Photo by: Arjan Reef
De Pakkerij

'Audentiaan ben je voor het leven’

| Rense Kuipers , Jelle Posthuma

Hoe leer je een gezelligheidsvereniging kennen tijdens een pandemie? U-Today maakte eerder een serie over de Pakkerij, het thuishonk van vier van de grotere studentenverenigingen: Audentis, Taste, AEGEE en Alpha. Speciaal voor de huidige eerstejaars publiceert U-Today de verhalen opnieuw, zodat ook zij kennis kunnen maken met het Enschedese studentenleven. Te beginnen bij Audentis et Virtutis.

De pakkerijverenigingen

In 2017 publiceerde U-Today een vierluik over de Pakkerijverenigingen: Audentis, Taste, AEGEE en Alpha. Voor de serie interviewden we bestuursleden over de mores, tradities en kenmerken van de verschillende verenigingen. De interviews schetsen een beeld van het Enschedese verenigingsleven, en wie weet, misschien helpt het jou (als eerstejaarsstudent) bij het zoeken naar een geschikte vereniging. Want daar zijn alle bestuursleden het over eens: een lidmaatschap verrijkt je studentenleven.  

'Voor hij die durft en moedig is.’ Dat is Audentis et Virtutis. De leus past volgens Alexander Laan en Josefien Tiel Groenestege bij de typische Audentiaan, ook al bestaat die in hun ogen niet. Daar zijn de honderden leden veel te verschillend voor. Wat ze wel kenmerkt? Volgens Laan is een lid van Audentis niet wars van een ‘gezonde hoeveelheid bravoure’. Hij is ondernemend en toont dat ook. Een Audentiaan is sociaal en absoluut niet op zijn mondje gevallen.

Zo ook niet Laan en Tiel Groenestege, respectievelijk Nuntius Senatus (externe betrekkingen) en Ab Actis (secretaris). ‘Eigenlijk zijn we als vereniging knorren (geen leden van een corps, red.), want we zijn niet aangesloten bij de landelijke Algemene Senaten Vergadering’, vertelt Laan. Het verhaal gaat overigens dat een eerder bestuur heeft geprobeerd om lid te worden. Naar verluidt zou de jonge Enschedese vereniging een vrachtwagen vol luiers toegestuurd hebben gekregen als antwoord, met de boodschap: veel te jong. ‘Wij staan los van de corpora en hebben banden met zusterverenigingen in Eindhoven en Maastricht’, aldus Laan.

De senaat (in 2017, red.), XXII: v.l.n.r.: Stijn Pruijssers (Quaestor I), Josefien Tiel Groenestege (Ab Actis I), Nicolas van de Kar (Quaestor II), Amy Smulders (Ab Actis II), Mike van den Heuvel (Praeses), Alexander Laan (Nuntius Senatus) 

Dorpscultuur

De gezelligheidsvereniging lijkt niet meer weg te denken uit de Enschedese binnenstad. Zo prijkt de iconische stier niet alleen op een vaandel aan het Pakkerij-pand, maar ook in studentencafé ’t Gat in de Markt en in studieruimte De Bul. Die stier kenmerkt de durf en de moed van Audentianen. Al wonen ze vooral in de stad, toch heerst er onder de leden een dorpscultuur. ‘Dat typeert Audentis’, vertelt Laan. ‘Het is écht ons-kent-ons. Ik durf wel te zeggen dat ik iedereen in ieder geval van naam of gezicht ken. Je ziet elkaar op de kroeg, in de supermarkt, in de studieruimte… We komen elkaar vaak genoeg tegen en we zijn kleinschalig genoeg om iedereen te leren kennen.’

Zelf hadden de beide bestuursleden bij hun komst naar Twente al snel door dat ze goed bij Audentis zouden passen. ‘Als je hier als achttienjarige komt, komt er veel op je af’, vertelt Tiel Groenestege. ‘Voor iedereen die het studentenleven instapt, kan het overweldigend zijn. Maar als je durft en ervoor openstaat, zou in principe iedereen een klik kunnen hebben met onze vereniging. Wie zich wil mengen in onze cultuur, wordt met open armen ontvangen en haalt er een onvergetelijke ervaring uit.’

Zelf twijfelt ze dan ook geen moment met het antwoord op de vraag wat de vereniging haar tot nu toe heeft gebracht. ‘Oh, zó ontzettend veel! Niet alleen de vriendschappen, maar ook zelfontwikkeling, discipline, zelfstandigheid. We dagen elkaar op een bepaalde manier uit om het beste uit onszelf te halen.’

Feiten en cijfers

  • Naam vereniging: DSCC/DJCR ‘Audentis et Virtutis’.
  • Opgericht: Officieel in 1981. Dat is het jaar dat een van de fusieverenigingen (Cheiron) opgericht werd. Het voluit genoemde Drienerloos Studenten Corps Cheiron (DSCC) en Drienerloos Jaarclub Convent Rossinant (DJCR) fuseerden in 1996. Cheiron bestond sinds 1981 en Rossinant sinds 1985.
  • Aantal leden: ruim 450 (in 2017, red.).
  • Sociëteit: T.R.A.M. (Tempus Ruit Amicitia Manet, oftewel ‘Tijd verglijdt, vriendschap blijft’), op de bovenste twee verdiepingen.

Gezond Twents

De bestuursleden kunnen er niet omheen dat Audentis de vereniging in Enschede is met de meest corporale trekjes. ‘In onze ogen zijn we de meest traditionele vereniging’, stelt Laan. ‘We houden het meeste vast aan tradities en klassieke normen en waarden die bij een studentenvereniging horen. Maar echte heilige voorschriften hebben we niet, zeker niet vergeleken met verenigingen die al een paar eeuwen bestaan. Daar staan we hier wat terughoudender – misschien wel wat nuchterder – in. Gezond Twents, laten we maar zeggen.’

Dat er fabels de wereld in worden geholpen, frustreert de beide bestuursleden. Laan: ‘Ja, er gaan indianenverhalen rond over onze vereniging. Dat begint al bij de Kick-In, als een doegroepouder die niets met Audentis te maken heeft de kiddo’s meeneemt in z’n eigen vooroordelen. En daarmee ook die onzin in leven houdt. Er leven misvattingen, dat zeker. Geruchten dat hamsters vermoord worden en dat je als eerstejaars al het bier moet betalen. Je reinste bullshit.’

‘Hamsters vermoorden? Je reinste bullshit!’

Mystiek

Voor de buitenwereld is het grootste mysterie misschien wel de ontgroeningsperiode. Hierover, of de ‘kennismakingstijd’ zoals Audentis het bewust noemt, doen ook al de wildste geruchten de ronde. ‘Maar wat er precies gebeurt, daarover gaan we natuurlijk niet uitweiden’, stelt Tiel Groenestege. ‘Het gaat om de mystiek van de kennismakingstijd. Iets dat je samen meemaakt en dat een hechte band creëert. Je kunt niet de poorten openzetten voor iedereen. Je moet er wat voor over hebben. Ik vond het ook spannend in het begin, maar dan op een goede manier. Je weet dat je zo’n avontuur samen met anderen aangaat. Nu, achteraf, zou ik écht niet anders meegemaakt willen hebben.’

Dat het niet overal even jofel is, weten de beide senaatsleden ook. Zo werd bijvoorbeeld de mishandeling tijdens een ontgroening van het Groningse Vindicat landelijk nieuws. ‘Incidenten zoals in Groningen zouden bij ons niet kunnen,’ stellen Laan en Tiel Groenestege. ‘Er is geen fysiek contact. Daarom staan wij als bestuur volledig achter de kennismakingstijd. Elk jaar evalueren we, maar we hebben dit jaar niets veranderd aan het programma.’ Ook de disputen van Audentis ontgroenen, maar daar bemoeit de senaat zich niet mee. Volgens Laan en Tiel Groenestege verlopen deze zogeheten trajecten veilig. De ontgroening van Laans dispuut, Tranquillum, was vooral ludiek. ‘Ik moest een week lang samen met andere aspirant-leden op een bank zitten, in de binnenstad. Het gaat uiteindelijk om de legendarische verhalen, de bindende factor. Iedereen binnen ons dispuut heeft hier wel ervaring mee.’

Cnødde City Tour 2015

‘Geen gevoos op de soos’

Zo gaat het uiteindelijk: spelenderwijs, maar soms hardhandig, de mores en tradities van de vereniging leren en uitdragen, op de kroeg. ‘Je kunt het zien als een veredelde speeltuin’, legt Tiel Groenestege uit. ‘Je hebt de ongeschreven basisregels: niet met je rug naar de tap staan, horloges zijn niet toegestaan (“gezelligheid kent geen tijd”), niet intiem doen (“geen gevoos op de soos”), eerstejaars aan de korte kant van de omegavormige bar en het oudste dispuut krijgt als eerste bier, tenzij andere disputen daar een stokje voor steken. Audentis is zeker hiërarchisch, maar je moet zo’n kroegavond meer zien als komedie. Daarbij, die hiërarchie bereidt je voor op het leven na je studie. Op die manier leer je je eigen plekje te vinden én je grenzen aan te geven. Het vormt je.’

‘Op de kroeg kun je stieren: ouwehoeren, rondspringen en elkaar uitdagen. De vloer is lava, dat soort ongein. Er wordt heen-en-weer gestierd’, vervolgt Tiel Groenestege. Laan haakt in: ‘We hebben een keer een heuse apenrots gebouwd, waarop je eerst een verhaal moest houden voordat je de kroeg op mocht. Toen heeft een lid een verhaal van tweeënhalf uur over koffie gehouden. Moest iedereen luisteren. Punt is: tijdens kroegavonden nemen we elkaar in de zeik.’

De Pakkerij

De Pakkerij is gevestigd aan de Oude Markt in het centrum van Enschede. Het gebouw dankt zijn naam aan de tijd dat textielfabrikant Van Heek het pand gebruikte als pakhuis. Ook Polaroid had er een tijd een kantoorruimte.

Toen in 1992 de van Delft afkomstige Ben Veltman collegevoorzitter werd aan de UT, vond hij het hoog tijd om van Enschede een échte studentenstad te maken. Mede door zijn lobby kocht de UT het pand. Uiteindelijk namen de vier studentenverenigingen in 1996 hun intrek in het pand.

Audentianen beslechten meningsverschillen door te brassen. ‘Je pakt elkaar bij de revers en probeert de ander naar de grond te trekken’, zegt Laan. ‘Er gebeuren weleens ongelukjes, maar dat gebeurt ook op het voetbalveld. Het gaat gecontroleerd, slechts twee personen tegelijkertijd en eerst het glas opruimen. Zo houden we het gezellig.’

‘Het drinken hoort er misschien bij, maar het hoeft niet’

Binnen die gezelligheid past ook drank. En niet zo’n klein beetje ook. ‘Wij zijn een grote afnemer van Grolsch’, vertelt Laan. ‘Maar het is niet zo dat je koste wat kost in een bepaald tempo moet meegaan. Je kunt zoveel drinken als je zelf wilt. In dit bestuursjaar heb ik overigens een maandlang helemaal geen alcohol gedronken. Wel moeilijk, maar toch, het heeft met je eigen discipline te maken. We waren laatst in gesprek met de burgemeester van Enschede, Onno van Veldhuizen. Hij was in zijn studententijd praeses van het Leidse studentencorps Minerva. Hij vertelde dat hij in zijn jaar als voorzitter niets heeft gedronken. Het drinken hoort er misschien bij, maar het hoeft niet.’

‘Laten tradities niet varen’

Drank is misschien geen verplichting, maar als er geproost moet worden, dan proosten Audentianen op de koning. De vereniging houdt graag tradities in ere. Zo zingen ze het Wilhelmus – in de almanak staan de vijftien coupletten netjes voorin afgedrukt. ‘De Nederlandse cultuur is verankerd in onze vereniging’, vertelt Tiel Groenestege. ‘Maar ook internationals kunnen lid worden, daar staan we hartstikke voor open. Alleen uit de praktijk blijkt dat er weinig behoefte is onder internationale studenten.’

'Tegenwoordig ben je als derdejaars al oud'

Dat viel ook op in de bestuursvleugel op de UT. De senaat van Audentis ontving een uitnodiging ‘om te praten over de houding ten opzichte van internationale studenten’. Tiel Groenestege: ‘Samen met het college hebben we ons afgevraagd: hoe kunnen we internationals gezamenlijk begeleiden naar een lidmaatschap? We willen dat ze zich zo welkom mogelijk voelen, maar Audentis gaat niet actief achter de internationale student aan. Hoe dat over vijf jaar zal zijn weten we niet, maar we laten onze eigen tradities niet varen.’

Toch is de samenstelling van Audentis de afgelopen jaren wel veranderd. De langstudeerder wordt met uitsterven bedreigd, zien beide bestuursleden. ‘Het studentenleven is anders. Mensen studeren sneller af, onder meer door allerlei overheidsmaatregelen’, vertelt Laan. ‘Vroeger stonden er minstens twintig achtstejaars op de kroeg. Dat is nu niet meer zo. Nu ben je als derdejaars al oud.’ En ook de activiteiten op de kroeg komen onder druk te staan. ‘Mensen studeren per dag niet veel langer dan vroeger, maar willen wel sneller klaar zijn met hun studie.’ Ergo, er blijft minder tijd over voor de vereniging. Of dat jammer is? ‘Ja en nee. Het is een logisch gevolg van hoe het nu geregeld is’, vertelt Laan. ‘Maar ouderejaars drukken logischerwijs ook hun stempel op een kroegavond. Het is gewoon… anders nu.’

De vereniging op de openingsmarkt van de Kick-In 2017

Audentiaan voor het leven

Maar veel dingen blijven onverminderd hetzelfde voor Audentis. De zorgvuldig opgebouwde kern zal niet zomaar verloren gaan. De hiërarchie blijft. De mores en tradities stromen onverzwakt door de aderen van de vereniging. En de gesmede vriendschappen breken niet snel. Dat blijkt ook wel uit de Audentis-enclaves in onder meer Den Haag, Amsterdam en Utrecht. Daar borrelen oud-leden nog regelmatig met elkaar, zelfs in eigen kroegen aldaar, weten Laan en Tiel Groenestege.

Het staat misschien wel symbool voor de verbondenheid. Gesmeed in de ontgroeningstijd, versterkt door de jaren heen in de legio jaarclubs, disputen en commissies die de vereniging rijk is. Zij waren erbij, zij hebben het beleefd. En dat schept een band die een buitenstaander niet begrijpt – misschien wel nooit zal begrijpen. Een band tot in de eeuwigheid. Want een Audentiaan ben je voor het leven.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.