![]() |
Aart van Apeldoorn in het kweeklab van Tissue Regeneration. (Foto: Arjan Reef) |
`Mensen met diabetes type-1 hebben dit vaak al vanaf hun kindertijd. Zij maken geen insuline aan om hun bloedsuikergehalte op peil te houden', legt onderzoeker Aart van Apeldoorn uit. Hij werkt als projectleider in de vakgroep Tissue Regeneration van instituut mira. `Ze moeten constant prikken om hun glucosespiegel te meten en opletten wat ze eten. Er zijn oplossingen, zoals het dragen van een insulinepompje of het spuiten van insuline. Die pompjes werken niet optimaal en sommige patiënten moeten wel twintig keer per dag insuline gebruiken. En dan nog lopen ze op lange termijn kans op nierschade, blindheid en in ernstige gevallen zelfs onderbeenamputaties.'
Nederland telt zo'n zeventigduizend diabetes type-1 patiënten. Type-2 komt veel vaker voor (ongeveer tien keer zoveel), vooral bij ouderen en mensen met overgewicht. Zij maken vaak te weinig insuline aan. Het lichaam kan daar niet voldoende op reageren. De type-1-groep kan worden geholpen met een transplantatie van de insulineproducerende eilandjes van Langerhans. Een gezond lichaam telt ongeveer een miljoen van deze groepjes cellen. `De behandeling valt mee. Er wordt gebruik gemaakt van een donoralvleesklier', legt Van Apeldoorn uit. `De eilandjes van Langerhans worden geïsoleerd en via een buisje ingebracht in de lever. Dat is niet de ideale plek, want daar komen ze niet vandaan en de lever heeft een filterfunctie in het lichaam, waardoor er juist daar een verhoogde afweer aanwezig is.'
Tachtig procent van de eilandjes van Langerhans overleeft een transplantatie niet. Daarom zijn er op dit moment drie donoren per transplantatie nodig en dan nog is succes niet gegarandeerd. Van Apeldoorn: `Sommige patiënten leven vijf jaar insulinevrij, anderen gedeeltelijk en sommigen hebben helemaal geen baat bij de transplantatie. Maar patiënten zijn al blij als ze de helft minder hoeven te spuiten. Dat heeft enorm veel invloed op hun levenskwaliteit.'
Er lijkt een alternatief te zijn: de eilandjes aanbrengen op een kunstmatig dragermateriaal en dat op een andere plek in het lichaam inbrengen. Voor het onderzoek hiernaar kwam onlangs elf miljoen euro vrij, waarvan zeven miljoen van de overheid, een miljoen van het Diabetesfonds en drie miljoen van commerciële partners in het project. Van dat geld kunnen vijf aio's aan de slag in het Leids Universitair Medisch Centrum en ook de vakgroep Tissue Regeneration kan vijf promovendi aanstellen. Twee andere promovendi komen in Groningen te zitten. Die universiteit heeft ook een kleine rol in het onderzoeksproject.
`We willen het aantal donoren dat nodig is voor een transplantatie terugbrengen naar één', vertelt Van Apeldoorn. Hij laat een stukje rubberachtig materiaal (polymeer) zien van ongeveer een vierkante centimeter. Het is dun, doorzichtig, flexibel en doet dienst als een kunstmatige alvleesklier. In het plaatje zitten een soort kommetjes waaraan de eilandjes van Langerhans zich hechten. `Met deze drager kunnen we een muis genezen van diabetes', weet Van Apeldoorn, al moet hij dat nog in de praktijk testen. Met opzet wordt gebruik gemaakt van een dragermateriaal dat voor andere toepassingen al in de kliniek wordt gebruikt. `Anders zouden we eerst moeten bewijzen dat het veilig is en dat het door het lichaam wordt opgenomen. Dat maakt het proces langer.'
Voor mensen verwacht Van Apeldoorn een drager van tien bij vijftien centimeter nodig te hebben. Die hoeft niet in de alvleesklier of de lever ingebracht te worden. Insuline moet in het bloed worden opgenomen. `We zoeken dus een plek waar veel bloedvaten zitten, bijvoorbeeld in het buikvet of bij spiergroepen. Het moet in ieder geval ook gemakkelijk toegankelijk zijn voor een chirurg om te kunnen implanteren.'
Een groter dragermateriaal maken - dat geschikt is voor mensen - levert volgens de onderzoeker weinig problemen op. `De uitdaging is om al die eilandjes te laten hechten aan het materiaal. Als je het omkeert, moeten ze er niet uitvallen.'
Een andere uitdaging is van heel andere aard. ‘We willen ook zelf eilandjes van Langerhans opkweken’, vertelt Van Apeldoorn. ‘Dat lukt nu nog niet, maar het zou ideaal zijn als we uit stamcellen en de insulineproducerende β-cellen uit de alvleesklier eilandjes van Langerhans kunnen kweken. Dan kun je met één donoralvleesklier in de toekomst misschien wel vier patiënten helpen.’
Komende maand begint in Enschede de eerste promovendus die wordt aangesteld met de overheidssubsidie. De totale looptijd van het project bedraagt zes à zeven jaar. Van Apeldoorn: ‘We streven er naar dan een voor de kliniek geschikte oplossing klaar te hebben van deze transplantatietechnologie.’ Voordat de eerste patiënt op die manier genezen wordt, ben je zo nog een aantal jaren verder. Je moet een aantal klinische trials doen en je hebt proefpersonen nodig. De onderzoeker verwacht dat patiënten met diabetes type-1 hiervoor in de rij zullen staan. ‘Deze mensen zijn allemaal op zoek naar alternatieven, ze grijpen elke kans aan om hun kwaliteit van leven te verbeteren.’