Somber is Nimis niet gestemd over de koers van UT, maar hij wil op de valreep nog wel iets hartigs kwijt. Dat mag ook wel eens een keer. Als voorlichter werk je nou eenmaal altijd in de schaduw van de bestuurstop en word je geacht de eer aan je baas te laten. Zo werkt dat. Toch? `Eh, ja, dat is je rol, je vak. Ik hou er van in de buurt van de beslissers te zitten, dat is een keuze. Ik voel me meer een boardroom-editor dan een jaknikker. Maar natuurlijk maak je wel steeds je afwegingen: kan ik dit nu wél of juist níet inbrengen. Soms is dat moeilijk en dan slaap je er een nachtje over. En ja, je hebt zeker enige invloed. Als bestuurskundige heb ik dat altijd een heel interessant proces gevonden. Bestuurders hebben behoefte aan adviseurs. Zo voel ik me ook, adviseur. Ik voorzie ook dat het beleidsbureau van de UT, dat overigens weer een leuke club begint te worden, en Bureau Communicatie steeds verder naar elkaar toe zullen groeien.'
Natuurlijk, het was een prachtige tijd. Eerst die studie, een plek in de universiteitsraad, diverse banen binnen de UT. Na zestien jaar doet zo'n vertrek best pijn, vertelt hij. Maar de scherpte is er bij hem af. `Ik kwam hier als een soort angry young man, een jong ventje dat de wereld wilde veranderen. Dat elan wil ik elders weer opbouwen. Ik zie om me heen dat er bij sommige mensen een zekere arrogantie en gevoel van vanzelfsprekendheid is ontstaan, verzuring ook. Maar let op: we zijn met z'n allen niet zo onaantastbaar en vernieuwend als we denken te zijn. Ik sprak laatst iemand die na een jaar of vijf weer even terug was en ook het bedrijvenpark aan de overkant van de UT had gezien. Hij vond het daar eerlijk gezegd vergane glorie, een gribus bijna. Ik schrok ervan, maar ik ben het er wel mee eens. Alleen, we zien het zelf niet meer. En zo zijn er meer dingen die veel beter kunnen. Anne Flierman heeft dat haarfijn door en waarschuwt daar ook voor in zijn verwondernotitie.'
Heb jij daar nog aan meegeschreven?
`Dit stuk komt helemaal van Anne. Zijn analyse deel ik - we moeten ervoor uitkijken niet weg te zakken. Het stuk had daarom van mij wat scherper gemogen.'
Nimis had wel zijn aandeel in de bestuurlijke agenda van het CvB, zeg maar het werkplan voor het komende jaar. Zonder dat hij nou razend enthousiast is over het eindresultaat. `Nee, het is geen verschil van inzicht. Zoveel licht zit er niet tussen.' Maar zelf, erkent hij, zou hij nadrukkelijker inzetten op een selectieve groei van de masteropleidingen met topstudenten uit de hele wereld, méér dan vooral het accent te leggen op de bacheloropleidingen. `Ik zou kiezen voor kwaliteit en maatwerk, meer dan een kwantitatieve groei naar de gewenste tienduizend studenten. Profileer je als instelling bij buitenlandse studenten, die - uitgenodigd door tophoogleraren van de UT - hier komen studeren vanwege het onderzoeksklimaat. Misschien zitten er wel potentiële Nobelprijswinnaars tussen. En zorg ervoor dat deze talenten, als ze dat ambiëren, direct na hun studie of promotie een eigen bedrijf kunnen opzetten. Help ze daarbij, ook juridisch. Regel dat hele traject, dát kan als instelling je meerwaarde zijn. Kijk naar al die kleine bedrijfjes bij Mesa+. Die zijn daar heel goed bezig.'
Nimis noemt het allemaal actiepunten die wat hem betreft vallen onder de noemer kennispark. Aan het Zernikepark in Groningen, waar zowel de RUG, de Hanzehogeschool als bedrijven zijn gevestigd, kan de UT een voorbeeld nemen, vindt hij. `Maar dan moet er wel echt iets gebeuren. Er staat nog geen paal in de grond. Regel locaties. Een gebouw als Langezijds bijvoorbeeld is uitstekend in te richten voor nieuwe bedrijven. Zo'n stap zal in hoge mate bijdragen aan je eigen identiteit en profiel.'
En dat is nodig, vindt hij. `Er is een nieuw college van bestuur, er zijn veel nieuwe mensen aangetreden op sleutelposities. Het momentum is er. Wat is ons merk? Wat willen we uitstralen? Wat doen we met het gegeven dat de UT op dit moment meer niet-technische dan technische studenten heeft? Hoe past de 3TU-federatie in het beeld? En hoe breng je gezondheidswetenschappen weer in positie, zonder dat het een kloon blijft van bestuurskunde. Koers met deze opleiding naar een aansluiting met technische geneeskunde en biomedische techniek. Met zo'n blok afficheer je je ook. Zet snel meer brede bachelors op. Het was ooit ons eigen idee, maar andere universiteiten zijn er verder mee.'
Nimis maakt een montere indruk, heeft alles netjes op een rij staan. Hij begint aan iets nieuws, dat is altijd leuk. Het is alsof er een loden last van hem is afgevallen, nu de kogel door kerk is. Zo af en toe zie je ze nog wel eens over de campus schuiven, die twee. Het hoofd zelf en zijn rechterhand, Gerard van Emous (die hem tijdelijk en wellicht definitief gaat opvolgen). De kragen omhoog, rustige tred, diep in gesprek. Met oog voor de flora en fauna van het fraaie terrein. Maar aan alles komt een eind. Zo ook aan het onafscheidelijke wandelduo. Een jaar of acht geleden vormde Nimis ook al een vast koppel met de vorig jaar naar Australië vertrokken Leo Goedegebuure (die hij binnenkort gaat bezoeken). Dit team werd in deze krant soms aangeduid als Slim & Sluw, vanwege de wijze waarop zij, als beleidsadviseurs en geloofspredikers van het college van bestuur, de major-minor filosofie aan de man moesten zien te brengen. Nimis modelleerde, zegt hij, in die tijd ook het fenomeen Student Union en begon te werken aan een groot oeuvre aan beleidsdocumenten. Achter de schermen.
Je hebt allerlei bestuurders voorbij zien komen, in alle soorten en maten. Met al hun hebbelijkheden. Je zat er bovenop. Daar zaten heel wat ijdeltuiten tussen. Menigeen zag jou als een absolute adept van Frans van Vught. Klopt?
Nimis reageert fel. `Ik ben zeker geen adept van Van Vught, nooit geweest ook. Maar ik noem hem wel een man met visie. Een visionair. Dat had de UT, toen hij kwam in 1997, nodig. Dat zie je nu ook met zijn oordeel over de voorgenomen 3TU-federatie. Frans ziet een fusie als enige optie. Ik sluit niet uit dat hij gelijk heeft, maar dat is dan mijn persoonlijke opvatting. Het huidige college wenst de zaken eerst op een rij te zetten en de UT-gemeenschap erbij te betrekken. Maar je weet nooit wat er gebeurt als die federatie eenmaal een feit is. Kijk, Van Vught slaagt er ook nu weer in, op afstand, de aandacht naar zich toe te halen. Dat heb je of dat heb je niet. Aan de andere kant kon hij mensen om zich heen geweldig in de gordijnen jagen. Dat was dan weer zijn schaduwkant. Dit college, met Flierman voorop, wil echt transparant en met open vizier opereren. Streven naar consensus. Overleggen. Draagvlak creëren. Dat heeft de UT op dit moment hard nodig. Nee, ik liep niet blind achter Van Vught aan. Sterker nog: bestuurders zijn ook maar gewone stervelingen met al hun zwakheden. Ik bedoel: ze vinden het maar wat fijn om hier en daar tegengas te krijgen van mensen in hun omgeving.'
En daar hoorde Nimis onmiskenbaar bij. Ga maar na: hij zat na zijn afstuderen eerst bij het beleidsbureau van de UT, schoof daarna, jong als hij was, door naar de post bestuurssecretaris, deed die klus een jaar of twee, drie en werd toen geroepen tot het ambt van hoofd Bureau Communicatie, dat toen overigens nog CenT heette en een zieltogend bestaan leidde.
Nimis: `Ik heb die belachelijke naam direct afgeschaft. Dat was vijf jaar geleden. Ik trof een tent aan waar veel ontevredenheid heerste over het gevoerde beleid. Er was onzekerheid over de toekomst. Ik werd al snel met de forse UT-brede reorganisatie geconfronteerd. Ik moest mensen ontslaan, wat ik nog nooit had gedaan. Dat was niet de leukste periode. Ik heb het heel zwaar gehad en zou die exercitie niet willen over doen. Mijn taak was het ook de cultuur te veranderen. De tijd van alleen maar folders maken was voorbij. Ik hield de medewerkers de vraag voor wat hun bijdrage kon zijn aan de doelen van de UT.'
Beetje tevreden over wat je achterlaat?
`Eh, nou ik ben best trots over de aanzienlijke hogere studenteninstroom, 23 procent meer dan vijf jaar geleden. Dat ligt natuurlijk ook aan de diverse nieuwe opleidingen, maar daarnaast aan het feit dat we het Duitse grensgebied zijn ingestapt. Verder, mijn bureau beschikt over een managementsinfosysteem. Daar kunnen faculteiten meer gebruik van maken dan nu het geval is. En onderdelen van de voorlichting aan aspirant-studenten kunnen veel speelser, zoals Advanced Technology en EDMM dat doen. Met saaie monologen jagen we de mensen juist weg. En tenslotte: er zit een UT-brede branding aan te komen. Ik sluit niet uit dat zelfs het vertrouwde UT-logo en de huisstijl ter discussie worden gesteld. Jammer dat ik dat niet meer mag meemaken.'
Arwin Nimis: …speelser…(Foto Arjan Reef)