![]() |
Andries Groenink voor het gebouw waar hij zijn UT-loopbaan begon. (Foto: Arjan Reef) |
De betrokken UT'er, die (zaal)voetbalde, de Batavierenrace vele malen liep en het volleybalteam soms versterkte, neemt in november afscheid van de UT. `Ik ben een rasechte Enschedeër en ik stam nog uit de tijd waarin het gebruikelijk was dat je na je vervolgopleiding, hup, aan het werk ging. Doorleren doe je maar in de avonduren, luidde het credo. Ik was 17, had net de ULO afgerond en solliciteerde bij de toenmalige Technische Hogeschool Twente en de Technische Unie. Het waren de jaren zestig, de textiel lag op zijn kont. Je koos voor zekerheid.' Die vond Groenink bij de THT. Als technisch apparatenkeurder ging hij aan de slag bij Chemische Technologie. `En 's avonds volgde ik de MTS. Drie avonden in de week zat ik in de schoolbanken. Ik haalde schitterende cijfers, maar had al vrij snel door dat ik zo technisch was als een bos wortelen. Dat werd dus niet wat.'
De boekhoudopleiding die volgde, viel beter in de smaak. `Ik heb echt gevoel voor cijfers, ontdekte ik.' Groenink schoof door naar de inventarisadministratie en na zijn militaire diensttijd werd hij inkoopmedewerker bij CT. `De universiteit was een jonge organisatie. Er waren voldoende banen en je kon groeien in je functie. Bovendien was er geld zat. Ik herinner me nog goed de aanschaf van een nieuw chemisch apparaat à 45 duizend gulden. Dat vroeg je face-to-face aan bij de directeur. Die keurde de aankoop goed, waarop de betreffende wetenschapper er nog eentje bestelde. Voor de zekerheid. Ook daar werd niet moeilijk over gedaan. Het was de tijd. De financiële administratie was een ondergeschoven kindje.'
Zijn mooiste jaren begonnen met de komst van de oud-wethouder van de gemeente Enschede (en oud-UT-student) Harry Fekkers. `Hij werd midden jaren tachtig hoofd van de afdeling Financiële Economische Zaken en stelde orde op zaken.' De UT nam daartoe het besluit de financiële administratie in nauw overleg met de decentrale eenheden verder te automatiseren. `Harry kwam op het goede moment in mijn leven. Bij inkoop zat ik op een dood spoor. Ik werd verantwoordelijk voor de uitvoering van de financiële administratie binnen CT. Mijn huidige collega Ferdinand Damhuis kwam daar al snel bij.'
Groenink vertelt dat binnen een half jaar een budgetverdeelmodel werd ontwikkeld waarbij baten en lasten integraal aan de leerstoelen werden toegekend. `Daarvoor kregen de leerstoelen slechts een krediet voor materiaalkosten en reis- en verblijfskosten toegewezen. Het nieuwe financiële systeem hield het binnen CT en later ook binnen TNW zo'n twintig jaar vol. We werkten zeer pragmatisch. De lijnen waren kort met het toenmalige bestuur en de faculteitsraad. Besluiten werden snel genomen. De trekkers Dik Bargeman en later Boudewijn Nieuwenhuijse als onderzoeksdecanen en Rien van de Graaf als directeur bedrijfsvoering waren kanjers van kerels. We keken niet op een uurtje. Het werk ging in de weekenden gewoon door. Je kreeg het gevoel dat er iets nieuws van de grond kwam en je zat samen in de boot. Dat creëert een enorm wij-gevoel.'
Groenink herinnert zich ook de (zaal)voetbalcompetities, de drukbezochte sport- en speldagen, de Batavierenrace. `Medewerkers, studenten, professoren, leidinggevenden, iedereen deed mee! Een fanatiek potje voetbal werkt goed als ijsbreker en onder de douche bespreek je van alles en nog wat. We haalden gein uit met elkaar. Een leuke tijd. De universiteit is nu veel groter en je merkt dat zaken helaas wat stroever gaan. Maar ik fiets nog altijd fluitend naar mijn werk én ga eveneens fluitend terug.'
Begin jaren negentig wordt Groenink hoofd financiën CT en krijgt hij de leiding over zes mensen. `Na de clustering van de faculteiten zes jaar geleden, verhuisden we naar onze huidige werkplek in de Hogekamp. We kregen steeds meer werk en groeiden naar een team van vijftien man. Het is een hele hechte groep die keihard werkt, een stuk betrokkenheid toont en zeker geen negen-tot-vijfmentaliteit bezit. Ik zal ze straks zeker missen!'
Over de werkzaamheden zegt hij kritisch: `De vele nota's en beleidsstukken frustreren ons. We moeten er zoveel produceren en lezen. Het lijkt wel of de UT lijdt aan organisatiefundamentalisme in plaats van dat ze vlijtig beslissingen neemt. Dat stoort. Ik ben meer het type Excel in plaats van Word en hou van cijfers en tabellen. Al die geschreven stukken getuigen in mijn ogen van weinig pragmatisme.'
Op donderdag 26 november neemt Groenink met een receptie afscheid. Hij kan vervroegd uittreden. De financiële dienst wordt opnieuw ingedeeld. Het zal zijn laatste klus zijn. `De Financiële Dienst en Control voegen we samen. Drie teamleiders met aan het hoofd Christy Oude Veldhuis als controller gaan de zaak runnen. Wat ik ze wil meegeven? Blijf bij jezelf en houd contact met je omgeving. Probeer te inventariseren wat de klant wil en denk vanuit die dienstverlening creatief mee, al heeft creativiteit ook zijn grenzen.'