Het ECIO baseert het rapport op resultaten uit de Nationale Studenten Enquête. Van de 3303 UT-studenten die de enquête invulden heeft 20 procent te maken met bijzondere omstandigheden. Dan gaat het om een functiebeperking zoals ADHD, dyslexie of autisme of slechtziendheid, maar bijvoorbeeld ook om topsport, ondernemerschap of familieomstandigheden.
Uiteenlopende problemen
De problemen lopen eveneens sterk uiteen. Als belemmeringen noemen deze studenten vaak concentratieproblemen, angst en stress, maar bijvoorbeeld ook geldgebrek, vervoer of de fysieke toegankelijkheid van hun onderwijs.
Slechts 65 procent stapt bij zulke problemen naar de opleiding, al ligt bij de UT dat percentage met 70 procent iets hoger. Waarom doet de rest dat niet? De helft meent ondanks de belemmeringen geen ondersteuning nodig te hebben, maar er zijn ook studenten die op dit vlak te weinig vertrouwen hebben in hun onderwijsinstelling.
Studenten weten ook lang niet altijd waar ze terechtkunnen met hun vragen. Voor alle onderwerpen die het ECIO uitsplitst (van aanwezigheidsplicht tot geldzorgen), geldt dat steevast een paar procent het ‘heel onduidelijk’ vindt wie ze moeten aanspreken en nog eens 10 à 15 procent noemt het ‘onduidelijk’. Bij zorgen over geld en huisvesting zijn dat er nog meer: rond de 25 procent.
Begrip
Bij kleine en middelgrote onderwijsinstellingen ervaren studenten over het algemeen meer begrip dan bij de grote (zie grafiek). Zo UT toont bovengemiddeld veel begrip voor de bijzondere omstandigheden van studenten, schrijft het rapport. 76 procent is het eens met de stelling dat er begrip is voor hun bijzondere omstandigheid – dat is het hoogst van alle universiteiten.
Universiteiten: begrip voor bijzondere omstandigheden?
Volgens het rapport treft de UT in ruim driekwart van de gevallen een voorziening voor een student met bijzondere omstandigheden. 81 procent van die groep is tevreden tot zeer tevreden over de getroffen voorziening. Een vergelijkbaar percentage is tevreden met de informatie naar aanleiding van een gesprek.
Toegankelijk
De UT ‘scoort’ qua toegankelijkheid van gebouwen, website, leeromgeving en lesmateriaal overigens bovengemiddeld goed. De toegankelijkheid van de UT-gebouwen wordt door 96 procent van de respondenten gewaardeerd. Respectievelijk 92 en 93 procent is te spreken over de digitale leeromgeving en de website van de universiteit. Het lesmateriaal is voor iets meer verbetering vatbaar: 87 procent is daarover positief.
Natuurlijk hangt het antwoord op dit soort vragen over ook van de omstandigheid zelf af. Met een motorische beperking vind je gebouwen al snel slecht toegankelijk (25 procent). Wie een visuele beperking heeft, vindt vooral websites, lesmateriaal en de digitale omgeving minder toegankelijk.
