Aanvraagdruk, en wat NWO daaraan denkt te doen

| Wiendelt Steenbergen

Eerder dit jaar schreef ik een blog over aanvraagdruk. Aanleiding was de NWO-werkconferentie over dit onderwerp, en mijn blog was een bijdrage aan de discussie.

Onlangs heeft NWO in een notitie laten weten hoe het monster van de aanvraagdruk te lijf wordt gegaan. Het stuk schijnt de volledige instemming van de rectoren te hebben. En, het moet gezegd, het is best aardig geworden.  Er staan goede voorstellen in, zoals het toekennen van met name vidi-subsidies aan uitstekende maar toch niet gefinancierde ERC-voorstellen, en het paal en perk stellen aan accumulatie van subsidies bij een beperkt aantal wetenschappelijke grootverdieners, het zg. Mattheus-effect.

In de voorstellen om te wachten met het uitschrijven van een call tot er een honoreringskans van 25% wordt gehaald, en het koppelen van ERC- en VI-programma’s zie ik iets terug van het idee dat ik inbracht, namelijk om aanvragen die ‘zeer goed’ zijn gevonden sowieso te financieren. Is het niet in deze ronde, dan gewoon in de volgende. Maar misschien is dat teveel eer voor mezelf. Het stuk bevat ook zwakke plekken: twee cirkelredeneringen, een drogreden, en een slecht voorstel. De cirkelredeneringen laat ik hier even zitten.

De drogreden

De drogreden is van het type cum hoc ergo propter hoc. NWO beweert, en ik citeer royaal:
De grote aanvraagdruk en lage honoreringspercentages leiden ertoe dat onderzoeksmiddelen vrijwel uitsluitend worden toegekend aan projecten die met redelijke zekerheid tot resultaten zullen leiden. Het gevolg is dat echt innovatieve, maar risicovolle projecten nauwelijks meer voor funding in aanmerking komen. Dit is zeer expliciet geformuleerd bij de evaluatie van de Technologiestichting STW (nu TTW), waarbij de evaluatiecommissie constateert dat belangrijk onderzoek dat nu nog te veel risico’s in zich draagt voor bedrijven, maar wel belangrijk is omdat daarmee de basis wordt gelegd voor nieuwe toepassingen over vijf à tien jaar, niet meer plaatsvindt.'

Dit laatste is een rake constatering van NWO, alleen ontgaat de relatie met aanvraagdruk me. Is de trend naar haalbaar onderzoek ten koste van risicovolle innovatie, niet het gevolg van een politieke keuze? Van het geloof in de heilige drieëenheid Kennis, Kunde en Kassa, het neo-liberale credo van de Pieter Duisenbergs onder onze politici? Met weinig moeite en veel plezier schrijf ik een droomvoorstel voor risicovol onderzoek met mogelijke toepassing over 10 jaar. En juist bij het fabriceren van voorstellen waarvan de helft moet worden gevuld met speculaties over utilisatie en valorisatie, coherentie met topsectoren, nationale wetenschapsagenda en grand challenges (ik typte eerst grant challenges; een Freudiaanse verschrijving), een datamanagementplan en een stapel steunbrieven ervaar ik veel druk. Kortom: als de thema’s aanvraagdruk en risicoloos onderzoek al gekoppeld zijn, dan draait NWO oorzaak en gevolg om.

Het slechte voorstel

Het slechte voorstel is sympathiek verpakt: ‘Instellingen moeten het personeelsbeleid meer in eigen hand nemen en diversifiëren door ook andere loopbaanpaden te waarderen en te ondersteunen, zoals in het wetenschappelijk onderwijs of buiten de universiteit’. In mijn eigen woorden: universiteiten moeten het bieden van een vast dienstverband aan wetenschappers minder simplistisch koppelen aan de resultaten van Vernieuwingsimpuls-aanvragen.

Maar, en dan komt het slechte voorstel: ‘Tevens verwacht NWO dat de kennisinstellingen selectief te werk gaan om de beste onderzoekers en consortia aanvragen in te laten dienen bij NWO.’ In een interview in Trouw zegt NWO-voorzitter Stan Gielen dat universiteiten geen NWO’tje hoeven te spelen. Het is allemaal vrij eenvoudig: een decaan roept gewoon de directeuren van de onderzoeksinstituten bij elkaar, en vraagt naar hun beste mensen. "De directeuren weten verdraaid goed wie dat zijn.” Zonder die directeuren te kennen durf ik te zeggen: dat weten ze helemaal niet. Althans, niet zonder dat hun eigen subjectieve voorkeuren een grote rol spelen. Het is een recept voor intriges, jaloezie en onbehagen.

Het alternatief is: zelf NWO’tje te spelen, maar dan zonder geld, en met commissies, interne calls, vooraanvragen, pitches, pootjes geven, etc. Welke methode er ook wordt gevolgd, als de rectoren hun steun in daden omzetten kunnen de besturen van instituten en faculteiten er weer een mooie taak bij verwachten. Zo worden aanvraagdruk en werkdruk communicerende vaten, en wordt het er niet gezelliger op.

Dé methode om de aanvraagdruk te reduceren wordt trouwens niet genoemd door NWO: meer geld naar wetenschappelijk onderzoek, en wel direct naar de universiteiten. Dat er echt substantieel geld bijkomt lijkt ijdele hoop, maar misschien wordt het onder kabinet Rutte IV ooit nog wat? Nee, dit is géén verschrijving.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.