‘Nadruk ligt op plezier, niet op perfectie’

| Martin ter Denge

De UT heeft talloze clubs, genootschappen, studentenhuizen en verenigingen. Wat houdt ze in stand? Wat bindt de leden of bewoners? In deze 48e aflevering van ‘Clubgevoel’: symfonieorkest Musica Silvestra Orkest.

Musica Silvestra Orkest tijdens hun winterconcert op 7 december.

Met eenenzestig kaarsjes op de taart is Musica Silvestra Orkest (MSO) een van de oudste verenigingen op de UT. Toch opereert de club doorgaans een beetje onder de radar. Waar dat door komt? ‘Misschien omdat klassieke muziek een bepaald imago heeft en niet iedereen aanspreekt’, denkt premaster-studente Electrical Engineering Tamara Stoutjesdijk, voorzitter en violist van het orkest. ‘We zijn ook niet zo vaak in beeld.’

Concerten

De vereniging treedt op in twee concertreeksen per jaar. De reden voor die lange doorlooptijd is dat symfoniestukken doorgaans wat langer zijn en het instuderen van lastige passages zo een paar weken in beslag kan nemen. Een andere reden is dat de vereniging door een moeilijke periode is gegaan, dankzij een nijpend ledentekort. De dames geven aan dat de bestaande leden gelukkig wel heel betrokken zijn.

‘We hebben op dit moment geen secretaris, dus dat werk verdelen we nu met z’n tweeën. Omdat de commissies zo goed helpen lukt dat wel’, geeft penningmeester Annalinde Erens, ook violiste, aan. Zij doet momenteel twee masters, communicatiewetenschappen en bestuurskunde. Binnen de vereniging bestaan meerdere commissies, die veel taken op zich nemen. ‘De muziekcommissie selecteert bijvoorbeeld welke stukken we het komend jaar spelen.’ En elke week is er een andere instrumentsectie aan de beurt om stoelen en de dirigentenbok klaar te zetten voor de repetities.

Toevallig staan ten tijde van schrijven net de winterconcerten voor de deur. Wat het thema van deze concertreeks is? ‘We hebben toevallig deze keer geen vast thema. Andere jaren spelen we iets van een bepaalde componist of rond een genre, maar het thema dit jaar is dat het eens heel onvoorspelbaar is. Het gaat van Kalliwoda, een wat minder bekende Tsjechische componist, naar de Carmen Suite van Bizet.’

Ledentekorten

De groep telt momenteel 31 spelende leden. Voor een symfonisch orkest is dat wat aan de lage kant. ‘We hebben bijvoorbeeld helemaal geen eigen hoornspelers’, zegt Erens. ‘Onze oude hoornspeelster studeerde afgelopen jaar af. Invallers waren dit jaar niet te vinden.’ Die zijn voor een symfonisch orkest behoorlijk essentieel, omdat ze een extra laag dynamiek kunnen toevoegen. ‘En de trombone en hobo zitten ook alleen.’ Ook het slagwerk kan volgens de dames nog wel wat aanvulling gebruiken. Gelukkig schieten leden van harmonieorkest SHOT nog wel eens te hulp op al die posities, maar dat is een tijdelijke oplossing. Voor de concertreeksen regelen ze gastspelers, om de eigen bezetting aan te vullen. ‘Die komen vrijwillig meespelen. We vergoeden hun reiskosten en we regelen altijd een cadeau als dank.’

Is het dan moeilijk om bij MSO te komen? Volgens de dames valt dat wel mee. ‘Je hoeft echt niet op auditie, maar je moet natuurlijk al wel wat kunnen. We houden aan het begin van elk semester twee open repetities, maar zelfs daar is wel een mouw aan te passen. Als je zin hebt, kom je lekker meespelen. Lijkt het je wat, vul je een formulier in en ben je lid. Zo simpel is het eigenlijk.’ Erens speelt zelf al zo’n veertien jaar viool, maar Stoutjesdijk nog maar vier. ‘De nadruk ligt bij ons op plezier, niet op perfectie.’

Omdat symfonische instrumenten erg prijzig zijn, is zelf een instrument meenemen geen vereiste, geven de dames aan. ‘We kregen ooit een aanmelding van een trompettist uit China die hier kwam studeren. Alleen had hij z’n trompet thuis gelaten. Vanuit het Campus Instrumenten Fonds kon hij een trompet in bruikleen krijgen. Zo kon hij toch meedoen.’ Volgens de website van het MSO heeft het CIF zo’n vijftien blaas- en strijkinstrumenten in beheer.

Nieuw: filmmuziek

Extra blij zijn de dames dat er in de volgende concertreeks filmmuziek gespeeld gaat worden. ‘De vorige dirigent had een sterke voorkeur voor klassieke stukken. Michael Rein, onze nieuwe dirigent, staat open voor andere suggesties en dit wilden we als orkest heel graag. In het klassieke is op zich genoeg geschikts in te vinden, maar filmmuziek spreekt soms net iets meer tot de verbeelding van het publiek, ligt makkelijker in het gehoor en is gewoon leuk om te spelen. Heel veel filmmuziek is al voor symfonieorkesten geschreven.’

Dirigent Michael Rein tijdens de dress rehearsal voor het winterconcert.

De nieuwe invalshoek biedt meteen kansen voor hele nieuwe samenwerkingen. ‘We zijn nu aan het verkennen of we misschien iets met breakdancevereniging Break-Even en koor Musilon kunnen doen. En we hebben in het verleden al eens samen opgetreden met moderne dansgroep Arabesque en balletgroep Primo Ballerino. Die samenwerkingen geven weer een hele andere dimensie aan onze uitvoeringen’, weet Stoutjesdijk.

Gezelligheid

Is een symfonieorkest niet een beetje elitair? Volgens beide dames helemaal niet. ‘Het is juist heel erg laagdrempelig. We repeteren elke maandagavond en gaan twee keer per jaar op repetitieweekend. We proberen het zo toegankelijk mogelijk te maken. Natuurlijk wil je wel zo serieus en professioneel mogelijk spelen en je muzikale vaardigheden uitbreiden, maar we maken gewoon gezellig muziek samen en op repetities is er geen druk. Onze dirigent is niet streng. Na de tijd drinken we met z’n allen meestal iets samen in de sportkantine. Er is niks mooiers dan samen muziek maken.’

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.