Niemand waarschuwt je op je achttiende dat studeren ook kan betekenen: overgeven in een spierwit judopak, voor een volle tribune. Toch stond ik daar. Net weer begonnen met judo, na een mislukte flirt met de halve marathon. He-le-maal klaar met rennen. Tot vechtsportvereniging Arashi me vroeg: ‘We hebben nog een vrouw nodig voor de laatste etappe van de Batavierenrace.’
Mijn nieuwe pak ademde als een vuilniszak. Twee happen banaan en één boterham teveel en mijn maag gaf zich over. Vlak voor de finish spatte mijn lunch op de UTrack. De ‘Oeh!’ rolde als een schokgolf over de tribune, maar ik had geen tijd voor schaamte. Ik greep de vlag en zwaaide alsof ik nét elk universiteitsteam had ingehaald. Het publiek juichte alsof ik goud had gewonnen. Helaas won ik alleen kotsgolf twee.
Vanavond start de Batavierenrace opnieuw. Of althans, de alternatieve versie. Geen estafettefietsers die ’s nachts verdwalen in een donker stukje Duitsland, maar twintig uur lang hetzelfde asfalt over de campus. Niet één grote slotronde op de UTrack, maar elke vijf kilometer. En waarschijnlijk geen boterham op het tartan, al hebben teams als SJBier en het Bierteam vast hun eigen definitie van sportvoeding. De reden voor deze ommezwaai is simpel: er was geen bestuur te vinden. Te weinig studenten durfden hun studie een jaar op pauze te zetten voor de grootste estafetteloop ter wereld, zeker niet met de dreiging van de langstudeerboete in het vooruitzicht. Toch kwam er een alternatief: mét camping, Dominostent én eindfeest. Oprecht iets om trots op te zijn.
Toch vraag ik me af of vorig jaar niet de laatste ‘echte’ Bata was. Studentenactivisme neemt landelijk af. ‘Besturen voor je CV’ maakt steeds vaker plaats voor ‘werken voor je huur’. En als studentensport straks marktconform onbetaalbaar wordt, verdwijnen misschien zelfs de teams die nog meedoen.
Terugblikkend leek de tweede kotsgolf vooral gênant, maar misschien was hij symbolischer dan ik dacht. Een herinnering aan een tijd waarin student-zijn meer betekent dan studiepunten halen en schulden voorkomen. Een tijd waarin je mag verdwalen, experimenteren en af en toe iets volkomen onverstandigs mag doen.
Als we niet oppassen, verdwijnt straks niet alleen de banaan van de baan, maar ook het studentenbestaan. Misschien blijft er dan nog maar één soort Batavierenrace over: de langstudeerloop. In cirkels over het Binnenhof, met een schuldenmeter op je rug die elke kilometer oploopt. De finish? Een loket waar je je diploma mag ophalen met de bijbehorende terugbetalingsregels voor je studieschuld. Laten we hopen dat de Batavierenrace volgend jaar weer een parcours is vol omwegen, missers en een judopak dat ruikt naar banaan.