‘De techneut en de arts hebben een ander perspectief’

| Enith Vlooswijk

‘Aan de borreltafel’ is een rubriek over wetenschap. Wetenschapsjournalist Enith Vlooswijk praat met én tekent over UT-onderzoekers, die vertellen over hun vakgebied en de misvattingen die hierover bestaan. In deze tiende aflevering: Françoise Siepel, universitair docent bij de EWI-vakgroep Robotics and Mechatronics.

‘Je kunt niet een robot in een kliniek zetten en verwachten dat het werkt. Mensen moeten die robot ook willen’, zegt Françoise Siepel. Als coördinator van het Europese roboticaproject DIH-HERO weet ze dat maar al te goed. Zeventien Europese partners zetten zich binnen het project in om innovaties op het gebied van zorgrobotica sneller naar de markt te brengen. ‘In Europa ontwikkelen we veel technologie op het gebied van zorgrobotica, maar de weg naar de markt is heel lang. Wij bieden startende bedrijven onderwijs aan, zorgen voor netwerken, harmoniseren internationale standaarden en geven financiële steun.’

Vooral die netwerken zijn essentieel, zegt Siepel. Technische innovaties moeten nauw aansluiten bij de behoeften van zorgwerkers, willen zij ze omarmen. ‘Vaak vragen artsen om iets, maar krijgen ze iets heel anders. De techneut en de arts hebben een ander perspectief. Daardoor is er nu heel veel mogelijk op technisch gebied, maar wordt het in de kliniek niet toegepast.’

Een van de grote misverstanden over zorgrobots is dat deze het contact tussen zorgwerkers en hun patiënten nog schaarser zou maken dan die nu soms al is: in plaats van een mens krijg je straks een robot aan je bed! In werkelijkheid zou juist het omgekeerde het geval moeten zijn, legt Siepel uit. Zorgrobots kunnen standaardhandelingen ondersteunen die niet per se door mensen gedaan hoeven te worden – denk aan bedden verplaatsen, medicijnen uitdelen, of iemands temperatuur meten. Zo houden artsen en verzorgenden tijd over voor betekenisvol contact. ‘Met een tekort aan professionals rennen ze van hot naar her en heeft niemand specialistische aandacht voor de patiënten.’ 

Angst voor fouten van de robot staat met stip op nummer twee op de lijst redenen om robots te wantrouwen. Hoewel bijvoorbeeld chirurgische robots juist zijn gemaakt om allerlei menselijke fouten en onnauwkeurigheden te voorkomen, vergt het veel vertrouwen om menselijk handelen aan een machine over te laten. ‘Patiënten kunnen bijvoorbeeld bang zijn dat een naald te ver doordrukt. Met een mens hebben ze het gevoel dat er meer controle is. Daarom worden vaak noodstops ingebouwd, zodat de arts eventueel kan ingrijpen.’ Interessant genoeg maakt de coronasituatie juist duidelijk dat er ook grenzen zijn aan de menselijke controle, zegt Siepel. ‘De hele covidsituatie is een eyeopener geweest. We hebben niet alles in de hand. We zien dat de hele samenleving aan de zijlijn staat en dat versterkt de noodzaak van technologische oplossingen.’

Toen de coronacrisis uitbrak, kwam binnen het roboticaproject 1 miljoen euro extra beschikbaar voor zorgrobotica gericht op knelpunten in de zorg voor Covid-19-patiënten. Binnen een week rolden er 146 projectvoorstellen binnen – op het gebied van automatische desinfectie en diagnostiek, contactloos leveren, beademingsapparatuur en nog veel meer.

‘We kregen telefoontjes vanuit de hele wereld, tot China aan toe’, vertelt Siepel enthousiast. De corona-innovaties maken zorgrobotica weer een beetje zichtbaarder en dragen wellicht bij aan acceptatie. Siepel ziet de toekomst in elk geval optimistisch tegemoet. ‘Je merkt dat mensen enthousiast zijn, dat blijkt ook wel als je in een week 146 aanvragen krijgt. Het begint echt te borrelen en te sprankelen.’

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.