Waar Van Luijk vooral over valt is de zogenaamde dynamisering, die onder het regiem van Plasterk werd bedacht. De minister wil 100 miljoen euro van de vaste universitaire onderzoeksfinanciering veranderen in een flexibele subsidie waar de universiteiten -in concurrentie met elkaar- naar kunnen dingen. Dus een deel van die 100 miljoen stroomt wel terug, maar komt veelal terecht bij een kleine excellente onderzoeksgroep. `Dat is leuk voor hen, maar rampzalig voor de universiteit.' Die komt dus, net als de andere universiteiten, geld te kort. In het geval van Delft 18 miljoen, aldus Van Luijk. `Op de overhead kunnen we niet bezuinigen, dat hebben we net gedaan. Dus moeten we het geld weghalen bij onze grote onderzoekslabs. Terwijl die de ruggengraat vormen van ons onderzoek en bedrijven die er gebruik van maken.' Het is een probleem waar ook Twente en Eindhoven (samen 15 miljoen) mee te maken gaan krijgen.
Ook de vijftig miljoen die de 3TU-federatie is toegekend om excellente hoogleraren aan te trekken komt in het interview ter sprake. `We krijgen vijf jaar lang 10 miljoen per jaar. Als je aan de andere kant 33 miljoen per jaar weghaalt bij de TU's, is dat lastig te managen kan ik je verzekeren.' De scheidende voorzitter vindt wel dat er in federatieverband best wel wat is gebeurd. `Maar dat is niet heel zichtbaar. In het onderwijs hebben we gemeenschappelijke masters gecreëerd, voor het onderzoek hebben we vijf centres of excellence opgericht, waar we 25 nieuwe hoogleraren voor moesten zoeken. Dat hebben we nu voor tachtig procent rond.'
`Maar ja, verzucht Van Luijk vervolgens, `de samenwerking gaat niet gemakkelijk. We zijn veertig jaar lang elkaars concurrent geweest, onze mensen hebben een grote affiniteit met de eigen universiteit. Dan gaat het niet echt hard. We moeten werken langs banen van zachte persuasion.
En, vraagt dan de verslaggever, is de TU Delft met zijn zonnewagen of de Superbus van Wubbo Ockels nog wel serieus bezig? Van Luijk: `Wat Wubbo heeft gedaan is ongetwijfeld heel waardevol. Hij weet de jeugd te enthousiasmeren voor techniek. Zo'n superbus is (ook letterlijk, red.) een vehikel om te laten zien wat hier aan nieuwe technologie wordt ontwikkeld. Het is een belangrijk onderdeel van onze strategie om niet alleen te publiceren in wetenschappelijke tijdschriften maar ook om te laten zien wat onze bijdrage is aan het dagelijks leven.' Die benadering heeft de TU Delft geen windeieren gelegd, laat Van Luijk doorschemeren. `Onze studenteninstroom is in vijf jaar met 45 procent gestegen. Dat is meer dan in Twente en Eindhoven.'
 |
| De drie CvB-voorzitters samen op reis in de VS, juni 2007. Rechts Hans van Luijk. |
