Nobelprijs naar econoom met Nederlandse ouders

De in Nederland geboren econoom Joel Mokyr wint samen met twee anderen de Nobelprijs de economie. Hij deed onderzoek naar de oorzaken van langdurige economische groei.

Eigenlijk veranderde er in de loop van de geschiedenis niet bijzonder veel in de economie: de levensstandaard ging nauwelijks omhoog. Soms was er wel een of andere doorbraak, maar dan hield het meteen weer op.

De afgelopen tweehonderd jaar daarentegen, sinds de industriële revolutie, is de economie meer gegroeid dan ooit tevoren. Dat komt doordat technologische innovatie en wetenschappelijke vooruitgang elkaar versterken en voor langdurige en opvallend stabiele groei zorgen, zag econoom Joel Mokyr. Afgezien van enkele economische crises, bijvoorbeeld in de jaren 30, is er sprake van een stijgende lijn.

Leiden

De Amerikaans-Israëlische Mokyr had Nederlandse ouders en is in Leiden geboren. Hij komt hier ook vaak. Zijn proefschrift aan Yale University ging over de geschiedenis van de economie in de Lage Landen.

Hij wint de halve Nobelprijs voor zijn geschiedkundige onderzoek naar het onderliggende mechanisme van de economische groei sinds de industriële revolutie: bruikbare kennis die in omloop raakt. Het gaat daarbij om kennis waarom iets werkt, maar ook hoe iets in de praktijk werkt.

Oude producten

De andere helft gaat naar de Fransman Philippe Aghion en de Canadees Peter Howitt. Zij presenteerden in 1992 een wiskundig model voor dit proces, waarin research & development tot ‘creatieve vernietiging’ leidt: oude producten verdwijnen van de markt door de opkomst van betere.

Ze lieten zien hoe R&D voor de maatschappij nóg meer baten heeft dan voor het bedrijf dat wil innoveren. Voor een bedrijf verliest verouderde kennis immers alle waarde, zodat het soms een risico is om in kennis te investeren. Maar innovaties bouwen op elkaar voort, dus voor de maatschappij als geheel is die verouderde kennis nog steeds waardevol.

Daarom kunnen onderzoekssubsidies uit economisch oogpunt zinvol zijn. Daar staat tegenover dat het oude ook door een kleine verbetering van een bestaand product (waar niet zoveel onderzoek voor nodig was) snel aan waarde kan verliezen. Dan gaat het weleens te hard met innovatie en hoef je minder aan R&D te subsidiëren, is het idee.

Officieel is er geen Nobelprijs voor de economie. Deze prijs van de Zweedse centrale bank is ingesteld ‘ter nagedachtenis’ aan Alfred Nobel en bedraagt eveneens 11 miljoen Zweedse kronen (omgerekend een miljoen euro).

De prijs voor de economische wetenschappen wordt ook pas sinds 1969 uitgereikt. De Nederlander Jan Tinbergen won hem als eerste, samen met een Noorse collega. In 1975 deelde Tjalling Koopmans hem met een Russische econoom. Drie jaar geleden won een derde Nederlander: Guido Imbens, samen met een Canadees en een Amerikaan.

 

 

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.