Luigi Galvani liet in 1771 zien dat elektrische stroom de spieren van een kikker kan laten bewegen. Zijn kikkers zullen er geen beter leven door gekregen hebben, maar in revalidatiecentra bewijst de zogenaamde `elektrostimulatie' goede diensten, onder andere bij dwarslaesiepatiënten. `Na een hoge dwarslaesie kunnen patiënten vaak hun armen en handen nauwelijks meer gebruiken,' vertelt Govert Snoek, revalidatiearts en onderzoeker bij het Roessingh Research and Development instituut (RRD), de dag voor zijn promotie. `Als je die arm-handfunctie kunt verbeteren, vergroot je hun zelfredzaamheid en daarmee hun kwaliteit van leven.'
De arm-handfunctie is te verbeteren door een apparaat voor `functionele elektrostimulatie' te implanteren. Kunstmatige elektrische signalen nemen dan de functie over van de kapotte zenuwen. Dit kan niet bij elke dwarslaesiepatiënt. Snoek: `Het gaat om patiënten die na revalidatie heel weinig functie in hun armen en handen hebben. Bij sommigen is het eigen lichaamsmateriaal nog zo goed dat we met het verplaatsen van pezen een heel eind komen. Als dat niet kan, biedt elektrostimulatie uitkomst. Vaak is het ook een combinatie van die twee.'
Uit eerder onderzoek bleek dat het terugkrijgen van de arm-handfunctie bovenaan het wensenlijstje van dwarslaesiepatiënten staat. Toch zien veel patiënten af van de behandeling met elektrostimulatie of peesverplaatsing. Snoek onderzocht waarom. `Sommige patiënten willen gewoon geen vreemde apparaten in hun lijf, maar de meeste patiënten maken echt een afweging tussen hoe zwaar de behandeling voor hen is en het uiteindelijke resultaat. Als behandelaar wil je graag het hoogste haalbare eruit halen, terwijl een patiënt genoegen neemt met iets minder goed werkende handen, als hem dat vele weken in het ziekenhuis scheelt.'
Een behandelaar die het hoogste haalbare wil, dat is ook één van de grondleggers van de functionele elektrostimulatie, Michael Keith. De Amerikaanse hoogleraar zat in de promotiecommissie van Snoek en gaf vrijdagochtend een lezing voor medewerkers van het RRD en Universiteit Twente. Keith is wat je noemt de ultieme technisch geneeskundige: hij is zowel chirurg als ingenieur en heeft de afgelopen decennia veel mensen met een dwarslaesie onder handen gehad.
Keith liet patiënten zien waarbij hij pezen heeft verplaatst en spieren heeft vastgezet of juist losgemaakt. En een functionele elektrostimulator heeft geïmplanteerd. Het resultaat is verbluffend. Een vrouw die haar armen nauwelijks kon bewegen schenkt zelf koffie in en neemt de telefoon op. Een andere vrouw kon slechts met grote moeite en veel hulpmiddelen haar korte haar kammen. Na de operaties draagt ze lang haar dat ze zelf kan verzorgen en kan ze naald en draad vasthouden om te naaien.
Keith geeft toe dat hij zonder `dedicated patients' niet ver zou komen, maar lijkt daaraan geen gebrek te hebben. Dat stelt hem in staat om functionele elektrostimulatie door continu onderzoek steeds gebruiksvriendelijker en beter te maken.
Vandaag promoveert nog een onderzoeker van Roessingh Research and Development op een proefschrift over elektrostimulatie. Revalidatiearts Joke de Kroon onderzocht elektrostimulatie als revalidatiemiddel na een beroerte. `Bij patiënten die hun aangedane arm nog een klein beetje kunnen bewegen, kan elektrostimulatie ervoor zorgen dat ze weer kunnen schrijven of handwerken,'vertelt ze. Anders dan bij een dwarslaesie gebeurt de elektrostimulatie van buitenaf en is de behandeling tijdelijk.
Elektrostimulatie is binnen de revalidatiegeneeskunde vrij gangbaar, vertelt de Kroon, want het werkt. Maar een wetenschappelijke onderbouwing was er nauwelijks. Die onderbouwing wordt gezocht in de neurale hersenplasticiteit, maar daarvoor vond de Kroon nog geen bewijs. Wel vond zij effect van de behandeling: `We zien gemiddeld een kleine vooruitgang als we met elektrostimulatie behandelen, maar er springen een paar patiënten duidelijk uit. Helaas zijn we er niet achtergekomen waarom de behandeling juist bij hen zo goed werkt. Uiteindelijk wil je als arts natuurlijk graag kunnen voorspellen of elektrostimulatie bij een specifieke patiënt wel of niet zal werken.'
Vervolgonderzoek moet dus het werkingsmechanisme verder ophelderen. Ondertussen blijven de Kroon en haar collega's elektrostimulatie gebruiken. `We willen patiënten de behandeling niet onthouden als de kans groot is dat ze er baat bij hebben.'
Maarten IJzerman (UT-Â hoogleraar Clinical Assessment of Rehabilitation Technology en wetenschappelijk directeur van het RRD), Michael Keith (chirurg en ingenieur, hoogleraar aan de Case Western Reserve University in Cleveland) en Govert Snoek.