Wederom staan er maar twee Nederlandse universiteiten in de top honderd van de beruchte Shanghai-ranglijst van beste onderzoeksinstellingen: Utrecht en Leiden. Ze zakken allebei vijf plaatsen.
Eenzaam boven aan de lijst staat de Amerikaanse Harvard University. De andere universiteiten komen volgens deze ranking nauwelijks in de buurt. De beste Europese concurrenten zijn nog altijd Cambridge (nummer vier) en Oxford (nummer tien).
Utrecht staat nu op plaats 47 en Leiden op 76. Binnen Europa nemen ze de negende en drieëntwintigste positie in.
Utrecht blijkt voornamelijk de Nederlandse ‘klassementswinnaar’: goed in de breedte. De universiteit piekt in de fysica en wiskunde, maar moet op de andere gebieden Nederlandse concurrenten voor zich dulden.
De UT en Delft steken boven Utrecht uit in de ranglijst van engineering & ict. Wageningen doet het beter in de levenswetenschappen & landbouw. Op het gebied van de geneeskunde moet Utrecht zelfs vier andere Nederlandse universiteiten voor laten gaan: de Universiteit Leiden, de Universiteit van Amsterdam, de Erasmus Universiteit en de Vrije Universiteit. En op de lijst van de sociale wetenschappen komt Utrecht helemaal niet voor, terwijl de UvA, de Erasmus Universiteit, de VU en de Universiteit Maastricht in de top honderd staan.
Er is altijd veel kritiek op de ranglijsten. Door de criteria zouden sommige instellingen in het voordeel zijn. Zo tellen Nobelprijzen en Fields Medals van alumni mee. Ook wegen Engelstalige publicaties zwaar, wat bijvoorbeeld in landen als Frankrijk en Italië een nadeel is. Een maand geleden pleitte een groep Franse politici voor een Europese tegenhanger van de ranglijst die de Shanghai Jiao Tong Universiteit jaarlijks maakt.
HOP, Bas Belleman
