Hoe wordt iemand fulltime badmeester? Siers (62) vertelt dat hij in het vak `rolde'. Als pupil bij de Oldenzaalse Zwem- en Poloclub (OZ&PC) kwam hij via allerlei opleidingen in het zwemonderwijs terecht. `Hobby werd dus werk.' In 1970 komt hij als `chef zwembaden' in dienst van de UT. Al was er toen nog maar één zwembad, het buitenbad. `Dat was wel extra lang open.' In de wintermaanden verruilde de badmeester zijn job voor een kantoorbaan. `Het waren nog de opstartjaren van het Sportcentrum. Het was toen belangrijk om aan te tonen dat sport bestaansrecht had op onze campus. Dus maakte ik grafieken van het aantal bezoekers en de verschillende sporten die beoefend werden.'
In 1971, met de komst van het binnenbad, kreeg Siers het steeds drukker. `Toezicht houden, watercontroles en zwemles. Dat laatste in eerste instantie aan studenten en oudere medewerkers die nog niet konden zwemmen. Ook kinderen van medewerkers mochten lessen. Later ging het Sportcentrum het binnenbad verhuren aan externe bezoekers.' Onder leiding van Siers werd een aantal cursussen opgezet, waarin de UT een `absolute' voortrekkersrol speelde. `Zoals zwemles voor kinderen onder de zes jaar, voor moeders met peuters en voor zwangeren. Daarmee haalden we zelfs bladen als Libelle en Margriet.'
Rond het begin van de jaren tachtig zag badmeester Siers de toekomst van het zwemmen op de UT somber in. De eerste grote verbouwing van het Sportcentrum kwam er aan en het zwembad zou op de sluitingslijst staan. `Toen besloot ik in mijn woonplaats Oldenzaal samen met mijn vrouw een zwemschool op te starten. Uiteindelijk kwam van die sluiting niets terecht. En dus had ik een dubbele baan. Dat waren pittige tijden. Overdag aan het werk op de UT en in de avonduren lessen in mijn eigen zwemschool. Om dat te kunnen bolwerken ben ik uiteindelijk één dag minder gaan werken op de campus.'
Ooit behoorde de badmeester tot de regionale zwemmerstop. Hij zucht: `Nee, landelijk is me dat niet gelukt. Schoolslag, dat was mijn favoriete slag. Nu trek ik drie à vier keer per week nog mijn baantjes. En dan een kilometertje of anderhalf, daar blijf je fit bij. Dat wil ik dan ook absoluut blijven volhouden.' Want Siers is overtuigd van de positieve invloed van water op het lichaam. `In het water ben je onbelastbaar. Zwemmen zorgt voor een uitstekende gezondheid. Als heel veel andere sporten niet meer mogelijk zijn, bijvoorbeeld door ouderdom of zwangerschap, dan kun je toch nog altijd het water in duiken.'
Als hij terugblikt op zijn UT-periode, verbaast het hem dat die 35 jaar zo snel zijn gegaan. `Maar als je plezier in je werk hebt, dan merk je dat niet.' Hij noemt het campusbad een `uitzonderlijk bad' wat betreft de bezoekers. `Studenten en medewerkers luisteren naar je, dat maakte het werken ook prettig. Bovendien zijn zwemmers altijd goed gemutst, ze doen het immers voor hun plezier of voor hun gezondheid.' Een paar keer heeft hij mensen uit het water moeten redden en die staan hem nog helder voor de geest. Want als badmeester hoop je natuurlijk dat zoiets je nooit overkomt. `Er was eens iemand die een epilepsieaanval kreeg en op de bodem van het zwembad lag. Gelukkig heeft diegene het gered, maar het was een verschrikkelijke ervaring. Vaak waren het wel buitenlandse medewerkers of studenten waarbij ik moest ingrijpen. Zij zijn niet gewend aan baden waarin je niet kunt staan. Bovendien hebben ze vaak geen zwemdiploma. Wat dat betreft is Nederland uniek: hier kan bijna iedereen zwemmen. Het is dan ook erg jammer dat steeds meer scholen het schoolzwemmen afschaffen. Ik ben daar altijd een enorm pleitbezorger van geweest. De kans bestaat nu dat kinderen zullen verdrinken omdat ze nooit hebben leren zwemmen. Een treurige zaak.'
Siers stopt per 1 februari met werken. Stiekem had hij nog best een paar jaartjes door willen gaan. `Maar ja, op je 57e kies je nou eenmaal voor zo'n regeling.' Zijn opvolger is polo- en zwemtrainer Marcel ter Bals.
Vrijdag 3 februari is er van 16 tot 18 uur een informeel afscheid in de kantine van het Sportcentrum. Iedereen is welkom, maar dient zich wel aan te melden via mail: [email protected], of telefonisch: 4891148.
Badmeester Siers blijft zijn baantjes op de campus trekken. (Foto: Arjan Reef)
