Het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) heeft het systeem ontleend aan de Britse Engineering Council. De twee beroepsverenigingen tekenen vandaag een overeenkomst die ze zelf historisch noemen.
De titels zijn erkend in Groot-Brittannië en de voormalige Britse koloniën, maar ook in het Midden- Oosten en Zuid-Afrika. Er zouden meer landen zijn die het register willen invoeren.
Ingenieurs van universiteiten mogen zich straks chartered engineer (CEng) noemen. Voor hbo’ers is de titel incorporated engineer (IEng) gereserveerd. De hbo’ers kunnen eventueel doorgroeien naar de titel chartered engineer.
Ze mogen deze titels pas voeren na enkele jaren werkervaring en een toelatingsexamen: ze moeten een portfolio samenstellen van hun werkzaamheden en worden door twee examinatoren ondervraagd. Ook moeten ze in hun vakgebied blijven werken en “een scherp oog voor de maatschappelijke context” hebben. Dat zal allemaal in een puntensysteem worden bijgehouden.
De titel moet ingenieurs aanmoedigen hun vak bij te houden. De verwachting is dat ze samen kenniscommunities gaan vormen, oftewel kringen van vakgenoten die samen op het vak reflecteren, kennis delen en bijscholing volgen.
De ingenieurs kunnen hun titel verliezen als ze bijvoorbeeld drie jaar lang niets aan bijscholing doen, maar ook als ze ethische misstappen maken. Het is in die zin vergelijkbaar met het register van advocaten.
Misschien dat het register er ook voor zorgt dat ingenieurs langer voor het vak behouden blijven, hoopt directeur Micaela dos Ramos van KIVI. “De helft van alle afgestudeerde ingenieurs werkt na een paar jaar niet meer in het eigen vakgebied”, zegt ze. “Dat gaat heel hard. Dit register is misschien een stimulans om het vak bij te houden.”
Internationaal wordt volgens haar bij opdrachten vaak de eis gesteld dat de ingenieurs chartered of incorporated moeten zijn. Het register zou Nederlandse bedrijven daarom ook kunnen helpen in het verwerven van opdrachten.
Een bijkomend voordeel van het register is dat alumni sterker bij hun hogeschool of universiteit betrokken blijven. Er komt immers meer behoefte aan nascholing.