Medewerkers minder betrokken bij UT door thuiswerken

| Jelle Posthuma

Medewerkers zijn sinds de coronacrisis minder betrokken bij de UT, luidt een belangrijke conclusie uit het recent verschenen welzijnsonderzoek. Wel zijn ze nog altijd bevlogen en toegewijd – al kampt bijna de helft met een te hoge werkdruk. De meeste medewerkers willen in de toekomst (deels) blijven thuiswerken.

Het welzijnsonderzoek werd bijna twee maanden geleden afgenomen onder UT’ers. Uit het rapport blijkt dat medewerkers bevlogen, energiek en toegewijd zijn. De UT krijgt als rapportcijfer een 7,5. Tegelijkertijd ervaren medewerkers een hoge werkdruk. Zo vond 45 procent van hen de werklast (veel) te hoog. ‘Dat is niet uniek voor de UT’, zegt onderzoeker Jan de Leede, die het rapport opstelde. ‘Alle Nederlandse universiteiten kampen hiermee. Desondanks is de hoge werkdruk best zorgwekkend.’

De hoge werklast geldt met name voor academische staf met onderzoek én onderwijstaken. Net daarachter komen de managers, die sinds de coronacrisis een hogere werklast ervaren. ‘Voor de academische staf gold altijd al een hoge werkdruk. Maar bij de managers is de stijging opvallend. Volgens mij is het een gevolg van de bijzondere tijd waarin we leven: leidinggevenden ervaren meer werkdruk tijdens de coronacrisis.’

Het is ook aan diezelfde leidinggevenden om wat aan de werkdruk van medewerkers te doen, zegt De Leede. ‘Dit is al het beleid van HR. Het is heel persoonlijk wat medewerkers als prettig ervaren en wat werkdruk oplevert. Sommigen kunnen minder goed omgaan met de structuur – of het gebrek hieraan – tijdens het thuiswerken. Anderen ervaren de vrijheid juist als prettig. Deze situatie vraagt echt om maatwerk, en dat kunnen alleen de directe leidinggevenden beoordelen. Het is heel moeilijk om met een generieke oplossing te komen.’

Waves

Het welzijnsonderzoek is dit jaar voor het eerst in drie delen (‘waves’) opgesplitst: in het voorjaar, de zomer en het najaar. Voor de eerste ‘wave’ zijn 469 medewerkers ondervraagd in de periode eind april, begin mei. ‘Op deze manier kunnen we het welzijn op verschillende momenten meten’, vertelt De Leede. ‘Zeker in coronatijd kan de situatie snel veranderen. Daar liepen we vorig jaar tegenaan, toen we één rapport opstelden. Het is goed om vaker een vinger aan de pols te houden. Tegelijkertijd willen we medewerkers niet belasten met meerdere welzijnsonderzoeken per jaar. Daarom is de UT-gemeenschap opgesplitst in drie representatieve groepen. Deze week start de dataverzameling voor de tweede ‘wave’ van het welzijnsonderzoek.’

Lage betrokkenheid

De betrokkenheid van medewerkers met de UT is tijdens de coronapandemie achteruit gegaan. ‘Dit is vrijwel de enige afwijkende score in vergelijking met voorgaande jaren’, zegt De Leede. ‘Mijn interpretatie is dat medewerkers inmiddels al langere tijd thuiswerken, wat voor een bepaalde afstand met de campus heeft gezorgd. Medewerkers zijn nog altijd bevlogen over hun werk, maar de UT als organisatie is verder weg komen te staan. Het is wel belangrijk om te zeggen dat het niet om een volledig herhaalde meting gaat: de onderzoeksgroep van vorig jaar zag er anders uit.’

Hoewel de afstand met de campus is gegroeid, werken medewerkers wel weer meer op de UT in vergelijking met vorig jaar. Uit het welzijnsonderzoek blijkt dat ongeveer de helft van de UT’ers nog volledig thuiswerkt. ‘Medewerkers zijn inmiddels gewend aan thuiswerken. Docenten oordelen ook positiever over de onderwijskwaliteit. Dat vind ik een belangrijk signaal. Vorig jaar was het oordeel over de online onderwijskwaliteit nog zorgelijk.’

Medewerkers willen in de toekomst deels thuis blijven werken, gemiddeld twee of drie dagen in de week. ‘Er is een opvallend verschil als je kijkt naar leeftijd. Jonge medewerkers, zoals promovendi, zien het thuiswerken in de toekomst minder zitten. Mijn interpretatie is dat deze groep ook naar de campus komt voor sociale contacten, omdat ze thuis bijvoorbeeld nog geen gezin hebben. Ook willen ze het werk nog leren, wat uiteindelijk toch het beste gaat in een fysieke omgeving.’

Het is volgens De Leede verstandig om geen algemene richtlijnen voor het thuiswerken op te stellen. ‘Twee vaste thuiswerkdagen voor iedere UT-medewerker zou ik bijvoorbeeld onverstandig vinden. De UT doet er goed aan om de richtlijnen aan te passen aan de persoonlijke voorkeuren van medewerkers door maatwerk te leveren. Voor sommige medewerkers geldt bovendien: het werk kan alleen op de campus worden gedaan.’

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.