Hoe fit is je veld?

| Redactie

`Een heel goed veld, dit', zegt Frank Gervedink Nijhuis van het UT-instituut Sport & Leisure over de mat van Ajax. En, nee, hij heeft het dan niet over het zoveelste in de Arena, maar over het kunstgrasveld naast de voetbaltempel van de Amsterdammers. Onder de naam Hoe fit is uw veld? onderzocht hij met student-assistent Arjan Heupers meer dan dertig Nederlandse kunstgrasvelden. De conclusie: ze verouderen sneller dan verwacht en voldoen na een jaar al niet meer aan de eisen van de KNVB.


Sport & Leisure is een onderdeel van het Biomedisch Technologisch Instituut en opereert vanuit de CTW-vakgroep van Fred van Houten, hoogleraar ontwerp, productie en management. Gervedink en Heupers trokken met een bus vol meetapparatuur door Nederland om de kwaliteit van de vaderlandse kunstgrasvelden te meten. `Na meer dan dertig velden heb je het wel een beetje gehad, maar het kunstgrasveld van Ajax is natuurlijk wel een leuk uitstapje', lacht Gervedink. Met de publicatie van de resultaten van hun onderzoek medio november hoopt hij een nieuwe bron van potentiële opdrachtgevers aan te boren. `Wij weten straks zelf meer, waardoor bedrijven uit de kunstgrasbusiness makkelijker bij ons aankloppen.'

Het duo voert dezelfde testen uit als keuringsinstantie ISA. Laatstgenoemde doet dat meteen na aanleg van het veld om te kijken of het aan alle eisen van de KNVB voldoet. Gervedink en Heupers kijken hoe het er nu uitziet. `Quick and dirty', zegt Gervedink. `Als je alles door middel van trial and error wilt bepalen, ben je veel te lang bezig.' De discussie over de rubberen infill van kunstgrasvelden - vaak fijngemalen autobanden - laaide onlangs weer op toen in Arnhem metingen boven een kunstgrasveld wezen op de aanwezigheid van kankerverwekkende stoffen. Gervedink heeft dat niet betrokken in zijn onderzoek, omdat hij kijkt naar de speltechnische eigenschappen van de velden. De infill van het kunstgrasveld bij de Amsterdam Arena is overigens ongevaarlijk, zegt hij.

Hoewel steeds meer betaald voetbal organisaties (bvo's) op kunstgras voetballen is de weerzin ertegen nog steeds erg groot. Spelers hebben een sterke, emotionele voorkeur voor echt gras. `Onterecht', oordeelt Gervedink. `Het enige doel is winnen, zeker voor Ajax. Je wilt toch als bvo niet afhankelijk zijn van een polletje of een plasje water? Juist clubs die technisch voetbal spelen, zoals Ajax, hebben veel baat bij kunstgras.'

Eén conclusie over de staat van de Nederlandse voetbalvelden durft Gervedink al wel te trekken: ze verouderen snel. `Een logisch gevolg van de speelintensiteit', legt hij uit. Je kunt op kunstgras vrijwel altijd spelen en daarom gebeurt dat ook vaak. Bovendien leveren clubs vaak twee velden in voor één kunstgrasveld. `En dan zie je dat zo'n voetbalveld in plaats van de achthonderd uur twaalfhonderd uur per jaar wordt bespeeld en je het in acht in plaats van twaalf jaar afschrijft.'

Binnen een jaar na aanleg voldoen de meeste velden eigenlijk niet meer aan de maatstaven van de KNVB. `Dan staan bijvoorbeeld de grassprietjes niet meer rechtop, waardoor de bal veel verder rolt dan op echt gras. Dan is het een soort laagpolig tapijt en blijft die bal maar gaan. Niet erg als je er aan gewend bent, maar als je normaal op gras speelt toch lastig.'

Maar, nuanceert hij meteen, zeker voor amateurverenigingen blijft kunstgras een ideale oplossing. `Als je als club vijftienhonderd leden hebt, die allemaal in het weekend een wedstrijdje willen voetballen en doordeweek willen trainen, dan is kunstgras perfect. Je kunt er altijd op terecht en de speeleigenschappen zijn constant. Zeker dat laatste is voor de pupillen erg prettig.' Daar komt bij dat kunstgras weliswaar duurder is in aanschaf, maar de helft goedkoper in onderhoud. Omdat je vaak voor één kunstgrasveld twee `echte' velden inlevert, heb je ook minder vrijwilligers nodig.'

Gervedink vindt wel dat de KNVB nog eens kritisch moet kijken naar de normen die het hanteert. `Want ligt het aan de velden of aan de eisen, dat de meeste kunstgrasvelden binnen een jaar niet meer binnen de gestelde marges vallen?'

`Dit is echt een goed veld', herhaalt Gervedink nog een keer bewonderend in gesprek met de terreinmeester Han van Wees van de Amsterdam Arena. Om daar onmiddellijk aan toe te voegen: `Maar dat mag ook wel, voor een half miljoen.'

Frank Gervedink Nijhuis (links) en Arjan Heupers testen de schokabsorptie en energierestitutie van het kunstgrasveld van Ajax. Op de achtergrond de Amsterdam Arena.
Frank Gervedink Nijhuis (links) en Arjan Heupers testen de schokabsorptie en energierestitutie van het kunstgrasveld van Ajax. Op de achtergrond de Amsterdam Arena.

Gervedink voert de testresultaten in op de laptop. Het veld van Ajax is het beste dat ze totnogtoe hebben getest.
Gervedink voert de testresultaten in op de laptop. Het veld van Ajax is het beste dat ze totnogtoe hebben getest.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.