`STW financiert technisch wetenschappelijk onderzoek, maar mijn onderzoek ging over het handelen van actoren ten opzichte van ICT in bouwprojecten. STW gaf aan dat ze graag wat wilde met de bouw. STW vond mijn onderzoek interessant omdat het ook een technisch component bevatte. Om die reden hebben we het voorstel daar ingediend. De referenten waren unaniem positief en we zagen het dan ook optimistisch in. Dat de commissie uiteindelijk niet voor ons onderzoek heeft gekozen, was jammer. Vervelender was dat we nooit zullen weten waarom ons voorstel niet is aangenomen. Misschien waren de andere voorstellen ook heel goed gerefereerd, of was dat van ons toch niet technisch genoeg. Het blijft gissen. We hebben het voorstel ook in licht aangepaste vorm ingediend bij de Cornelis Lely Stichting. Dat was evenmin een succes. Opnieuw hoorden we niets over de afwegingen die de beoordelaars hebben gemaakt en dat is jammer.
`Het hele proces kostte enorm veel tijd en moeite. Nu klinkt het allemaal misschien als een compleet drama, maar ik denk er absoluut niet alleen negatief over. Niet alleen die enorme tijdsinvestering is blijven hangen, maar ook de manier waarop je bezig bent met je opzet. Dat is heel intensief en daarom heb ik er misschien wel beter over nagedacht dan normaal. Ook met de reacties van referenten kun je later weer je voordeel doen. De STW-eis dat ook een gebruikerscommissie zich over jouw voorstel buigt, daar heb je ook enorm veel aan. Zo'n weloverwogen mix van partijen is goud waard. Het contact met de praktijkcommissie heeft me een uitgebreid netwerk opgeleverd dat later onder andere weer van belang kan zijn voor andere subsidievoorstellen. Het is dus niet allemaal weggegooide tijd.
`Uiteindelijk gaat het inderdaad misschien nog wel meer om informele regels dan formele eisen. Wellicht moeten we op dat punt meer doen aan kennismanagement binnen de UT. Toen wij dat voorstel opstelden, hadden we geen enkele ervaring; wij kenden de tips & tricks niet. Pas nadat we een reactie hadden gehad van de referenten zijn we bij hoogleraar Suzanne Hulscher langsgegaan met de vraag: hoe moeten we hierop reageren? Misschien hadden we dat eerder moeten doen.
`Ik heb er, ondanks dat de forse tijdsinvestering niet het gewenste resultaat opleverde, dus geen onverdeeld slecht gevoel bij. Al blijft het zeer onbevredigend dat ons voorstel twee maal werd afgewezen zonder dat we ooit hebben gehoord op welke grond. Feit blijft dat we een goed voorstel hebben neergelegd en veel ervaring hebben opgedaan. Dat is ook veel waard.'
Arjen Adriaanse