Uit het lood

| Redactie

Het aardige van het debat tussen Wiegel en Hirsi Ali is dat ze allebei gelijk hebben. Zoals discussies altijd alleen interessant zijn wanneer beide partijen gelijk hebben. Wanneer één zijde overduidelijk onzin verkondigt, wordt het snel vervelend. Een goed debat is als een kabel die wordt opge­spannen tussen twee masten. Als beide masten naar elkaar toe bewegen, hangt de kabel slap. Dan is er geen spanningsveld mogelijk. Een bruikbaar netwerk vereist een woud van hoogspanningsmasten. Zonder stevige stand­punten is er geen debat. En zonder debat bestaat er geen samenleving anders dan de dictatuur.

Masten

De vraag of artikel 23 een liberaal beginsel is, is er één uit de reeks: of Sinterklaas een katholiek feest is, of Driekoningen en de zondagsrust christelijk van aard zijn, of het hoofddoekje islamitisch is, of het heckrund langs de Oostvaardersplassen wild of een huisdier is, of anticon­ceptiemidde­len moorddadig zijn, of alle mensen gelijk zijn, of veiligheid en vrijheid hand in hand kunnen gaan, of drieduizend lieveheersbeestjes in een kinderka­mer ongedierte is, en of één mus in een dominohal dat ook c.q. dat dan wel is.

En om het misverstand weg te nemen dat geen enkele vraag een eenduidig antwoord kent - de vraag of artikel 23 een liberaal beginsel is, is er niet één uit de reeks: of Wiegel meer bestuurlijke ervaring heeft dan Hirsi Ali, of hij meer sigaren heeft gerookt, of hij meer kinderen heeft verwekt, of hij minder pigment heeft in zijn huid, en of hij meer genitaliën heeft. (De vraag of hij meer ballen heeft dan Hirsi Ali, hoort niet in deze catego­rie thuis.)

De vraag of artikel 23 een liberaal beginsel is, is bij uitstek een liberale vraag. Elk antwoord op deze vraag is daarmee ook liberaal. Behalve het antwoord dat elk ander antwoord uitsluit. Want liberalen zijn niet dogmatisch. En alleen voor echte dogmatici kent elke vraag maar één ant­woord. Hoewel zelfs de meest overtuigde dogmati­cus accepteert dat er ook mensen zijn die dit antwoord nog niet hebben gevon­den. Vol oprecht mededogen ziet hij deze dolenden voortrazen op de snelweg naar de hel.

Liberalen hebben geen mededogen met andersdenkenden. Ze erkennen dat politiek, dat is echte liberale politiek, staat of valt met het bestaan van verschillende waarheden. Zonder dat heb je geen 150 Kamerleden nodig, maar volstaat één rechter. Eén wijze man of vrouw, die bij elk geschil kan aanwijzen wat het juiste eind is. Liberalen geloven echter dat alle einden dienen te worden hoog gehouden, wil de maatschappij een veilig vangnet voor al haar leden zijn. Daarom kappen liberalen geen masten, maar plaatsen ze voortdurend nieuwe masten bij.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.