De discussie over bindend studieadvies laaide onlangs weer op toen de universiteitenvereniging VSNU en minister van Onderwijs Maria van der Hoeven een pleidooi hielden voor landelijke invoering. Een pleidooi dat indruist tegen de koers van de UT. Met de maatregelen in de onderwijsnota wil de UT juist de invoering van het bindend studieadvies voorkomen, zegt UT-beleidsmedewerker Rob van Dijk: `Bindend studieadvies is geen doel an sich maar een laatste remedie om het studierendement op de UT te verhogen. Rigoureus met de botte bijl hakken doen we dus niet en we staan er ook niet volgend jaar al mee te wapperen. Het BSA is met het nodige elastiek in de nota opgenomen. Richtlijnen voor invoering ervan zijn er daarom niet.'
De komende jaren wenst de UT in te zetten op het verhogen van de onderwijskwaliteit: een set van maatregelen die eerder dit jaar al is aangekondigd door CvB-voorzitter Flierman. Van Dijk: `Het gaat onder meer om de beschikbare capaciteit van studiebegeleiding, het verbeteren van het studentenvolgsysteem, het bijspijkeren van het wiskundeniveau van eerstejaars en een snellere inzetbaarheid van studentenpsychologen.'
De omvang van het pakket van maatregelen is volgens Van Dijk tevens het knelpunt van het beleid. `Je kunt namelijk nooit één op één een correlatie aanbrengen tussen verhoging van het studierendement en een ingevoerde maatregel. Dan zouden andere onderwijszaken namelijk constant moeten blijven. Dat lukt niet. We hebben te maken met een breed onderwijsgebied dat we willen verbeteren.'
De onderwijsnota volgt, waar het gaat om het BSA, de lijn van het UT-Instellingsplan. Hierin staat dat de UT er alles aan moet doen om de randvoorwaarden voor een succesvolle afronding van de studie te optimaliseren. Wanneer blijkt dat ondanks al deze inspanningen studenten toch `volstrekt onvoldoende resultaten' boeken, zal de UT gebruik maken van bindend studieadvies.