Elk jaar beginnen zo’n vijf- à zesduizend studenten met een hbo-bachelordiploma aan een universitaire masteropleiding, al dan niet na een schakelprogramma. Eén op de tien masterstudenten aan de universiteit komt van een hogeschool.
Cijfers over het studiesucces in de masteropleidingen zijn maar moeilijk boven water te krijgen. Universiteitenvereniging UNL zet ze niet op de website. Studiefinancier DUO deelt nu wel informatie in een trendrapport.
Daaruit blijkt dat de studenten uit het hbo behoorlijk goed presteren. Met hooguit een jaar studievertraging behaalt zo’n 83 procent van hen het masterdiploma. Studenten die met een universitair bachelordiploma instromen, gaan minder snel: 77 procent komt in diezelfde tijd over de eindstreep.
© HOP. Bron: DUO. Meest recente cohort: 20/21 (hbo) en 19/20 (wo). Beeld is hetzelfde in andere jaren.
Na drie jaar uitloop is het aandeel gediplomeerden tot boven de 90 procent gestegen, in beide groepen. Ook de uitval is vergelijkbaar: rond de 4 procent haakt uiteindelijk af. Degenen die van de universiteit komen, zijn iets vaker geswitcht van masteropleiding. Dat doen de hbo’ers bijna nooit.
Argusogen
De regels van de overheid ontmoedigen hbo’ers om naar de universiteit te gaan. Ze krijgen geen basisbeurs voor hun wo-masteropleiding, maar wel voor een masteropleiding aan een hogeschool.
Ook universiteiten kijken met argusogen naar instromende hbo’ers. Een kwart van de academische masteropleidingen laat helemaal geen hbo’ers toe, ook niet als die een schakelprogramma hebben gevolgd. Sommige opleidingsdirecteuren menen dat hbo’ers een bedreiging zijn voor het studiesucces en de kwaliteit, bleek dit jaar uit onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs.