De EU ziet graag dat er meer onderzoekers in andere landen gaan werken. Deze ‘brain circulation’ wordt nog vaak belemmerd door verschillen in pensioenrechten. Om de drempel lager te maken, denkt de EU na over een Europees pensioenfonds.
In opdracht van de Europese Commissie wordt een haalbaarheidsstudie uitgevoerd. De resultaten daarvan worden in april 2010 verwacht. “Nederland zal zich bij een positieve uitkomst actief inzetten voor het realiseren van een pan-Europees pensioenfonds”, schrijft minister Plasterk vandaag aan de Kamer.
Op dit moment lijken de pensioenstelsels in Europa weinig op elkaar. Zo zijn er behoorlijke verschillen in de hoogte van de uitkering en de belastingregels. Wat het nog complexer maakt is dat je in sommige landen voor je eigen pensioen betaalt en in andere landen voor het pensioen van oudere generaties. En dan zijn er ook nog verschillen in de verhouding tussen het staatspensioen (zoals de AOW) en het via de werkgever opgebouwde pensioen.
Dat leidt tot allerlei praktische problemen, zowel voor Nederlandse onderzoekers met internationale carrières als voor buitenlandse onderzoekers die naar Nederland komen. Bij het meenemen van pensioenrechten naar het buitenland rijst de vraag wie de verschillen in de financiering voor zijn rekening neemt: de oude werkgever (dan wel het land van herkomst), de nieuwe werkgever (dan wel het land van aankomst) of de werknemer. Het Europese pensioenfonds moet deze problemen ondervangen.
HOP, Jochem Lybaart