Het toezicht op de brandveiligheid aan de TU Delft schiet tekort. Dat concludeert het Instituut voor veiligheids- en risicomanagement (COT) in een onderzoek over de grote brand in de Delftse faculteit bouwkunde op 13 mei 2008.
Nog altijd is onduidelijk wie toezicht houdt op de brandveiligheid aan de TU Delft, vindt het COT. Regelmatige inspecties van de brandweer ontbreken. In de periode voor de brand kreeg de brandweer te weinig informatie van de universiteit. Zelfs tijdens de brand waren er communicatieproblemen tussen de verschillende hulpverleners. Brandweerlieden hadden bovendien eerder uit het gebouw moeten worden teruggetrokken, omdat hun veiligheid op het spel stond.
Overigens heeft het COT niet alleen kritiek: de crisisbeheersing verliep over het algemeen goed, het gebouw was snel ontruimd en de universiteit reageerde met “grote veerkracht”, door bijvoorbeeld onderwijs te geven in tenten.
Na de brand werd bekend dat de universiteit geen vergunning had voor gebruik van het bouwkundegebouw. Het COT wijt dit aan gebrek aan daadkracht bij zowel universiteit als gemeente. Maar als aan alle vergunningseisen was voldaan zou de brand niet minder desastreus zijn verlopen, stelt zij. De TU Delft doet intern onderzoek naar de vraag in hoeverre zij de universiteit de wet- en regelgeving naleefde.
Onderzoek van beveiligingsbedrijf Interseco, dat eveneens gisteren werd gepresenteerd, bevestigt dat een geknapte waterleiding de aanleiding was voor de brand. Water belandde in een koffiezetautomaat, waarin kortsluiting ontstond. Inmiddels was echter de druk van de leidingen gehaald, zodat blussen niet direct mogelijk was en de brand vrij spel kreeg.
Het COT-rapport op zijn beurt bevestigt eerdere mediaberichten dat een student al een uur voor de brand uitbrak, melding had gemaakt van een “vreemde lucht” bij het koffiezetautomaat. Ook nadat de brandweer was gealarmeerd, ging er van alles mis: de brandweercommandant kwam te laat vanwege een openstaande brug, door werkzaamheden was het voor de brandweer moeilijk om snel bij het bouwkundegebouw te zijn en er was te weinig bluswater.
HOP, Ana van Es
