Photo by: RIKKERT HARINK
Spotlight

‘Ik ga me nooit meer zo verbonden voelen met een organisatie’

| Rense Kuipers

Terwijl een nieuwe lichting eerstejaars hun eerste stappen op de campus zet, laat vicevoorzitter Mirjam Bult een leeg kantoor in de Vleugel achter. Na zes jaar als UT-bestuurder gaat ze aan de slag bij de Raad van State. ‘Ik denk dat de UT de afgelopen jaren een verdeel-en-heersmentaliteit van zich heeft afgeworpen.’

Wandelend over de campus, moet Mirjam Bult iets bekennen. ‘Ik schreef na honderd dagen als bestuurder een reflectie’, zegt ze voor de deuren van het U Parkhotel. ‘Dat lukte me ook prima na duizend dagen, ten tijde van mijn herbenoeming. Maar nu, na zo’n tweeduizend dagen, krijg ik geen woord op papier. Misschien zit ik nog te veel in de actiemodus om te kunnen reflecteren. Maar ik weet dat ik na vrijdag echt weg ben.’ Ze laat op haar telefoon een foto van haar volledig gestripte kantoor te zien. ‘Het oogt dramatisch, maar de Vleugel wordt momenteel verbouwd.’ En, met een glimlach: ‘Toch wel confronterend, die leegte.’

‘Diversiteit werkt zolang het schuurt’

De afgelopen 32 jaar was Mirjam Bult onlosmakelijk en op verschillende manieren verbonden aan de UT. Eerst als student bestuurskunde, vervolgens als promovenda, universitair docent en later als secretaris van de toenmalige 3TU-federatie. Zelfs in haar tijd bij accountancykantoor KPMG voerde ze nog opdrachten uit voor de UT. Sinds 1 oktober 2015 is ze vicevoorzitter. ‘Er is ontzettend veel gebeurd in de afgelopen zes jaar. Zelfs tijdens de coronacrisis stond de organisatie allesbehalve stil, dat is wel echt bijzonder.’

'Diversiteit werkt zolang het schuurt, dat is cruciaal voor een academische instelling'

Dat besef landt des te meer als we van het U Parkhotel over het nieuwe Hogekampplein lopen, langs een groepje dansende studenten. ‘Zes jaar geleden was dit nog een grauwe parkeerplaats, nu stuit je op zoiets. Het U Parkhotel is voor mij de verpersoonlijking van gastvrijheid op de UT. Eigenlijk alles wat zichtbaar veranderd is, beeldt uit hoeveel opener en toegankelijker we zijn geworden. Ik denk oprecht dat de UT de afgelopen jaren een verdeel-en-heersmentaliteit van zich heeft afgeworpen. Er is meer sprake van teamwork en gemeenschapszin.’

Nee, dat is niet op haar conto te schrijven, haast ze zich te zeggen, eenmaal zittend aan de waterkant bij de Vrijhof. ‘Dat doen we als organisatie. Wij zijn als college van bestuur slechts onderdeel van dat geheel. We hebben een divers samengestelde gemeenschap. Die diversiteit werkt zolang het schuurt, dat is in mijn ogen cruciaal voor een academische instelling. We hebben hier de exclusieve positie dat iedereen denkt, onderbouwt en debatteert. Ik vind het belangrijk om zoveel mogelijk verschillende perspectieven te horen, en open en transparant te handelen. Dat leerde ik al tijdens mijn studie bestuurskunde op de UT.’

Niet terugtrekken

Typerend voor Bult is dat ze sterk aan het proces hecht. ‘Ja, dat is me vaak verweten, maar ik vind dat je recht moet doen aan de complexiteit van iets. Binnen de UT zijn we snel geneigd om te denken in oplossingen, maar er zijn geen quick fixes. Ik vond het mooi wat Herman Tjeenk Willink eerder dit jaar zei bij Buitenhof over een regeerakkoord: laten we beginnen met een gezamenlijke definitie van de aan te pakken problemen, zonder dat we meteen een oplossing proberen te formuleren.’

'In een omgeving als deze is het kansloos om slimmer proberen te zijn dan iedereen'

Hoe vertaalt ze dat naar een actueel probleem, zoals de kamernood en het advies aan EU-studenten om na te denken over hun komst naar Enschede, als er geen zicht is op huisvesting? ‘Het is een acute en buitengewone situatie. Dat advies was afschuwelijk om te moeten geven. Maar een andere beslissing had onrecht gedaan aan de complexiteit van het probleem. Je studententijd is de meest fantastische tijd van je leven, maar we weten ook uit rapporten en ervaringen hoe uitdagend en onzeker het kan zijn.’

De kritiek na het CvB-advies laaide flink op. En kritiek hoort erbij als bestuurder, weet ze. ‘Ik kan niet zeggen dat het me niet raakt. Mensen zien je niet als persoon, maar als de vertegenwoordiging van een probleem. Soms schiet dat door in achterdocht, dat je niet met goede intenties handelt. Door die beeldvorming en al die meningen word je als bestuurder in verleiding gebracht om je terug te trekken. Nee, ik heb die neiging nooit gehad. In een omgeving als deze is het kansloos om slimmer proberen te zijn dan iedereen. Maar je kan wel wijsheid inbrengen en je menselijke kant behouden. Daar heeft het voor mij altijd om gedraaid, ik wilde hier waarde toevoegen.’

Eerste student uit familie

We lopen door richting de boulevard. Voor de hoofdingang van de Vrijhof, met uitzicht op de zwart-witte tent als epicentrum voor de Kick-In, stopt ze even. ‘Dit is de plek waar ik precies 32 jaar geleden ben afgezet door mijn ouders, dik tweehonderd kilometer van huis.’ Ze was de eerste uit haar familie die ging studeren. ‘Dat hebben mijn ouders altijd toegejuicht en gestimuleerd. Zeker na een wat stroef begin.’ Het is precies om die reden dat ze een speciaal steunfonds voor eerstegeneratiestudenten opende. ‘Mijn dochter start komende week aan de UvA en ik merk nu al dat het verschil maakt dat ze twee ouders heeft die gestudeerd hebben.’ Eenmaal bij de Bastille stopt ze opnieuw. ‘Een van de mooiste kanten van de UT is het studentactivisme, dit gebouw is het hart daarvan. Maar zo’n fenomeen blijft lang verborgen voor eerstegeneratiestudenten, terwijl het een fantastische manier is om jezelf te ontwikkelen. Het is een verrijking die ik iedereen gun.’

Richting UTrack en openluchttheater komt de reden van haar vertrek ter sprake. Heel nuchter: ‘Er kwam een unieke kans voorbij. En sowieso: op een gegeven moment moet je weg. Veel literatuur schrijft dat een bestuurstermijn van zes à zeven jaar op dezelfde plek ideaal is (de bestuurstermijnen in het hoger onderwijs zijn vier jaar of vaak acht jaar, red.). Dit is vooral een mooie kans op iets anders. Een ander spel, met andere regels. Ik kan mijn blik verbreden en me verder ontwikkelen.’ Dat wacht haar vanaf volgende week bij de afdeling advisering van de Raad van State. ‘Het is hartstikke spannend, zo’n nieuwe uitdaging. Ik hoop dat ik ook daar van waarde kan zijn, vooral als het gaat om de uitvoerbaarheid van nieuwe wetgeving door instanties. Juist daar zie je in Nederland de schoen wringen.’

Voor de muziek uitlopen

Op naar het O&O-plein, via de Oude Drienerloweg. In de verte staat Langezijds in de steigers. Nog zo’n project waar Bult nadrukkelijk bij betrokken was. ‘Het is een belangrijk moment als ITC ook in fysieke zin samensmelt met de UT. En de locatie is belangrijk voor Kennispark als geheel. Ik hoop dat we de campus en Kennispark minder los van elkaar gaan zien, maar als één gebied als belangrijke motor voor de regio. Daarvoor zijn we immers ooit opgericht.’

'Dat ik al 32 jaar onderdeel ben van deze gemeenschap, dat voelt echt als een cadeau'

Zoals Kennispark ooit begon en groeide, staat voor Bult symbool hoe de UT altijd voor de muziek uitloopt. ‘Het is niet altijd even zichtbaar wat we doen, maar dat vind ik niet belangrijk. Áls we het maar doen. De UT heeft altijd een goed plan, of het nou om het aanstellen van een ombudspersoon, onze ondernemendheid of de koers die we inslaan met Shaping. Anderen kunnen proberen die kunst te kopiëren, maar de UT heeft bewezen zich altijd nog opnieuw te kunnen uitvinden. Sterker nog, ik zou het mooi vinden als de UT met een nieuw CvB aan het roer een richting op zou gaan die ik zelf niet had kunnen bedenken.’

Droom

Het is tijd voor een afsluitende koffie bij de Starbucks. ‘Mijn meisjesdroom was om burgemeester te worden. Ja, die droom kan altijd nog werkelijkheid worden, maar het voelt wel alsof die de afgelopen zes jaar al is uitgekomen. Dat ik al 32 jaar onderdeel ben van deze gemeenschap, dat voelt echt als een cadeau. Ik ga vooral de mensen missen en ik weet: ik ga me nooit meer zo verbonden voelen met een organisatie.’

Precies op dat moment komt TNW-decaan Jennifer Herek aangelopen vanuit Hal B. ‘This is my goodbye interview with U-Today’, legt Bult uit. ‘Goodbye interview? Let’s hope it’ll turn out to be a see you soon-interview’, antwoordt Herek. Bult knikt. ‘Dat klinkt inderdaad veel beter.’

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.