Hoe zit het met het nieuwe onderwijsmodel? Hoe ver is het University College? En wat moet er allemaal achter de schermen gebeuren om de innovaties te stroomlijnen? Het is een greep uit de vragen die tijdens de zitting voorbij kwamen. Kees Ruijter vertelt over ATLAS. ‘We hebben twintig potentiele studenten op de lijst staan. En dat zijn niet zomaar studenten. Ze staan ook op de lijst bij onder meer MIT en Harvard. Iets meer meiden dan jongens en eromheen hebben we een groep van tien docenten gecreeerd. De huisvesting wordt waarschijnlijk Citadel.’ Dat waren de feiten. Over de op handen zijnde uitdagingen zegt hij: ‘Het selectieproces dienen we nog scherper onder de loep te nemen. Evenals de organisatie. We hebben hier te maken met een groep studenten die veel persoonlijke aandacht vraagt en daar rekenen ze ook op.’ Volgens Ruijter is ATLAS een leefgemeenschap. ‘Dat is nieuw voor ons. We zijn niet gewend om ons zo intensief met het studentenleven van onze studenten bezig te houden.’
Paul van Dijk gaat in op de Twente Graduate School. Er zijn negentien programma’s ingestuurd. ‘Die hebben we geclusterd en ondergebracht bij de vier onderzoekscentra.’ In zes werkgroepen worden verschillende vraagstukken van het promovendibeleid behandeld. Een ervan is het promovendivolgsysteem. ‘We beoordelen tussentijds hoe ze het doen. Binnen zes tot negen maanden volgt er een soort proefexamen. Op basis hiervan volgt een advies: stoppen, herkansen of doorgaan. Daarnaast heeft er elk jaar een beoordelingsgesprek plaats en maken de promovendi een plan van aanpak. Het is allemaal bedoeld om het proces zo goed mogelijk te monitoren.’
Ton Wennink spreekt over het herontwerp van de onderwijsondersteuning. ‘Denk aan Black Board, het roosterproces en het aanbieden van ruimtes. ‘We hebben geleerd dat het nieuwe onderwijsmodel een groeiproces is. We proberen een vorm van flexibiliteit te houden.’
Na de presentaties werd er in parallelsessies nagepraat en verder gediscussieerd.
Foto: Gijs van Ouwerkerk