbouwers hun werk doen. Uit eerder onderzoek was al bekend dat hun werkmethodes voornamelijk berusten op tradities en gewoonten. Of, in de woorden van Miller, zijn gebaseerd op ambachtelijkheid. Nieuwe technologieën worden over het algemeen zonder enthousiasme begroet. Zelfs als teams al over hoogstaande technologische snufjes beschikken wordt er amper gebruik van gemaakt. Miller: `The guys don't know how to use it. Er bestaat een kloof en die moeten we kleiner maken door eenvoudiger techniek en betere opleidingen.'

Miller en zijn collega's meetten de oppervlaktetemperatuur van het vers gelegde asfalt en verrichtten metingen in het asfalt zelf. Eén van de belangrijkste vragen: wanneer is het juiste moment om het net gelegde asfalt te walsen? Miller: `Als dat te vroeg gebeurt, dus als het asfalt nog te heet is, treedt deformatie op. Doe je het te laat, dan is het asfalt koud en heeft walsen geen enkel effect meer. We moeten daarom weten wat dat window in time and temperature is, want de dichtheid is van grote invloed op de bestendigheid van een weg.' Een mobiel weerstation hield ter plekke de weerscondities bij, want ook die zijn van invloed.

`Maar we wilden ook zien hoe de wegenbouwers van BAM on site werken', legt Miller uit. `Professionaliseren is erg belangrijk, maar voor je die weg inslaat, is het van belang dat je weet hoe het nu gebeurt. We moeten, met andere woorden, de impliciete kennis expliciet maken.'

Het team voorzag daarom alle machines, twee walsen en een asfalteermachine, van GPS-ontvangers die de bewegingen van die voertuigen constant registreerden, tot op de centimeter nauwkeurig. In de toekomst zou je met behulp van dat soort systemen het perfecte `walsmoment' kunnen vaststellen. Maar, dat zou voor veel bouwers veel te duur zijn: de aanschaf van de betreffende GPS-apparatuur loopt in de tonnen. En als een bedrijf dan meerdere asfalteerteams aan het werk heeft, zijn de kosten vaak niet op te brengen. `Om die reden hebben we samen met het Hengelose bedrijf Mic-O-Data zelf een goedkoper systeem, het kost driehonderd euro, ontwikkeld en geproduceerd. Dat is alleen niet zo nauwkeurig als dat dure, high end ­systeem. Die techniek moeten we dus nog verder ontwikkelen.'

Door de `ongelooflijke hoeveelheid data' die het team in twee nachten verzamelde om te analyseren, denkt Miller uiteindelijk de manier waarop de wegenbouwers werken, te kunnen verbeteren. `Dan is de crux: hoe krijgen we iedereen mee? Technologie aan mensen opleggen, werkt niet. We moeten ze dus duidelijk maken dat technologie geen bedreiging is, maar een nuttig hulpmiddel.'

Kader: Terugkeer naar Afrika staat `redelijk vast'

Seirgei Miller (43) komt uit Kaapstad, Zuid-Afrika en promoveert op de UT onder begeleiding van hoogleraar André Dorée van de vakgroep Bouw / Infra. Hij werkte lang voor een bouwbedrijf alvorens een betrekking aan The Cape Peninsula University of Technology in Kaapstad hem noopte zijn kwalificaties te upgraden. Hij begon in 1998 aan de master transport engineering aan de TU Delft en keerde in 2000 terug naar Zuid-Afrika. Toen hij een paar jaar geleden hoorde over het onderzoeksprogramma van Dorée, was zijn interesse gewekt. Gemakkelijk was de beslissing niet, om met vrouw en zoon naar Nederland te gaan voor een promotie. `We hadden beiden een goede baan en om dan op je tweeënveertigste nog eens aio te worden met veel minder material benefit dan je in Zuid-Afrika gewend was, is dat een moeilijke beslissing, nee, a huge decision.' Maar, de balans opmakend kan hij toch niet anders dan tevreden zijn. Zijn zoon doet het prima op school en heeft het hier naar zijn zin en hijzelf is laaiend enthousiast over de `stimulerende werkomgeving'. Voor zijn vrouw was de overgang groter, maar ook zij heeft inmiddels haar weg gevonden. `Voor Kyle, mijn zoon, zal het zelfs moeilijk zijn als we over drie jaar weer teruggaan naar Zuid-Afrika, denk ik.' Want de terugkeer naar Afrika staat redelijk vast. `Ja, daar is behoefte aan expertise. Economisch gaat het vrij goed, maar er is een tekort aan goed opgeleide mensen. Er zijn daar bovendien nog loads of challenges.'

Seirgei Miller
Seirgei Miller
(Foto: Gijs van Ouwerkerk)

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.