`Pas bij ellende komen ze'

| Redactie

De aanpak van Marokkaanse probleemjongeren door de politie is teveel gericht op het ad hoc blussen van brandjes, concludeert promovendus Eric Bervoets, die vandaag promoveert bij de faculteit BBT. Hij pleit in zijn proefschrift Tussen respect en doorpakken; een onderzoek naar de politiële aanpak van Marokkaanse jongeren in Gouda, Utrecht en Amsterdam voor meer contact met wijkorganisaties en een prominente rol voor de wijkagent. `Met alleen reactief politiewerk ben je gewoon te laat.'


Drie jaar lang deed Bervoets veldwerk en bezocht hij bijna wekelijks Marokkaanse jongerensozen in Gouda, Utrecht en Amsterdam. `De ontvangst was in het begin erg wantrouwend', vertelt hij. `Zeker in Utrecht werd ik verre van hartelijk tegemoet getreden. Zo'n bezoek vergt een goede voorbereiding en begeleiding van lokale jongerenwerkers.' Relativerend: `Toen ze me eenmaal kenden, ging het prima hoor.' Lachend: `Als er dan al iemand iets riep van `wat moet jij hier?', was de reactie `bek houden, dat is Bervoets!'.

Eric Bervoets (35) behaalde in 1996 zijn bestuurskundebul aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Hij ging aan de slag bij het Houtense adviesbureau In-pact, dat veel contractonderzoek verricht voor de politie. Na twee jaar stapte hij over naar de Politieacademie in Apeldoorn. Daar belandde in 1998 een onderzoeksverzoek op zijn bureau van de korpsen Amsterdam-Amstelland, Utrecht en Hollands Midden. Die wilden al langer de effectiviteit van het beleid in probleemwijken met veel Marokkanen onder de loep nemen, maar pas toen een confrontatie met Marokkaanse jeugd op het August Allebé-plein in Amsterdam-West totaal uit de hand liep, werden spijkers met koppen geslagen.

`Het was een onderwerp dat me meteen enorm aansprak', blikt Bervoets terug. `Zelf heb ik er de vraag aan toegevoegd wat de invloed van de context op het beleid is. Is het überhaupt mogelijk om algemene aanbevelingen te doen? Misschien zijn er geen universele wetten, maar moet je maatwerk leveren.'

Bervoets vroeg UT-hoogleraar Kees van der Vijver, een autoriteit op het gebied van de politiewetenschap, als promotor. `Kees kent de blauwe wereld. Hij is een van de bekendste wetenschappers in het netwerk van politieonderzoekers. Bovendien is BBT een bestuurskundefaculteit; de aard en omvang van een probleem kennen is leuk, maar ik wil ook graag weten hoe het probleem wordt aangepakt en - hoewel een dissertatie daar niet primair voor is bedoeld - aanbevelingen voor beleid doen.'

De voornaamste conclusie: noch hardliners noch geitenwollensokken hebben het gelijk aan hun zijde. Bervoets pleit voor een tweesporenbeleid: `Niet te soft, maar ook niet alleen handhavend optreden.' Agenten moeten volgens hem weer terug naar het aloude adagium kennen en gekend worden. `Dat is een oud politieleerstuk', zegt Bervoets. `Ken je pappenheimers. Het viel me op dat de politie te weinig investeert in contacten met bestaande sociale structuren, zoals buurtvaders of bewonerscommissies. Juist in tijden dat het goed gaat, moet je dat doen. Als je dan op een gegeven moment toch moet gaan handhaven, dan werkt het veel beter wanneer je de mensen in de buurt al kent.' Bervoets sprak bijvoorbeeld met het bestuur van een moskee in Utrecht. `Zij zeiden: de politie komt alleen wanneer er problemen zijn.' Ja, de marechaussee was er een keer op excursie geweest, vertelt Bervoets, maar dat was omdat de zoon van een van de moskeegangers daar werkte en voor zijn collega's een bezoek organiseerde. `Maar mijn eigen politie zie ik niet, zei de imam. Pas bij ellende komen ze.'

Van Bervoets moet de politie de wijk weer in. En dat is meer dan, zoals het wel eens denigrerend wordt omschreven, gezellig een babbeltje maken en een bakkie doen. Fel: `Contacten binnen de wijk zijn zelfs voor de AIVD een ontzettend belangrijk middel om terrorisme te bestrijden.' Natuurlijk kost dat tijd en geld. `Maar als het gaat om kosten en baten kun je rellen beter voor zijn.' Schamperend: `Het keiharde optreden in de Franse banlieus in opdracht van minister van binnenlandse zaken Nicolas Sarcozy heeft de spanningen ook niet weggenomen.' Bervoets verwijst naar opnieuw dreigende onlusten in de Franse voorsteden. `Met alleen reactief politiewerk ben je gewoon te laat.'

Zelfs de `slechtste' wijken bieden potentieel, meent hij. `Ondanks alle ellende bestaat bij veel mensen de bereidheid om iets te doen, zoals surveilleren in de buurt of gezamenlijk de wijk een beetje opknappen. Je moet de diamantjes ook kunnen zien. Net als dat bij de politie ook echte vakmensen rondlopen. Lange Ton bijvoorbeeld, een wijkagent in Amsterdam. Dat is een agent die echt gerespecteerd wordt door de Marokkaanse jongens. Als Mohammed of Saïd nog wat bonnetjes uit hebben staan, zegt hij dat. Vanmiddag betalen en anders kom ik je halen. Leuk vinden ze dat niet, maar ze accepteren het wel.'

Het is goed te onthouden dat de politie en het gros van de wijkbewoners streven naar een gezamenlijk doel, vindt Bervoets. `Iedereen wil een rustige, veilige leefomgeving en een goede wijkreputatie. In de wijken waar ik veldwerk heb gedaan, schaamden de mensen zich voor hun wijk. Hoe je het ook wendt of keert, het gaat om een kleine minderheid die zorgt voor zo'n stigma.'

De promovendus pleit voor programma's op basis van what works, waarin wijkagenten bekend worden gemaakt met methoden die in andere wijken nuttig bleken, maar waarbij wel ruimte is voor maatwerk. Immers: de ene wijk is de andere niet. Eén van de aanbevelingen die Bervoets doet, is dat agenten van degelijke achtergrondinformatie worden voorzien over de wijken waar ze komen te werken.

Een andere aanbeveling is dat politiemanagers letten op signalen van frustratie en pessimisme. `Een agent die moedeloos is en geen alternatieven ziet voor handhaving werkt spanningen in de hand. Dat moet bespreekbaar worden gemaakt, want de politie ontleent haar legitimiteit aan effectiviteit en steun uit de samenleving.'

Franse toestanden vreest Bervoets niet, hoewel de voedingsbodem er wel is. `Het grote verschil met Frankrijk is de schaal. Met alle respect, maar Amsterdam is internationaal gezien natuurlijk gewoon een dorp. Wij kennen geen no-go-area's, ook al worden sommige wijken wel eens zo genoemd. In Nederland plaatsen alleen individuen zich buiten de samenleving, niet hele wijken.'

In Amsterdam-West braken in april 1998 relletjes uit nadat de politie een viertal jonge Marokkanen arresteerde. (Foto: Marco Okhuizen (ANP))
In Amsterdam-West braken in april 1998 relletjes uit nadat de politie een viertal jonge Marokkanen arresteerde. (Foto: Marco Okhuizen (ANP))

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.