Vandaag is het je laatste werkdag, over twee weken je officiële afscheid. Hoe voelt dat?
`Heerlijk. Eindelijk tijd voor andere dingen.'
Zoals?
`Nou, dan kom ik weer aan lezen toe. En aan reizen. Mijn vrouw en ik hebben al de halve wereld rondgezworven. Nu is het tijd voor de andere helft. En verder verdiep ik me nogal in het weer. Niks is zo leuk als het weer, geweldig. Je zou me een weeramateur kunnen noemen, ja.'
Een soort Piet Paulusma?
`Nee, dat vind ik maar niks.'
Dan toch maar liever blonde Helga van RTL4?
`Eh, Helga geeft het nationale weerbericht en daar ben ik het vaak niet helemaal mee eens. We zitten hier in het oosten. Dan zeg ik tegen m'n vrouw: let op, ze zit er weer naast, en jahoor dan loopt zo'n lagedrukgebied honderd kilometer uit de voorspelde koers. Maar toegegeven, Helga is een leuke verschijning, dat zal ik niet ontkennen.'
Dan weer serieus. `Deze baan', zegt hij, `kost veel vrije tijd. Het werk is vrijdag niet af, nee gaat gewoon in het weekend door. Het is een continu proces, het gaat altijd om geld. Daar draait deze tent nou eenmaal op. De werklast is UT-breed enorm toegenomen. Dat merken wij hier ook. Als ik voor mijn eigen dienst spreek: de planning- en controlcyclus vraagt van mijn mensen het hele jaar door een enorme krachtsinspanning. Dit kan zo niet langer doorgaan. De capaciteit van de dienst is niet meegegroeid met het werk dat van ons wordt gevraagd. We werken nu met man en macht aan de mutaties in het verdeelmodel. De ene wijziging volgt de andere op. Het CvB wil van alles en nog wat, het is altijd zinvol, laat ik daar helder in zijn. Er is dus altijd veel werk aan de winkel. Maar het moet allemaal wel eind mei klaar zijn. En dat geeft voortdurend stress.'
Hier klinkt een noodsignaal van een vertrekkende concerndirecteur.
`Ik probeer alleen aan te geven dat de grens is bereikt.'
Het gaat anders weer aardig goed met de UT-schatkist.
`Absoluut. De geconsolideerde balans over 2008 laat een eigen vermogen zien van 171 miljoen euro. En of dat nou voor een belangrijk deel bij de faculteiten zit en wat minder bij de UT centraal, dat maakt mij als financiële man niet uit. Ik kijk altijd naar het totaal. Dat bedrag is hoger dan ooit, de situatie is gezond.'
Alhoewel: `Op zich is dit een heel comfortabele situatie, maar let op: misschien is zo'n overschot toch niet zo'n goed teken. Het duidt er immers ook op dat we met z'n allen niet in staat zijn om meer geld dan nu uit te geven. Het mag wel een onsje meer. Veel vacatures worden kennelijk nog steeds niet vervuld.'
Wat is je bijgebleven in die ruim twintig jaar?
Klomp vertelt dat hij liever vooruit kijkt dan te blijven hangen in het verleden. `Er zijn van die mensen die allerlei gebeurtenissen nog precies weten, met datum en al. Dat interesseert me niet. Maar de Grote Brand in 2002 (waarbij Cubicus voor een groot deel in de as werd gelegd, red.), ja dat gaf heel veel werk. Daarna konden we als universiteit met het verzekeringsgeld dat, ik mag wel zeggen optimaal, beschikbaar kwam nieuwe wegen inslaan. Tja, en verder het afsluiten van de lening van 165 miljoen in 2004. Daarmee legden we de basis voor de vastgoedontwikkeling van de UT voor de toekomst (zie kader).'
Hilco Klomp kwam in 1988 naar de UT, als opvolger van het toenmalige hoofd FEZ Harry Fekkers, die naar Maastricht vertrok. Klomp, destijds begin veertig, had zijn sporen verdiend als controller/ adjunctdirecteur bij een bedrijf in textielveredeling in Eibergen. `In die tijd had de UT geld zat, al werd dat gaandeweg minder. In feite vormde die luxe geen uitdaging. Doe mij maar de spanning wanneer er van alle kanten meer geld wordt gevraagd dan er beschikbaar is. Daar houden wij financiële mensen van.'
Vanaf 1988 had je verschillende bazen, namelijk de opeenvolgende portefeuillehouders financiën in het college van bestuur. Laten we het rijtje maar eens langs lopen.
Klomp noemt het stuk voor stuk markante tijdvakken. `Al die bazen zorgden voor de broodnodige variatie. Ik had steeds weer het gevoel dat ik aan een nieuwe baan begon.'
Zijn rol is steeds vooral adviserend. Over zijn ene baas is hij wat enthousiaster dan de andere, zo blijkt. `Frits Schutte. Dat was een hele goeie vent, een bekwame bestuurder ook. Kon ik het goed mee vinden. Daarna kwam Arie van der Hek (de oud-politicus, die als voorzitter zelf de financiën deed, red.). Voor hem telde maar één belang en dat was zijn eigen belang. Meer wil ik er niet over kwijt. Ja, en toen kwam Hugo Barbas (die slechts een jaar werkzaam was op die post, red.). Dat was denk ik in 2001, aan de vooravond van de UT-bestuurscrisis. Het ging toen niet zo goed met de financiën, er moest zwaar bezuinigd worden, tientallen ontslagen dreigden. Ik weet nog dat Hugo zei: er moet niet gesneden worden tot op het bot, maar diep in het bot. Het was voor hem allemaal te veel van het goede. Daarom stapte hij ook al snel weer op. Ik deelde de sombere visie van Barbas niet. Onder zijn opvolger Willem te Beest bleek dat ik het gelijk aan mijn zijde had: de UT kon het aantal ontslagen beperkt houden tot ik meen een stuk of vijftien. Willem te Beest? Dat was een uitstekend bestuurder, inhoudelijk sterk, sympatiek ook. Je kon er vreselijk mee lachen. Willem vertrok naar Leiden. Ik heb toen in deze krant gezegd: ik gun het hem van harte maar voor de UT is het klote!' Dit najaar zal het vier jaar geleden zijn dat Kees van Ast zijn intrede deed. Kees? Die is veel flegmatieker, meer beschouwend. Een stille diplomaat, die in de loop der jaren toch veel heeft bereikt. Ik kon heel goed met hem samenwerken.'
En hoe was je zelf als baas?
`Nou, in de eerste plaats heb je een goed financieel inzicht nodig. Je moet precies weten wat er binnen de UT speelt. Financiën is een vak. Ik ben iemand die de mensen veel vrijheid geeft. Ontplooiing en creatief denken vind ik heel belangrijk. Ik ben daar nooit in teleurgesteld. We hebben intern altijd wel stevig gepraat over de voors en tegens van bepaalde financiële maatregelen. Dat leverde regelmatig argumenten op, op basis waarvan ik mijn mening moest herzien, prima. Als ik toch iemand mag noemen waar ik erg veel aan gehad heb al die jaren? Gerard Werger, mijn tweede man.'
Klomp noemt de UT een prima universiteit. Hij prijst de Route14-plannen, waarin ruimte is om het onderwijs een facelift te geven. `Over de kwaliteit van het onderzoek hoeven we ons geen zorgen te maken, maar het onderwijs verdient een inhaalslag. Ik denk ook dat we die tienduizend studenten vlotjes gaan halen.' De vaste waarde `de ondernemende universiteit' mag van hem zo de prullenmand in. `Direct afschaffen. Al dat geneuzel. Ik voel wel voor `university of technology', dat is iets anders dan techniek. De UT moet wel met veel meer branie en elan grote, spraakmakende activiteiten richting toekomstige studenten etaleren. Als een derde deel van Nederland nog nooit van de UT heeft gehoord, is er iets mis. Dan moet het roer om.' In dat licht ziet hij uit naar de grote brandingsoperatie die de UT van nieuwe glans moet voorzien. `Zo'n nieuw logo met al die toeters en bellen? Ik vind het geweldig. Het toont aan dat je een nieuwe weg wilt inslaan.'
Zijn er in zijn UT-loopbaan dan geen schaduwzijden te ontdekken? Klomp: `Eigenlijk niet. Ik heb een leuke tijd gehad. Maar weet je wat ik nooit begrepen heb? Die kanteling (het concentreren van al het UT-onderzoek in zes instituten, red.)! Dat vergt nog steeds een hoop overleg tussen de wetenschappelijk directeuren en de faculteiten. Er is organisatorisch en bestuurlijk altijd wel wat. We zijn de enige universiteit in Nederland die dat zo heeft geregeld. Als het zo'n goed model is waarom zijn andere instellingen dan niet op dat idee gekomen?'
![]() |
(Foto: Gijs van Ouwerkerk) |
Hilco Klomp neemt woensdag 13 mei met een receptie in de Faculty Club (16.00 uur) afscheid van de UT.