Schroeven, salto's en adrenaline

Het is een grote, maar eervolle klus voor turnster Christina de Jonge en haar commissieleden: de organisatie van het allereerste NSK trampolinespringen, zaterdag 15 mei op de campus. `Zo'n compleet nieuw toernooi brengt wel druk met zich mee', zegt De Jonge, `maar dat maakt het juist ook aantrekkelijk.'

De Jonge, turnster van Linea Recta, zegt blij te zijn met het feit dat op de campus een NSK trampolinespringen wordt gehouden. Maar zo'n NSK had er wat haar betreft ook wel iets eerder mogen komen. `Trampolinespringen is een Olympische sport', zegt ze, 'maar bij ons in Nederland wordt het nog steeds te vaak beschouwd als een bijnummer van het turnen. Volstrekt onterecht natuurlijk.'

Maar er is ook een praktische reden voor het scheiden van turnen en springen: de toenemende animo voor het springen. Door de grote aantallen deelnemers was het trampolinespringen simpelweg niet meer onder te brengen in het NSK turnen.

Behalve dat De Jonge met haar collega's het eerste NSK trampolinespringen in goede banen moet leiden, doet ze zelf ook mee. In de wereld van schroeven en salto's heeft de grote trampoline haar voorkeur boven het turnen op toestellen of de kleine trampolines. Maakt De Jonge zelf kans op goud bij het NSK?

`Een heel klein kansje misschien', klinkt het bescheiden, `maar ik denk het niet. Ik spring ook op het laagste niveau. Sportief gezien is het voor mij belangrijk zo weinig mogelijk fouten te maken.' De Jonge ziet zichzelf niet direct als kandidaat voor eremetaal, maar haar club Linea Recta heeft wel een paar ijzers in het vuur. Ook bij de mannen op het hoogste niveau zijn er kandidaten voor goud, zilver en brons. De Jonge: `Een paar plakken moet te doen zijn.'

Terug naar het toernooi dat komende zaterdag wordt gehouden in de grote zaal van het UT-sportcentrum. Verwacht worden twintig teams van vier tot vijf personen, en nog eens zeventig individuele deelnemers. De Jonge: `Zulke aantallen hadden we natuurlijk niet verwacht. We zijn blij verrast met al deze reacties. Het bewijst eens te meer dat het trampolinespringen ook in Nederland volwassen is geworden.'

Volgens De Jonge is de adrenaline die bij het springen vrij komt de reden dat de sport haar zo boeit. Maar niet de enige: `Je moet je vooral aan het begin van de sprongen goed focussen. Een kwestie van je lichaam onder controle hebben.'

Het kan dus ook mis gaan en dan land je naast de trampoline. Maar volgens De Jonge - die behalve springster ook turnster is - is het springen niet zo gevaarlijk als het voor de buitenwacht lijkt. `In elke sport schuilt wel iets van gevaar, maar als je alles tegen elkaar afstreept, valt het best mee. Bovendien weten we ook hoe we moeten vallen en in negen van de tien keer blijft de schade daardoor beperkt.' Tot nu toe bleef De Jonge een val van de trampoline bespaard. Wel viel ze al eens bij het turnen van een toestel en brak daarbij haar pols.

Zaterdag nemen er aan het NSK bijna evenveel mannen als vrouwen deel. Gesprongen wordt er niet alleen op de grote trampoline, maar ook op een minitrampoline, pegases en tumbling. In groepsverband en individueel.