'Grote deals zijn het spannendst'

| Redactie

Hij is net dertig jaar, werkt in de vastgoedindustrie, mag zichzelf national retail director noemen, geeft leiding aan veertig man en rijdt in een auto van de zaak mét privéchauffeur. In Nederland haast ondenkbaar op die leeftijd, maar in Vietnam niet. Daar werkt oud-UT-student technische bedrijfskunde Rik Mekkelholt voor de Franse multinational Groupe Casino. Zijn core business: het managen van winkelcentra en supermarkten door het hele land. UT-Nieuwsverslaggever Sandra Pool, zelf op vakantie in deze regio, zocht `em op.

De ontmoeting vindt plaats in Pham Ngu Lao, hét backpackersgebied van Ho Chi Minh City. Kenmerkend voor deze buurt zijn de vele hotels, guesthouses en horeca-etablissementen. Voor vijftien dollar per nacht (nog geen tien euro) boek je er een twin bedroom voor twee personen. Betalen kan, naast de eigen Vietnamese Dong, met Amerikaanse dollars. Ook met euro's kun je er goed terecht.

Het oude Saigon is het voorportaal van de Mekong Delta, een rivierengebied dat door de omliggende rijstvelden dé voedselbank van de natie is. Ook biedt het water, dat eruit ziet als koffie met melk, kansen voor levendige vishandel. Floating houses en floating markets karakteriseren het uitgestrekte watergebied. In de grote stad zijn het de vele, kleine winkeltjes en mobiele keukens die het stadsbeeld bepalen. Dampende kookpotten vind je op elke hoek van de straat, want eten is voor Vietnamezen een echte buitenactiviteit. In de bedompte hitte en vuile smog werken ze in hun typische `squat-houding' ondefinieerbare goedjes en grutjes naar binnen. Niet geschikt voor de westerse maag.

Gelukkig weet UT-alumnus Rik, gekleed in T-shirt, korte broek en slippers, een `supergoed' eettentje dat er in elk geval al frisser uitziet dan de straatkeukens. `In de ruim vijf jaar dat ik in Vietnam woon, heb ik hooguit drie keer zelf een maaltijd bereid. Ik ben niet zo'n ster in de keuken en het is hier allemaal zo goedkoop én lekker!'

Zoals de meeste Vietnamese hotels en eetgelegenheden wordt ook deze toko gerund door vrouwen. Ze vormen 52 procent van de nationale werkende klasse, maar echte hoge functies bekleden ze - op enkelen na - nog niet. `Vrouwen zijn harde werkers', vertelt Rik. `De mannen moet je echt aansporen. Het werk gebeurt wel, maar je moet ze er telkens aan herinneren, anders `vergeten' ze het. En weet je wat ook anders is? Vietnamezen doen tijdens het werk een middagslaapje. Bij mij op kantoor gaat in de lunchpauze het toetsenbord aan de kant en het hoofd op het bureau. Een half uurtje later schieten ze weer wakker en gaan ze verder met hun werk. Dat zie je trouwens overal. In de winkels, op scooters, in restaurants. Ze kunnen echt op elke plek slapen en doen dat ook.'

Gemiddeld verdient een Vietnamees per jaar duizend dollar (630 euro). Rik: `Dat is erg laag, maar in de steden liggen de inkomsten veel hoger. Een lokale manager kan rekenen op zo'n achthonderd dollar (500 euro), per maand. Daar kan-ie prima van rondkomen. De meeste expats zoals ik krijgen een westers loon.' Rik vertelt dat de meeste mannelijke arbeiders in het weekend slechts een deel van hun loon mee mogen meenemen naar de kroeg. `Het volledige loonzakje gaat eerst rechtstreeks naar de vrouw des huizes. Die geeft haar man dan wat mee. En drinken, dat kunnen ze,' verzekert Rik. Een biertje kost naar westerse begrippen bijna niks. Op de menukaart in het restaurant staat één dollar (0,70 eurocent) voor een flesje Tiger. `En in de lokale biertoko's is het nóg goedkoper!'

Vrouwen beheren dus de financiën, maar verder bepaalt voornamelijk de man wat er gebeurt. Rik: `Dat zie je overal. Als de man vraagt: wat wil je, antwoordt de vrouw standaard: wat jij wil.' Rik wuift met zijn hand. Niets voor hem dus. Zijn eigen vriendin komt uit Singapore. `Ook een vrij traditioneel land. Samenwonen kennen ze niet en is not done.' Lacht: `Maar gelukkig heb ik prima schoonouders, dus dat komt wel goed.'

De rode curry met kip en rijst komt op tafel. Mekkelholt bestelt in het Vietnamees nog een biertje. `In mijn dagelijkse leven red ik mij prima met de taal. Ik heb lessen gevolgd, maar ben gestopt omdat het heel veel tijd vergt en ik graag nog andere dingen wil doen naast mijn werk zoals sporten. Sommige collega's beheersen voor 85 procent de taal. Wel gaaf hoor! Maar ze hebben er veel voor opgegeven. Uiteraard plukken ze daar nu de vruchten van.'

Behalve de taal moest Rik wennen aan de geluidsoverlast van onder meer de vele scooters in de stad en het onophoudelijke getoeter. `Op de scooter is het uitkijken geblazen. Ik heb het vaak mis zien gaan. Gemiddeld gebeuren er in deze stad veertig ongelukken per dag met dodelijke afloop. Sinds december is het dragen van een helm verplicht en mogen er nog `maar' twee mensen op het voertuig. Althans officieel.'

De Vietnamees lapt die regels aan zijn laars. Nog steeds zitten hele gezinnen inclusief baby gewoon achter elkaar op een scooter. `Ook de smog is niet gezond, hoor. Ik heb wel zo'n mondkapje maar ik gebruik `em te weinig. Als je hier tien jaar zonder kapje rondrijdt, is dat funest voor je longen.' Vooral de Vietnamese dames zijn trouwe dragers van het stukje stof voor de mond. Ook hebben ze op de scooter hoedjes op en lange handschoenen en sokken aan. `Een zo wit mogelijke huid is hier de mode. Ze willen niet bruin worden. Dat zien zij als een teken van armoede, want het verwijst naar het werk op de rijstvelden.'

Een nieuw fenomeen waar Rik dag in dag uit mee te maken heeft is het continu onderhandelen. `Dat gebeurt altijd en overal. Iedereen doet het en het is volstrekt normaal. Het komt door hun ondernemersgeest. Zo'n 85 procent van de bevolking runt een eigen bedrijf. Ze zijn bijna allemaal zelfstandig. Maar zit je in een onderhandeling en je hebt geen interesse, zegt dan nooit definitief nee. Dat is ongebruikelijk. Hou altijd de deur op een kier.'

Als national retail director heeft Rik een topsalaris. `Teruggaan naar Nederland is daardoor nauwelijks nog een optie. Ik ben dertig jaar en ik krijg in Nederland echt niet de verantwoordelijkheid die ik nu heb. En zeker niet het bijbehorende salaris.' Over hoeveel dat is, laat de carrièremaker zich niet uit. `Belangrijker is dat Azië juist nu goede baanmogelijkheden biedt voor een jonge academicus met een ondernemerswil én een bepaalde bescheidenheid en respect naar de lokale bevolking. De mogelijkheden om je hier te profileren zijn zeker aanwezig, maar je moet je wel bewijzen. Net zoals dat ook in Nederland van je verwacht wordt. `En het leven hier is goedkoop,' lacht hij. `De huur van mijn nieuwe huis - ik ben druk aan het verhuizen - komt wel overeen met Nederlandse prijzen. Maar een blikje cola kost in dit restaurant nog geen zeventig eurocent.'

De TBK-alumnus kwam in 2003 voor een afstudeeropdracht in Ho Chi Mihn City terecht. Na zijn afstuderen vroeg het bedrijf hem terug voor een korte opdracht. `Die kans heb ik met beide handen aangegrepen omdat de Nederlandse arbeidsmarkt toen erg slecht was.' Eenmaal daar kwam hij terecht bij CB Richard Ellis, een Amerikaans beursgenoteerde vastgoed multinational met wereldwijd 25 duizend werknemers. Na 3,5 jaar stapte Rik over naar Groupe Casino. In Vietnam en Thailand beter bekend onder de naam BigC. Het is een Franse multinational actief in `retail', met wereldwijd meer dan tweehonderdduizend mensen in dienst en goed voor een jaarlijkse omzet van 35 miljard euro. `In Nederland zijn we eigenaar van de supermarkt Super de Boer.'

Riks core business is het runnen van supermarkten en winkelcentra. Hij is lid van het acht personen tellende executive managementteam. Als national retail director is hij samen met zijn veertig personen tellende managementteam verantwoordelijk voor zeven winkelcentra door heel Vietnam. `Dat betekent dus veel reizen. We willen de komende jaren groeien naar zo'n dertig locaties. Als ik doe wat er van me verwacht wordt, dan zit ik erg goed', glimlacht hij trots.

Rik houdt zich bezig met verschillende aspecten: het selecteren van de bouwplek, het kopen of huren van die grond, de indeling van de winkelcentra: waar komt wat? Plus zaken als verhuur en huurprijs. `Je bent dus continu in gesprek met je collega's van acquisitie, landeigenaren en potentiële huurders. Ik rapporteer direct aan de chief executive officer Vietnam. Het bedrijf heeft in dit land momenteel 2 500 mensen in dienst. Dat zal snel groeien zodra de nieuwe centra open gaan. Het spannendste vind ik het sluiten van grote deals. Er is zo veel geld meegemoeid. En om met die verantwoordelijkheid geconfronteerd te worden op je dertigste is best aardig!'

Dat het om harde pegels gaat blijkt wel uit de grondprijs in HCMC. `Deze tafel waar we nu aan zitten, is ongeveer één vierkante meter. Wil je de onderliggende grond kopen dan kost je dat zo'n twintigduizend dollar, een dikke twaalfduizend euro. Naar verwachting zal de prijs alleen maar toenemen, vooral in de Commercial Business District locaties van Ho Chi Mihn City.'

Ook het toerisme is volgens Rik booming. `Vergeleken met vijf jaar geleden toen ik hier net kwam lopen er veel meer vakantiegangers en zakenmensen door de straten. Over twee jaar verwacht men het dubbele van de nu 4,8 miljoen bezoekers per jaar. Je ziet ook overal in de steden bouwkranen en het vliegveld van HCMC is onlangs uitgebreid met het oog op de groeiende toestroom.' Die komt voornamelijk uit andere Aziatische landen, zoals China, Singapore en Korea.'

Mekkelholt blijft voorlopig nog wel een paar jaar in Vietnam. `Al heb ik in Singapore een appartement gekocht, maar dat verhuur ik momenteel. Ik kijk later wel wat ik ermee ga doen.' Rik excuseert zich. `Ik moet nog een paar verhuisdozen inpakken. Én morgen weer werken.' Dan rijdt er een auto van de zaak met chauffeur voor. `Ik verzin het ook niet, maar zo gaat het hier als je een carrièrestap maakt.'

Rik Mekkelholt. Foto: Kim Jurgens
Rik Mekkelholt. Foto: Kim Jurgens

Vietnam in 1975 weer één land

Het was de communistische partij die onder leiding van Ho Chi Minh de meeste weerstand bood tegen de Franse koloniale bezetting die al in 1883 begon. Zijn strijders - de Viet Minh - bevrijdden het land pas in 1954 van de Fransen na de slag bij Dien Bien Phoe. Tot aan de verkiezingen, twee jaar later, werd Vietnam tijdelijk opgedeeld in noord en zuid. Maar toen de anticommunistische en katholieke leider Ngo Dinh Diem in Zuid-Vietnam deze nieuwe verkiezingen weigerde, werd de aanvankelijke tijdelijke grens een definitieve scheiding tussen de twee landsdelen, de zogenaamde demarcatielijn. Rond 1960 startte vanuit het noorden een gewapend verzet tegen Diem, uitgevoerd door het National Liberation Front (NLF), beter bekend als de communistische guerrillabeweging Viet Cong.

In 1965 zonden de Verenigde Staten de eerste troepen (`militaire adviseurs') naar Vietnam ter ondersteuning van Diem. Ook Zuid-Korea, Australië, Thailand en Nieuw Zeeland stuurden soldaten. De grillige strijd die het zuiden tegen het communisme leverde, kreeg in 1968, veertig jaar geleden, de genadeslag. Terwijl heel Vietnam nieuwjaar vierde, lanceerde de Viet Cong een verrassingsaanval. Dit Tet Offensief was het keerpunt van de oorlog. Steeds meer Amerikanen vonden de strijd zinloos en hamerden op vredesonderhandelingen. In 1973 kwam er een staakt het vuren. Twee jaar later werd in Parijs de vrede getekend en gaf het oude Saigon zich over. Daarmee werd Vietnam weer één land.

Vlak boven de demarcatielijn die Vietnam van 1954 tot 1976 in tweeën deelde, ligt het ondergrondse dorp Vinh Moc dat ongeschonden uit de oorlog is gekomen. Het tunnelstelsel is te bezichtigen en ligt in de aanvankelijk gedemilitariseerde zone. Uiteindelijk werd dit het gebied waar de meeste strijd is geleverd tijdens de American War, zoals de Vietnamezen de oorlog noemen. Vandaag de dag kampen de huidige bewoners in deze streek nog steeds met de naweeën van de oorlog. Gevreesd was de Agent Orange - de codenaam voor het gebruik van chemische middelen die de VS inzetten om de jungle te ontbladeren en de vijand te vinden. Als gevolg van Agent Orange worden vandaag de dag nog steeds kinderen met ernstige misvormingen geboren.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.