In de basiskartering zijn alle beschermde diersoorten op basis van de Flora- en faunawet opgenomen die waarnemers van Eelerwoude op de campus aantroffen tussen maart en september 2009. De VGD heeft met dit rapport, dat dinsdag werd gepresenteerd, een handvat voor de ontwikkeling van nieuwe bouwplannen. Als op een geplande bouwlocatie beschermde soorten voorkomen, moet vaak vroegtijdig een ontheffing worden aangevraagd en moeten er compenserende maatregelen worden genomen. Als een stuk bos, het leefgebied van bijvoorbeeld de havik, wordt gekapt, moet voor die tijd al elders op de campus nieuw bos worden aangeplant.
Eelerwoude concludeert dat het UT-terrein redelijk rijk is aan broedvogelsoorten: 47 in totaal, uiteenlopend van de koolmees tot de boomklever. Drie soorten komen voor op de zogenaamde Rode Lijst omdat ze zeer zeldzaam zijn. Dat zijn de grauwe vliegenvanger, de groene specht en de matkop.
Volgens het adviesbureau zijn er vrij onverwacht twee zeer kritische en strikt beschermde amfibiesoorten aangetroffen. Het gaat om zes kamsalamanders in een vijver bij de Witbreuksweg en drie poelkikkers in vijvers bij het Carillon en de Achterhorst.
Er werden twee zeldzame dagvlinders, de eikenpage en de kleine ijsvogelvlinder, waargenomen. Die hebben allebei geen beschermde status. Verder komen op de campus onder andere de eekhoorn, bunzing, hermelijn en reeën voor, allemaal zoogdieren met een lichtbeschermde status.
Dat er zeven vleermuissoorten op de campus leven, wordt als bijzonder omschreven, aangezien in heel Oost-Nederland maximaal veertien soorten voorkomen. Overigens zijn de vleermuizenhotels bij Citadel en Cubicus, die daar werden opgehangen toen er vleermuizen bleken te huizen in de gesloopte Ravelijn, nog niet bewoond. `Dat duurt altijd drie à vier jaar', aldus adviseur ecologie Gerard Lubbers van Eelerwoude. `Daarom zou je nu al kasten moeten ophangen voor bouwprojecten die over een paar jaar gepland staan.'
Lubbers deed zelf een deel van de waarnemingen op de campus. Hij verbaasde zich over het grote aantal verkeersslachtoffers van de paddentrek. Op één dag trof hij op de Bosweg, Langenkampweg en de Horstlindelaan tweehonderd paddenlijken aan. De UT kan daar volgens hem samen met de gemeente wat aan doen door duikers onder de weg te plaatsen.
Andere maatregelen die Eelerwoude adviseert is het aanleggen van geleidelijke overgangen tussen open terreindelen en bos. Ook zouden bij meer vijvers de oeverbeschoeiïngen plaats kunnen maken voor een geleidelijker verloop, iets dat gunstig is voor amfibieën.
Deze basiskartering is de eerste ecologische groenscan van de campus die op zo grote schaal is uitgevoerd. De campusflora is in het rapport niet opgenomen, omdat slechts twee lichtbeschermde soorten op het terrein zijn aangetroffen: de dotterbloem en de gewone vogelmelk.
![]() |
Poelkikker |
![]() |
Dwergvleermuis |
![]() |
Kamsalamander |
![]() |
Groene specht |
![]() |
Kleine ijsvogelvlinder |