 |
| De start van de Campusloop, met de lopers van het UT/Saxion-team – uiteraard – op kop. |
Het is een eer om voor het UT/Saxion-team te lopen.
Rick: `Het is sowieso een eer. Helemaal nu we extra vroeg zijn begonnen met het werven van lopers. Dit jaar vond er ook een stevige selectie plaats.'
Jony: `Andere jaren kwam het nog wel eens voor dat mensen een paar weken, of dagen, voor de Batavierenrace een telefoontje kregen of ze mee wilden lopen. Dat is nu echt niet aan de orde.'
Pim: `We hebben drie selectiewedstrijden gehad. Mannen moeten toch wel 16 kilometer per uur lopen en vrouwen 14 kilometer. Na de Campusloop hebben we vijf mensen op de reservelijst geplaatst. En geloof me, die balen wel.'
Rick: `Als ploegleiders hebben we continu overleg met elkaar gehad over de te selecteren lopers. Soms waren er best twijfels.'
Pim: `Iemand die we heel graag hadden willen hebben is Gert-Jan Wassink, een student van Saxion en echt een topatleet. Hij wilde zelf ook wel lopen, maar is het weekend van de Batavierenrace helaas op trainingskamp in Duitsland. In het huidige UT-team zit een aantal dames en heren heel dicht tegen de top aan. Zij moesten toestemming vragen aan hun trainers om mee te doen aan de Batavierenrace.'
Er staat een professioneel team, maar winnen doet het UT/Saxion-team niet.
Pim: `Er staat een heel, heel goed team. En dat winnen wordt afwachten. Zelf weten we hoe goed we zijn, maar dat weten we natuurlijk niet van de andere teams. Laatst sprak ik iemand van Groningen en toen zeiden we met een knipoog tegen elkaar: dit jaar is ons team niet zo goed hoor.'
Rick: `Dit jaar doen er ook nog eens meer universiteitsteams mee, dus de concurrentie is sowieso groter. Maar dat maakt het ook leuker. Zo heeft de UvA nu ook een team, zij hebben natuurlijk een forse achterban waaruit ze lopers kunnen selecteren. Als ik heel reëel ben: vorig jaar was onze achterstand op Groningen een half uur. Dat zou betekenen dat we nu op elke etappe een halve minuut goed moeten maken, dat is wel heel veel.'
Jony: `Groningen, ja, dat is wel onze echte concurrent, ze hebben gewoon toplopers.'
Pim: `Ik heb zelf in Groningen gestudeerd en weet hoe de mentaliteit er is. Die is gewoon goed.'
Jony: `Groningen heeft vooral heel snelle dames.'
Rick: `Het is een stad met veel meer hbo-opleidingen, dus daar profiteert zo'n team al van. Groningen heeft natuurlijk ook een grotere universiteit.'
Pim: `Enschede is een van de batasteden. Dat betekent dat veel goede lopers ook in andere teams belanden, van een studentenhuis of studievereniging.'
Al die teambuilding is onzin. Je moet gewoon zo hard mogelijk lopen.
Pim: `Daar gaat het zeker om. Maar je moet wel weten waarvoor je het doet.'
Jony: `We zijn dit jaar eerder begonnen en je ziet dat we daardoor meer lopers hebben die voor het team willen uitkomen. Gezelligheid is bovendien belangrijk voor het team.'
Rick: `Je zou ook een week van te voren een team kunnen samenstellen. Het is fijner als je elkaar beter kent, want het is leuker om voor een team te lopen dan voor jezelf.'
Pim: `Het is wel handig als je de naam van je teamgenoten weet. Een paar jaar geleden fietste er iemand met me mee, bedacht ik me dat ik niet meer wist hoe die heette.'
Rick: `Lopen doet echt veel pijn. Dan zou je soms liever stoppen, maar je gaat door omdat je het team niet wilt teleurstellen. En als het op seconden aankomt, kan de schreeuw van een teamgenoot je net even verder helpen.'
Jony: `Deze week hebben we de laatste teambuildingsactiviteit gehad op de baan bij Tion. Als je voor het eerst de Bata loopt, is het doorgeven van de hesjes iets nieuws. We hebben geoefend dat zo snel mogelijk te doen.'
Pim: `Tijdens de Bata is er veel stress met de busjes en de fietsers. Hoe kun je ondanks die stress toch een goede warming-up doen? En wat kun je als fietser voor je loper betekenen, door hem of haar bijvoorbeeld uit de wind te houden? Daar moet je je allemaal op voorbereiden.'
In de eerste drie etappes moeten we het verschil maken met de concurrentie.
Jony: `Ik vind dat het om de eindtijd gaat. We moeten de lopers zo goed mogelijk verdelen om tot een goede tijd te komen.'
Rick: `Ik zit direct te kijken wie we op de eerste etappes hebben lopen. Het is moeilijk. Je kunt beide strategieën verdedigen.'
Pim: `We hebben de Geuzenloop in Leiden gelopen en daar merkten we dat een relaxte voorsprong op zich fijn is.'
Jony: `Maar je kunt dan wel inkakken.'
Rick: `Je weet ook niet wat je tegenkomt bij de concurrentie. Soms zitten er enorme talenten tussen die meerdere minuten goed maken. Onze tactiek, en dat is vrij algemeen voor universiteitsteams, is om de snelste lopers op de langste etappes en de slotetappe te laten lopen. Daar kun je de meeste minuten pakken.
Ik jaag liever dan dat er op me gejaagd wordt. Het motiveert meer als je net iemand voor je de bocht om ziet gaan en als je merkt dat je steeds wat dichterbij komt, zeker in de laatste kilometers.'
Pim: `De vraag is ook wat leuke sport is. Van begin tot eind leiden is mooi. Maar het is ook gaaf om net op het eind iemand voorbij te lopen.'
Stel jullie winnen. Wat dan?
Pim: `Dan wordt het een heel lange nacht.'
Jony: `Ik denk dat we blij zijn als we op het podium komen, tweede zou al helemaal mooi zijn. Maar we gaan natuurlijk voor de eerste plaats.'
Rick: `Als we winnen, wordt het een heel mooi feest.'
 |
|
Voorafgaand aan de Campusloop (op 31 maart) presenteerde rector magnificus Ed Brinksma het UT/Saxion-team in de nieuwe tenues. |
