Rathenau: Talent lekt niet weg, goede wetenschappers komen en gaan

In vijftien jaar tijd kwamen er meer wetenschappers naar Nederland toe dan er uit Nederland vertrokken, meldt het Rathenau Instituut. Van een ‘braindrain’ lijkt geen sprake.

Het vertrek van Nederlandse topwetenschappers leidt soms tot hevige discussies: we jagen ze weg, zeggen critici. En ook: willen de beste buitenlandse onderzoekers nog wel hierheen komen?

Zulke discussies spelen bijvoorbeeld als universiteiten in hun personeelsbeleid minder nadruk willen leggen op het publiceren in prestigieuze tijdschriften en meer ruimte gaan bieden aan werkzaamheden als lesgeven, leidinggeven, samenwerken met het bedrijfsleven en het populariseren van de wetenschap. Dit beleid staat bekend als ‘erkennen en waarderen’ en critici vrezen soms dat Nederland hierdoor de focus op wetenschappelijke kwaliteit verliest en de aansluiting met het buitenland in gevaar brengt. Datzelfde geluid klinkt weleens rond open science: waarom zou je vooral moeten publiceren in tijdschriften die voor iedereen vrij toegankelijk zijn, als de tijdschriften achter een betaalmuur beter zijn voor je wetenschappelijke reputatie?

Maar er blijkt weinig aan de hand, schrijft het Rathenau Instituut in een nieuw rapport. Het is een komen en gaan in de wetenschap, maar zowel in aantallen als in kwaliteit lijkt de instroom en uitstroom van onderzoekers redelijk in evenwicht. Althans, in de jaren 2008 tot en met 2023. Dat is dus voordat het kabinet met zijn bezuinigingen kwam.

Dit baseert het Rathenau Instituut op de database Web of Science. Daarin kun je zien hoeveel artikelen wetenschappers publiceren en aan welke instellingen ze op dat moment verbonden zijn. Zo kun je volgen waar de auteurs naartoe verhuizen. Ook kun je zien hoe vaak de artikelen door anderen worden geciteerd.

Aantallen

Eerst de aantallen. Er kwamen iets meer wetenschappers naar Nederlandse universiteiten en onderzoeksinstellingen toe dan er weggingen: 17 procent tegen 14 procent. En dat is vergelijkbaar met andere landen.

Degenen die naar Nederland komen, verlaten het land soms ook weer: 29 procent doet dat binnen een paar jaar. Het omgekeerde gebeurt natuurlijk ook: een kwart van de uit Nederland vertrekkende wetenschappers keert binnen enkele jaren weer terug.  

In de bestudeerde periode van vijftien jaar groeide het aandeel buitenlandse onderzoekers aan de Nederlandse universiteiten van 40 naar 48 procent. Met name de technische wetenschappen trokken veel onderzoekers: in dat vakgebied kwamen er 40 procent meer onderzoekers hierheen dan er weggingen.

Kwaliteit

De kwaliteit van de migrerende onderzoekers is ook van belang. Het zou jammer zijn als alle goede wetenschappers over de grens gaan werken en de Nederlandse wetenschap er minder goede internationale wetenschappers voor terugkrijgt. Dat zou geen goede ruil zijn.

Maar zo zit het niet, blijkt uit dit onderzoek. Om de kwaliteit van wetenschappers te bepalen kijkt het Rathenau Instituut naar hun ‘citatiescore’: een veelgebruikte maat voor de impact van wetenschappelijke artikelen. De gedachte: hoe vaker vakgenoten je artikel aanhalen, hoe invloedrijker je onderzoek is.

Daarin blijken degenen die komen en gaan niet echt van elkaar te verschillen. Althans, over het algemeen. Per vakgebied zie je wel een iets ander beeld. De Nederlandse landbouwwetenschappers hebben sowieso een hoge ‘citatie-impact’. Degenen die komen, scoren daardoor bijna vanzelfsprekend minder goed dan degenen die weggaan. In de technische wetenschappen lijken er, als je alleen naar 2023 kijkt, juist beter scorende onderzoekers hierheen te komen. In eerdere jaren is dat patroon niet zo zichtbaar.

Overigens maakt het Rathenau Instituut deze analyses niet voor de sociale - en geesteswetenschappen. Die zijn namelijk ondervertegenwoordigd in de data van Web of Science.

Het instituut spreekt van een nulmeting. Misschien gaat de internationale mobiliteit van wetenschappers veranderen door de ‘toenemende geopolitieke onrust’, speculeren de schrijvers van het rapport. Ook kan ‘erkennen en waarderen’ (het personeelsbeleid waarin wetenschappelijke excellentie niet langer de enige maatstaf is) alsnog effect hebben.

Maar in vergelijking met Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland doet Nederland het vooralsnog gemiddeld. Frankrijk trok de minste onderzoekers, het kleine Zwitserland de meeste. Uit Zweden gingen relatief weinig wetenschappers weg, uit het Verenigd Koninkrijk juist meer.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.