Wat inspireerde u om dit boek te schrijven?
‘De opleiding toegepaste wiskunde bestaat bijna zestig jaar aan de Universiteit Twente. De studenten die in 1968 aan de studie begonnen, zijn nu midden zeventig. Ik begon met het schrijven van dit boek, omdat ik hun herinneringen aan de studie wilde vastleggen. Ook gaat het over de geschiedenis van de jaren erna.’
Hoelang werkte u aan dit boek?
‘Inmiddels is dat zo’n drie jaar. Als gepensioneerde kon ik rustig geschikte mensen opsporen. Uiteindelijk interviewde ik zo’n 25 personen. Van alumni tot (oud-)docenten. De meeste wonen nog steeds in Twente, maar ik reisde ook af naar Groningen, Amsterdam en Utrecht. Eén geïnterviewde kwam speciaal naar de campus om hier oude herinneringen op te halen. In het boek, dat straks ruim tweehonderd pagina’s telt, combineer ik de interviews met honderdvijftig foto’s. Dat kostte aardig wat uitzoekwerk.’
Welke verhalen komen in het boek aan bod?
‘Het boek bestaat uit verschillende onderwerpen en hoofdstukken. Een deel gaat natuurlijk over de opleiding wiskunde zelf, bijvoorbeeld hoe die zich de afgelopen zestig jaar ontwikkelde. Daarnaast deel ik de herinneringen van (oud-)medewerkers en (oud-)studenten, omdat ik het human interest-aspect belangrijk vind. Daarom onderzocht ik wat de alumni bereikten in het werkveld. Wat voor mensen zijn wiskundigen eigenlijk? Hoe verliepen hun carrières? Waarom kozen ze voor het wiskundewereldje? En wat voor humor hebben wiskundigen? Tot slot gaat een hoofdstuk over studievereniging W.S.G. Abacus. Natuurlijk komen ook verhalen over het gebouw waar wiskunde werd gegeven, de Cubicus, aan bod.’
Hoe verzamelde u de verhalen en herinneringen?
‘Omdat ik zelf in 1970 aan de universiteit begon, kende ik nog veel mensen uit mijn eigen periode. Ik startte met degenen die een belangrijke rol hadden vervuld, maar veel gesprekken kwamen ook toevallig tot stand. Via via kreeg ik namen van mensen door die een leuk verhaal of een bijzondere anekdote hadden. Onder hen zat ook iemand van het eerste uur, die al in 1968 begon. Daarnaast waren er ook docenten van in de tachtig met een carrière van 35 jaar op de UT achter de rug.’
Voor wie is dit boek bedoeld: alumni, studenten, of een breder publiek?
‘Voordat de eerste letters op papier werden gezet, stelde ik mezelf diezelfde vraag. Uiteindelijk is het boek vooral bestemd voor alumni van de opleiding toegepaste wiskunde. Natuurlijk hoop ik ook (oud)docenten en huidige studenten te bereiken met deze verhalen, zodat de geschiedenis levend blijft.’
Wanneer komt het boek uit en hoe ziet de presentatie eruit?
‘Het boek komt in december uit, maar is al wel te bestellen. De eerste oplage bestaat uit vijfhonderd boeken met een prijs van 25 euro. Om het boek uit te kunnen brengen, werd crowdfunding opgetuigd. Daarnaast leverde het Universiteitsfonds een grote bijdrage, waardoor het boek gelukkig gedrukt uitgebracht kan worden. Om het boek aan de man te brengen, is het mijn doel om zoveel mogelijk alumni op te zoeken. Ik weet dat er zo’n 1500 alumni zijn, van wie het overgrote deel nog in leven is. Het zal nog een flinke klus zijn om de meesten op te sporen. Hopelijk vindt in december de boekpresentatie plaats, maar hoe die eruit ziet is nog niet ingevuld.’
Komt er nog een vervolg op dit boek?
‘Ik ga in ieder geval door met het vertellen van de geschiedenis. Dat ga ik straks doen door eerstegeneratiestudenten te interviewen.’
Herman Koppelman
