Theo Klijn studeerde in de jaren zeventig werktuigbouwkunde op de UT. Een sportieve student was hij en fanatiek lid van schaatsvereniging De Skeuvel. `Als wedstrijdcommissaris moest ik regelmatig wedstrijden organiseren. Toen in 1973 de eerste Batavierenrace naar Enschede kwam, moesten wij daar natuurlijk aan meedoen.' Klijn vertelt dat het eerste batateam van De Skeuvel bestond uit `behoorlijk getrainde jongens en meiden'. `We liepen zo hard dat we ergens in de top 20 zijn geëindigd', klinkt het met gepaste trots.
Na die eerste Batavierenrace was Klijn meteen verkocht. In al zijn studiejaren - tot 1981 - liep hij mee. Daarna begon hij zijn eigen ingenieursbureau Humeca, dat instrumenten ontwikkelt voor brandwondenbehandeling. Hardlopen deed hij alleen nog in zijn vrije tijd, de Batavierenrace was immers voor studenten.
Tot Klijn in 1999 een telefoontje kreeg van Gerben Roelofs, een oude Skeuvelvriend. `Of ik weer mee wilde doen aan de bata. In een team met allemaal oud-Skeuvelleden. Nou, hartstikke leuk natuurlijk! Vanaf 1999 ben ik toen weer gaan lopen voor de Batavierenrace. Sindsdien was ik elk jaar van de partij, behalve toen de bata werd afgelast wegens de MKZ-crisis. En die keer toen er tijdens de race een zwaar onweer losbrak en de organisatie het verstandiger vond om de wedstrijd stil te leggen. Toen zat er niets anders op dan weer met het busje naar Enschede te rijden.'
Ook in april 2005 moest Klijn verstek laten gaan. Hij lag toen wekenlang met een zware bacteriële infectie in het ziekenhuis. `Mijn conditie was zo verzwakt, dat ik echt niet kon hardlopen. Gelukkig ben ik weer helemaal hersteld.'
Nog steeds bestaat de harde kern van `zijn team' uit oud-Skeuvelleden. `Al haken er wel elk jaar meer af. We lopen de bata daarom ook met kinderen en familie van Skeuvelleden. Niet voor niets noemen we ons de `Fast Friends'. Ik ben inmiddels de oudste van dit team. Voor ons betekent de bata vooral een gezellige reünie. Elk jaar huren we na afloop een zaaltje in café De Buren (het voormalige café Hulscher, red), in Boekelo. Daar hebben we dan een buffetje en borrelen we na.'
Het grootste verschil met toen en nu noemt Klijn de drukte. `Feitelijk is de wedstrijd hetzelfde gebleven, maar qua drukte is het niet te vergelijken. Vooral die eerste jaren was het écht rustig. Bij de herstarts konden alle lopers nog gelijktijdig weg, dat zegt al genoeg.' Zelf liep hij in die jaren wel eens drie etappes per race. `Dan deed ik er 's nachts twee, ging een paar uurtjes slapen en liep ik vervolgens overdag de laatste etappe. Ja, ongelooflijk hé?'
Om nog maar te zwijgen over zijn tijden van toen. Als sportieve student haalde hij met gemak de 15 a 16 kilometer per uur. `Zelfs de 18 heb ik wel eens gehaald. Ja, ik was een fanatiek dondersteentje', lacht Klijn.
Bij de komende Batavierenrace hoopt de werktuigbouwkundige zijn ochtendetappe in 11, en misschien 12 kilometer per uur te lopen. Het gaat hem nu niet meer om het winnen, maar gewoon om het lopen van een lekkere etappe. `Al zie ik ook wel eens om me heen dat mensen stukjes gaan wandelen, dat gebeurt mij dus niet. Dat is mijn eer te na.'
En dat sommige deelnemers hem `vader' noemen, daar kan hij wel om lachen. `Ik krijg ook heus wel waardering. Studenten vinden het juist leuk dat zo'n team van de partij is. Ik denk dat dat typerend is voor de Batavierenrace: het gemoedelijke, dat gezellige. Iedereen heeft respect voor elkaar, iedereen heeft plezier en is zeer sportminded.'
Hoe lang Klijn nog blijft lopen, weet hij zelf eigenlijk ook niet. Zo lang het leuk blijft uiteraard. Maar er moeten niet teveel oud-Skeuvelaars afhaken. Want dan hoeft het voor Klijn ook niet meer.
![]() |
Theo Klijn (62), het oudste lid van Batavierenteam `Fast Friends'. De harde kern van de ploeg bestaat al jaren uit oud-leden van UT-schaatsvereniging de Skeuvel. (Foto: Arjan Reef) |