Hoe een tentamenfraudezaak het leven van een UT-student op z’n kop zette

| Rense Kuipers

Een UT-student Mechanical Engineering gebruikte vorig jaar ChatGPT voor een essay en werd daarmee betrapt. Hij belandde vervolgens in een complexe en slepende zaak met de examencommissie. Inmiddels ligt de kwestie bij de Raad van State. Over hoe het zo uit de hand kon lopen schreef U-Today – op basis van tientallen bronnen – onderstaande reconstructie.

Photo by: enith vlooswijk

Het is 9 mei 2023, als de coördinator van Mechanical Engineering-module 11 een e-mail stuurt naar de examencommissie van de opleiding werktuigbouwkunde. Hij verdenkt op dat moment drie studenten van fraude bij een essay voor het vak Systems Engineering. Dat baseert de modulecoördinator op een zogeheten similarity report van antiplagiaatsoftware Turnitin.

Een van de verdachte studenten is de Iraniër Shervin Tochahi. Bij zijn essay vindt de fraudedetectiesoftware een gelijkenis van 17 procent met andere ingeleverde werken. Daarnaast constateert de software een 15 procent kans dat Tochahi kunstmatige intelligentie gebruikte om zijn essay te schrijven. Het is voor de modulecoördinator voldoende aanleiding om melding te doen bij de examencommissie.

ChatGPT

Die commissie houdt op 26 mei een hoorzitting met de student. Tijdens die zitting ontkent Tochahi het werk van anderen gebruikt te hebben bij het schrijven van zijn essay. Hij vroeg alleen een bevriende studiegenoot – die het vak al had afgerond – om zijn essay te proeflezen en tips te geven. Dat bleef volgens de student slechts bij een aantal opmerkingen in de kantlijn, die hij vervolgens zelf verwerkte in de tekst.

'Ik zie ChatGPT als niet veel anders dan Grammarly'

En het gebruik van kunstmatige intelligentie? Tochahi geeft ruiterlijk toe ChatGPT te hebben ingezet. Maar, zo beweert hij richting de examencommissie – en een half jaar later desgevraagd ook aan U-Today: hij liet de chatbot niet zijn essay schrijven. ‘Onder andere door mijn ADHD heb ik moeite met schrijven’, zegt Tochahi. ‘Ik zie ChatGPT als niet veel anders dan Grammarly, dus ik vroeg het mijn tekst te verbeteren op het gebied van grammatica en academisch schrijven. Ik gebruikte ChatGPT slechts ter ondersteuning van de tekst die ik al geschreven had, niet om tekst te genereren.’

In Tochahi’s beleving was zo’n toepassing van kunstmatige intelligentie dan ook toegestaan. Dat bevestigt de docent van het vak, hoogleraar Maarten Bonnema, diezelfde dag per e-mail aan de examencommissie. Volgens Bonnema was het toegestaan om ChatGPT vragen te stellen, zodat studenten daardoor ideeën konden ontwikkelen. Maar het was niet toegestaan een door AI gecreëerde tekst in te leveren.

Recidive

Een kleine twee maanden later, op 17 juli, ontvangt de student per mail de uitspraak van de examencommissie. Die concludeert op basis van het aangeleverde bewijs en de hoorzitting dat Tochahi fraude pleegde, door – zonder referentie – tekst in zijn essay te gebruiken die direct gegenereerd was door AI. En omdat Tochahi al eerder veroordeeld was voor fraude, legt de commissie hem de volgende sanctie op: het essay wordt als ongeldig verklaard met een 1 als cijfer, hij krijgt geen mogelijkheid tot herkansing in hetzelfde academisch jaar en er komt een notitie van de veroordeling in zijn studentendossier.

De examencommissie ziet het dus als recidive van Tochahi en weegt het mee in haar oordeel. Tochahi kreeg namelijk in oktober 2019 een waarschuwing voor plagiaat. Bovendien werd hij in maart 2021 veroordeeld voor tentamenfraude bij een tentamen van het vak Processing & Properties of Polymers. Dat was een terechte veroordeling, zegt de student tegen U-Today. ‘Dat was een tijd dat ik kampte met privéproblemen en sterfgevallen in mijn familie. Ik maakte een verkeerde beslissing door te spieken tijdens een tentamen. Er is niets dat dat gedrag rechtvaardigde. Ik heb zelfs mijn docent aangeboden om mijn tentamen terug te trekken.’ Tochahi, schuldbewust, was bereid de sanctie van de examencommissie te accepteren.

De sanctie kwam er ook, maar werd nooit aan de student medegedeeld.

Militaire dienstplicht

Dat die eerdere veroordeling een bepalende factor is bij de nieuwe fraudekwestie, stuit Tochahi tegen de borst. Hij gaat op 4 augustus tegen het besluit in beroep, bij het UT-brede College van Beroep voor de Examens (CBE), dat Tochahi meldt dat hij eerst voor een bemiddelingsgesprek opnieuw met de examencommissie om tafel moet.

Rond die tijd begint Tochahi te vrezen voor studievertraging en bijkomende financiële gevolgen. Zijn ouders zijn bereid hem tot en met november 2023 financieel te ondersteunen, beweert hij. Volgens de uitspraak van de examencommissie zou hij pas in het voorjaar van 2024 opnieuw het essay voor het vak Systems Engineering mogen indienen. ‘Ik had me in theorie dus kunnen uitschrijven van mijn studie en me tegen die tijd opnieuw inschrijven’, legt Tochahi uit. ‘Maar in dat geval wordt mijn visum beëindigd en zou ik terug moeten naar Iran, waar ik twee jaar in militaire dienst zou moeten voordat ik het land opnieuw zou mogen verlaten. Dat was voor mij geen optie.’

Het bemiddelingsgesprek tussen de student en de examencommissie vindt op 12 september plaats. Tochahi heeft op dat moment bijna zijn bachelor afgerond. Hij moet alleen nog de vakken Systems Engineering (van het bewuste essay) en Dynamics 1 halen én zijn bacheloropdracht afronden. Hij krijgt nul op het rekest bij de examencommissie. Die blijft bij de eerdere beslissing en ziet ‘een patroon waarin een student herhaaldelijk verkeerde keuzes maakt’. Toch beweegt de commissie wel wat mee; bij uitzondering mag Tochahi eerder beginnen aan zijn bacheloropdracht, om zijn studievertraging te beperken.

Hoorzitting

De student laat het er echter niet bij zitten en schakelt een jurist van kantoor Van Vliet in, voor de zitting bij het College van Beroep voor de Examens. Die vindt plaats op 18 oktober. De verdediging van Tochahi en zijn jurist: de antiplagiaatsoftware heeft zelfs het voorblad van zijn essay gemarkeerd als plagiaat, maar die bevat slechts gestandaardiseerde informatie. Daarnaast kan de aard van de opdracht – de facto een beknopte terugblik op het project – leiden tot gelijkenissen tussen de inzendingen van studenten. Opnieuw beweert de student ChatGPT nooit te hebben ingezet om inhoud te creëren. En Tochahi vindt dat de eerdere sanctie – die nooit schriftelijk aan hem was medegedeeld – niet mag meespelen in dit besluit; hij kan niet verantwoordelijk gehouden worden voor een eerdere procedurefout aan de kant van de examencommissie.

Het verweer van de examencommissie: de software constateerde een overeenkomst van 17 procent met ander werk en herkende 15 procent van de tekst als gegenereerd door AI. En zoiets inleveren als eigen werk is niet toegestaan bij deze opdracht. Bovendien ontbraken verwijzingen die duiden op het gebruik van AI – en dat wordt beschouwd als fraude volgens het studentenstatuut van de UT, zo stelt de examencommissie. En: de sanctie kwam tot stand ‘met inachtneming van een eerder geval van fraude’.

Uitspraak en tik op de vingers

Op 6 november volgt de uitspraak van het CBE. Die verklaart het beroep van de student gegrond en haalt uit naar de examencommissie. Volgens het CBE heeft de commissie de plagiaatuitkomsten van de software ‘onverkort overgenomen’, terwijl ze onderzoek had moeten doen naar de oorspronkelijke bronnen. Het CBE neemt de examencommissie de procedurele fout van de eerdere fraudezaak ook kwalijk. Omdat Tochahi nooit de sanctie had ontvangen, heeft hij formeel ook nooit de mogelijkheid gekregen ertegen in beroep te gaan. Bovendien had die eerdere zaak door die procedurefout nooit meegenomen mogen worden bij het bepalen van de strafmaat voor deze fraudezaak. Het oordeel van het CBE: het besluit van de examencommissie is ‘op onjuiste gronden tot stand is gekomen en kan derhalve niet in stand blijven’.

Het CBE tikt de examencommissie op meerdere vlakken op de vingers. Die moet de juridische kosten van Tochahi à 1194 euro vergoeden. En, zo constateert het CBE: ‘de gevolgde procedure en verdere gang van zaken in de examencommissie rondom deze beroepszaak zijn diffuus verlopen’. Het CBE beveelt daarom de examencommissie aan om de gang van zaken rond beroepsprocedures te verbeteren en vernietigt het besluit.

'Ik ben ervan overtuigd dat hun sancties in verreweg de meeste gevallen terecht zijn. Maar je procedures moeten op orde zijn'

‘Eén procent beschermen’

Tochahi heeft ondertussen zowel het vak Dynamics 1 als zijn bacheloropdracht met succes afgerond. Het enige dat nog rest voordat hij zijn diploma in ontvangst mag nemen: de anderhalf EC die gekoppeld is aan het essay voor het vak Systems Engineering. De zaak is een boek dat hij liever dichtslaat dan dichtklapt. ‘De effecten op je mentale gezondheid, de stress… Ik denk dat de examencommissie geen idee heeft wat hun beslissing met me deed, wat me maandenlang boven het hoofd hing.’

Evenals het CBE heeft de student wat aan te merken op de gevolgde procedures door de examencommissie. ‘Pas tijdens de eerste hoorzitting kreeg ik te horen waarvan ik precies beschuldigd werd. Ik was verrast en had geen kans om een fatsoenlijke verdediging voor te bereiden. Ik wist namelijk niet precies waarvan ik beschuldigd werd, omdat ik het similarity report niet vooraf ontving.’ Hij hoopt dat de examencommissie haar procedures verbetert. ‘Ik ben ervan overtuigd dat hun sancties in verreweg de meeste gevallen terecht zijn. Maar je procedures moeten op orde zijn, om de één procent van de gevallen waar het misgaat te beschermen.’

Zaak niet afgedaan

Maar daarmee is de zaak nog niet afgedaan. Tochahi doet zijn verhaal medio november, in de verwachting dat de CBE-uitspraak de opmaat is naar snelle afwikkeling van de zaak – en daarmee de afronding van zijn bacheloropleiding. De examencommissie komt op 24 november met een nieuw besluit. Ditmaal heeft de commissie het essay van Tochahi grondig doorgespit op mogelijke plagiaat en constateert dat het essay op negentien secties sterk overeenkomt met het essay van Student X. Fraude dus, zegt de examencommissie, die het essay ongeldig verklaart en toestaat dat Tochahi de opdracht in februari 2024 – bij de start van een nieuw kwartiel – mag herkansen.

De student gaat na overleg met zijn jurist in beroep tegen de uitspraak. En Tochahi vraagt op 6 december om een zogeheten voorlopige voorziening, zodat hij direct de opdracht kan herkansen. Dat nadat hij advies inwon bij de ombudsfunctionaris van de UT. De examencommissie honoreert het verzoek een kleine week later na overleg met de secretaris van het CBE; Tochahi mag de opdracht herkansen – ‘onder dezelfde voorwaarden, met betrekking tot generatieve AI’. En zijn docent kan het resultaat beoordelen. Maar, stelt de examencommissie: de docent registreert het cijfer pas nadat Tochahi’s beroep tegen de beslissing van 24 november is afgerond.

Juridisch steekspel

Een bemiddelingsgesprek vlak voor de kerstvakantie tussen de student en de examencommissie leidt niet tot een oplossing. Zo ontstaan twee sporen in de zaak: opnieuw staat de student tegenover de examencommissie bij een hoorzitting van het CBE. Maar ondertussen mag hij wel de opdracht voor het vak Systems Engineering herkansen.

In aanloop naar die hoorzitting voltrekt zich een juridisch steekspel. Het beroepschrift opgesteld door Tochahi’s jurist stelt dat het besluit van de examencommissie in strijd is met vier juridische beginselen, onder andere dat de student niet twee keer voor hetzelfde feit kan terechtstaan en mag worden gestraft – het zogeheten ne-bis-in-idem beginsel. Op 22 januari volgt het verweerschrift van de examencommissie, opgesteld door advocatenkantoor KienhuisHoving. Een opvallende ontwikkeling; hiervoor had alleen de student juridische hulp in de arm genomen. Die komt naar aanleiding van het verweerschrift nog met negen pagina’s aan ‘aanvullende gronden’. Op 5 februari vindt de hoorzitting van het College van Beroep voor de Examens plaats, bijna negen maanden nadat de antiplagiaatsoftware aan de bel trekt. Opnieuw staan de examencommissie en de student lijnrecht tegenover elkaar, met opnieuw het CBE als rechter.

'Het is alsof ik betrapt ben met het rijden zonder gordel om, maar ben veroordeeld voor rijden onder invloed'

Nieuwe zaak

De uitspraak volgt op 29 februari. Het CBE stelt nu de examencommissie in het gelijk en verklaart het beroep van de student ongegrond. Waarom die uitspraak zo verschilt van die van november, toen de student nog aan het langste eind trok? Beknopt uitgelegd vernietigde het CBE dat eerdere besluit, dus – ‘juridisch bezien’ – heeft dat besluit voor deze nieuwe zaak nooit bestaan.

De student spreekt echter van een ‘dubbele veroordeling’ en vindt het besluit van de examencommissie ‘disproportioneel’. Want ook al kon hij op enige clementie rekenen van diezelfde examencommissie om zijn studievertraging te beperken, had hij maandenlang te maken met de gevolgen van dat eerste besluit, van 17 juli. De examencommissie voert nu niet die eerdere tentamenfraude aan als extra argumentatie, maar de plagiaatwaarschuwing die Tochahi al in oktober 2019 kreeg. Dat gecombineerd met de overeenkomsten van het essay van Tochahi met die van Student X. De student blijft erbij – ook in toelichting aan U-Today – dat de negentien secties die overeenkomen met het werk van Student X ‘simpelweg een algemene omschrijving van het vak en de werkzaamheden waren’.

Het CBE oordeelt echter dat de geconstateerde fraude ‘onweersproken’ is en stelt dat ‘de opgelegde sanctie binnen de grenzen van de bestaande sanctieladder is gebleven’. Ook stelt het CBE dat de gevolgen voor de student uiteindelijk beperkt bleven, omdat hij vroegtijdig de opdracht mocht herkansen en andere vakken mocht afronden. En: ‘Ten overvloede merkt het College nog op dat naar haar oordeel het doortastend tegen academische fraude optreden niet alleen binnen de bevoegdheid van de Examencommissie valt, maar zelfs één van de hoofdtaken van de Examencommissie is’.

Raad van State

Nog voor de CBE-hoorzitting van 5 februari rondt Tochahi zijn herkansing voor Systems Engineering af. Na de uitspraak van het CBE wordt zijn cijfer vrijgegeven en geregistreerd – een voldoende. Niks staat hem nog in de weg om zijn diploma in april in ontvangst te nemen, in het bijzijn van zijn ouders. Maar het is niet dat hij en zijn jurist het erbij laten zitten. Ze dienen een beroepsschrift in bij de Raad van State – voorheen het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs.

Want, licht Tochahi medio maart toe aan U-Today: ‘Ik ben ervan overtuigd dat ik dubbel – en te zwaar – gestraft ben. Het is alsof ik betrapt ben met het rijden zonder gordel om, maar ben veroordeeld voor rijden onder invloed. Het voelt oneerlijk.’ Dus stapt de student naar de Raad van State. ‘De studievertraging heeft me ruim vierduizend euro gekost, ik had een aanbod voor een baan liggen die ik niet kon aannemen. Ik heb me over mijn woede heen gezet, maar als zij niet los kunnen laten, laat ik ook niet los. I could be wrong, but I feel wronged.’

Verantwoording

  • U-Today reconstrueerde deze arbitragezaak op basis van tientallen bronnen: e-mails, documenten, uitspraken en correspondentie tussen de betrokken partijen.
  • De student besprak zijn kant van het verhaal tot tweemaal toe met een redacteur, op 14 november en 12 maart.
  • U-Today nam contact op met de examencommissie en het College van Beroep voor de Examens voor nadere toelichting en wederhoor.
  • Beide instanties gingen niet in op dat verzoek.
  • De examencommissie reageert als volgt: ‘De Examination Board ME&SET mag/kan geen verklaringen geven over individuele zaken. Ik hoop dat u daar begrip voor heeft.’
  • Het College van Beroep voor de Examens laat het volgende weten: ‘Er komt geen reactie van onze kant.’

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.