Ingezonden: Vreemde betoogtrant

| Redactie

Het is jammer dat ik al zo lang weg ben van de UT dat ik de Heer Dick Meijer nooit heb mogen ontmoeten. Ik twijfel er niet aan dat hij een uitmuntend onderzoeker en een bevlogen docent is, maar zijn manier van betogen in zijn brief “Al dat gekantel en gestuur” (in het UT-Nieuws van 18 februari) komt bij mij uiterst vreemd over.

Het is een betoogtrant die men heel vroeger in de politiek ook wel tegen kwam. Men begint te stellen dat iets of iemand ongelofelijk fout is. Dat doet men zonder deze bewering met ook maar iets van bewijs te staven.

Na het stellen van deze bewering gaat men er vervolgens toe over om het zojuist beweerde als onweersproken waarheid te hanteren. Iets of iemand is dus ongelofelijk fout.

In de klassieke oudheid kwam dat ook al voor en daarom heeft het Romeinse recht daarvoor een rechtsregel geformuleerd. Omdat de kennis van het Latijn op een Technische Universiteit niet zo breed verspreid is geef ik hierbij een vertaling in het Nederlands:

`Wat zonder bewijs gesteld wordt, mag ook zonder bewijs weersproken worden'.

Zo'n dialoog heeft dus absoluut geen zin en hoort mijns inziens in een academische omgeving eigenlijk niet thuis.

Alhoewel ik over het punt `Schools and Institutes' wel een mening heb, brengt het feit dat ik al zo lang weg ben met zich mee, dat ik deze niet inbreng in een dialoog die binnen de UT gemeenschap moet worden gevoerd.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.