Peter Timmerman is een echte kenner als je het hebt over architectuur op de campus. Het nieuws dat de studentenwoningen het predicaat rijksmonument krijgen, stemt hem vrolijk. ‘Fantastisch nieuws. De patio’s stonden al op de gemeentelijke lijst van monumentaal erfgoed, maar met de status van rijksmonument zijn ze nog beter beschermd en is meer subsidie beschikbaar voor renovaties. Het is volkomen terecht’, benadrukt hij.
Volgens Timmerman kun je de architect ervan, Herman Haan, niet los zien van de context. ‘Haan was de ene helft van het jaar cultureel antropoloog in Afrika en maakte zoektochten naar volkeren. De andere helft werkte hij als moderne architect in Rotterdam.’ Haan hoorde volgens Timmerman bij een groep ontwerpers die het structuralisme aanhangen, een nieuw soort architectuur. ‘Het was de tegenhanger van het functionalisme. Dat waren de kolossale gebouwen zoals de Horst, voornamelijk op techniek geïnspireerd.’ De groep van Haan waartoe ook Piet Blom, Aldo van Eyk en Herman Hertzberg behoorden, verzetten zich tegen de massale architectuur. ‘Zij haalden hun inspiratie uit Afrika. Techniek leidde volgens hen tot saaie gebouwen. De architectuur was ontspoord en moest weer terug naar de rootsvan het wonen.’
Het leidde tot gezellige, knusse gebouwen. ‘Met veel laagbouw. De architectuur aardde met de omgeving en was vervlochten met de natuur.’ Timmerman pakt er een boek bij. De foto’s zijn van de patio’s op de campus. ‘Een deel ligt verdiept en het is heel subtiel ingepast in de omgeving.’ Zo ver Timmerman weet, is het complex heel uniek. ‘Dit vind je nergens in Nederland.’ Een plattegrond laat de opbouw van de patio’s zien. ‘Het zijn allemaal kleine structuurtjes. Het is weliswaar een groot gebouw, maar zo voelt het daardoor niet.’ Er is ook veel variatie, laat Timmerman zien. ‘Sommige patio’s zijn open en andere weer gesloten. Het voegt zich daardoor makkelijk met de omgeving. Je kunt er ook overheen lopen. Er is een schuine hellingbaan, die over de daken gaat. Een heel mooi stukje. Je ervaart de ruimtelijkheid en de intimiteit van het bouwen. Het is een feest om daar te zijn.’