`Meer vrouwen op álle niveaus nodig'

| Redactie

De Universiteit Maastricht wil meer vrouwen in de wetenschappelijke top. Van de 290 hoogleraren zijn er twintig vrouw en van die twintig zijn er slechts zeven regulier hoogleraar; de anderen bekleden een bijzondere leerstoel. Om de vrouwelijke doorstroom te bevorderen, wil het CvB van Maastricht faculteiten die vrouwelijke UHD's tot regulier hoogleraar benoemen, belonen met honderdduizend euro. Een goed idee?

`Veel vrouwen vinden van niet', denkt Mieke Boon, voorzitter van het Female Faculty Network Twente. `Het beeld kan ontstaan dat je als vrouw op die stoel zit om redenen die niet zoveel met je kwaliteiten te maken hebben.' Toch, vindt ze, zijn er vaak ook allerlei niet-inhoudelijke redenen waarom iemand hoogleraar wordt. `We weten uit allerlei onderzoek dat er diverse socio-biologische en psychosociale redenen zijn dat vrouwen minder makkelijk op dit soort posities terecht komen dan mannen. Bij grote bedrijven maakt een psychologische test vaak deel uit van een selectieprocedure. Zij passen een correctie toe op de uitslag van vrouwen, omdat is gebleken dat zij minder waardering hebben voor hun eigen kunnen dan mannen, ook al beschikken ze over dezelfde kwaliteiten.' Een maatregel als `een ton voor een vrouwelijke prof' zou je kunnen zien als zo'n correctie, meent Boon. `Of je dan wel bij hoogleraren moet beginnen? Die vraag is gerechtvaardigd. Betere kinderopvang is ook van groot belang. Meer vrouwelijke hoogleraren betekent ook meer rolmodellen waar vrouwen zich aan kunnen spiegelen. Dat kan stimulerend werken. Mijn rechttoe rechtaan antwoord: ieder middel heeft z'n nadelen, heeft ongewenste effecten, maar daar moet je maar mee zien te leven.'

Dick Meijer, voorzitter van de U-Raad deelt Boons mening niet: `Meer vrouwen is op alle niveaus nodig', erkent hij. `Voor veel wetenschapsgebieden houdt het echter al op bij de instroom van studentes. Het invoeren van een premie voor de benoeming van een enkele vrouwelijke technische hoogleraar aan de UT lost dus weinig op.' Hij geeft toegepaste wiskunde als voorbeeld. De instroom van vrouwelijke studenten ligt daar al decennialang zo rond de 25 procent. `Maar dat percentage loopt bij de instroom van promovendi en UD's snel af en het glazen plafond ligt bij de UHD-functie.' Daarmee is overigens niet alles gezegd, vindt Meijer. Een premie invoeren voor de benoeming van een vrouwelijke hoogleraar, terwijl de UT een paar jaar terug eenzelfde premie voor vrouwelijke UD's uit bezuinigingsoverwegingen heeft afgeschaft, zou `een beetje vreemd' zijn.

Anne Flierman, voorzitter van het CvB en tot voor kort bestuurder van de Universiteit Maastricht, was nog betrokken bij de Maastrichtse plannen en vindt een bonus voor de benoeming van een vrouwelijke hoogleraar - mits kandidaten aan de benoemingscriteria voldoen - `een goede suggestie'. `Maar er is wel meer denkbaar. We zouden er bijvoorbeeld het fenomeen persoonlijke hoogleraar voor kunnen inzetten. Het CvB denkt over dit soort zaken na, maar moet daarbij ook de financiële positie van de UT in het oog houden.'

De UT doet het zowel absoluut als relatief nog slechter dan de Universiteit Maastricht, met slechts acht vrouwen op het totaal van 137 hoogleraren. Nog geen zes procent dus. Kas de Vries, directeur PA&O, vindt het idee om speciale actie te ondernemen gericht op de doorstroming van vrouwen naar wetenschappelijke topposities uitstekend. `Maar, of je faculteiten een bonus van een ton moet geven is een heel andere vraag. Gezien de financiële situatie van de UT lijkt me dat ook helemaal niet mogelijk. Honderdduizend euro… ik vind dat echt buitenproportioneel.'

Meer ziet De Vries in het goed doorlichten van de selectieprocedure en de eisen die de UT aan aankomend hoogleraren stelt. `Vaak gaat het bij een benoeming om de publicatielijst. Wij vragen nogal wat. Het bezwaar van veel vrouwen is dat zij zo'n lijst moeten opbouwen in een periode dat ze bijvoorbeeld kinderen krijgen.'

Ook, vindt De Vries, moet je kijken naar de totale doorstroom. `Krijg je meer UHD's, dan krijg je automatisch ook meer vrouwelijke hoogleraren. Het is goed eens te kijken naar wat vrouwen belemmert in de doorstroom.'

Hij vindt dat het huidige CvB behoorlijk aan de weg timmert. `Dit college, met Anne Flierman voorop, heeft duidelijk gezegd: het kan niet waar zijn dat er niet meer vrouwelijke hoogleraren te krijgen zijn dan we nu hebben. En er gebeurt ook al veel. We staan nu ook echt op de lijn: al dat gepraat is leuk en aardig, maar er moet nu actie worden ondernomen.'

Bestuurlijk zijn er inderdaad veel goede voornemens, erkent Dick Meijer, maar er wordt naar zijn idee weinig resultaat geboekt. `En dat heeft wel degelijk met die mannencultuur te maken. Laatst vertelde een vrouwelijke UD me nog dat haar chef, inderdaad, een man, haar wens om parttime te gaan werken in strijd met haar functie vond en schadelijk voor haar carrière. Met dat soort uitspraken krijg je de handen van vrouwen niet op elkaar.'

Joost Blijham

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.