'Waar communicatie mogelijk is, kan gepest worden'

| Rense Kuipers

De landelijke dag tegen pesten is aanstaande zondag. Een verlengstuk van pesten in de gewone wereld is het cyberpesten, zegt docent communicatiewetenschap Niels Baas. Hij doet onderzoek naar het online risicogedrag van jongeren.

Baas probeert naar eigen zeggen op het gebied van cyberpesten de visie van jongeren in beeld te brengen. ‘Er wordt veel te veel voor jongeren gedacht, in plaats van namens hen.’ Om dit duidelijk te maken heeft Baas zijn eigen onderneming, waarmee hij ouders en leerkrachten voorlicht over het onderwerp.

Buitensluiten op Whatsapp

Maar wat is cyberpesten eigenlijk? ‘De exacte definitie is erg moeilijk’, zegt Baas. ‘Het is pesten, voor velen een vanzelfsprekend begrip, maar dan digitaal; gedrag online waarbij je mensen pijn doet, kwetst. Maar ook dat varieert per persoon hoe diegene daartegenaan kijkt.’

Cyberpesten komt volgens Baas tegenwoordig het vaakst op WhatsApp voor. ‘Wat je nu ziet is dat iemand wordt buitengesloten van de groepschats van Whatsapp, dat foto’s bewerkt worden en natuurlijk dat gepest wordt in de vorm van tekstberichten.’ Ook op andere manieren komt cyberpesten onder pubers en jongeren veel voor, zegt Baas, zoals via games als Minecraft of een app als Snapchat.

Online verlengstuk van offline

‘Gewoon’ pesten en cyberpesten gaan volgens Baas hand in hand. ‘Cyberpesten is een verlengstuk, de werelden lopen in elkaar over. Overal waar communicatie mogelijk is kan gepest worden. Als kinderen ‘offline’ gepest worden, vertaalt zich dat ook vaak door in de online wereld.’

‘Pesten gebeurt doordat iemand een andere persoon naar beneden duwt om daarmee zichzelf omhoog te duwen’, vervolgt Baas. ‘Vaak hebben de pestkoppen zelf problemen en hulp nodig, bijvoorbeeld vanwege een moeilijke thuissituatie. Door te pesten proberen ze hun eigenwaarde te vergroten en hun groepspositie te verbeteren.’

Naïviteit

Pubers zijn vaak naïef over wat ze allemaal delen, geeft Baas aan. ‘Ze hebben meestal niet door wat ze doen en voor wie hun gedrag zichtbaar is. Als iets op internet staat is het in de meeste gevallen zichtbaar voor iedereen. Dat besef hebben ze pubers en kinderen niet, ze missen voorzichtigheid.’

Wat Baas altijd aan ouders probeert mee te geven is dat ze geïnteresseerd moeten zijn in de wereld waarin hun kind zit. ‘Wat doet een kind allemaal online? Wat voor games spelen ze? Toen ik onlangs in de trein zat, hoorde ik een kind tegen de andere zeggen dat hij 15 miljoen coins had en de ander schepte op dat hij er 30 miljoen had. Bleek het om een voetbalgame te gaan (FIFA Ultimate Team, red.). Beschouw als ouder hun virtuele wereld als een echte wereld.’

‘In mijn onderzoek merk ik dat vooral kinderen in het basisonderwijs het leuk vinden als een ouder meekijkt’, vervolgt Baas, die tegelijkertijd waarschuwt: ‘Interesse tonen is goed, maar je moet er als ouder niet in doorslaan. Ik zie tijdens mijn voorlichtingen gelukkig wel dat ik steeds meer te maken heb met mediawijze ouders, die heel goed weten wat wel en niet kan.’

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.